Mijn man vertelde me toen hij thuiskwam, dat gisteren in zijn fabriek de aankomst van Gilad Shalit in Israël werd gevierd. De baas had champagne gekocht en koud gezet en alle medewerkers kwamen bij elkaar voor een feestelijke, ontroerende toost. Toen vertelde de baas een kort verhaal.
“Een paar jaar geleden zat ik in de trein van Nahariya naar Tel Aviv. Tegenover me zat een man, die ik onmiddellijk herkende – Noam Shalit. Ik aarzelde een tijdje of ik hem moest aanspreken, maar omdat ik altijd duimde voor zijn zoon en ik mij als vader van een soldaat zo in hem kon verplaatsen, deed ik het uiteindelijk toch. Kort voor Tel Aviv zei ik tegen hem: ´Ik wil alleen maar zeggen dat ik, net als iedereen die ik ken, helemaal achter jullie sta.´
Noam Shalit keek me verbitterd aan en zei: ´En wat hebben wij daar aan?´
Ik was perplex en voelde me eerst gekrenkt. In de loop der tijd begon ik hem echter te begrijpen. Waar hij ook gaat of staat wordt hij aangesproken. Iedereen verteld hem dat ze solidair met hem zijn en wenst hem succes, voordat ze verdergaan met het leiden van hun eigen leven, blij, dat ze niet met hem hoeven ruilen. En de hele tijd weet hij, dat zijn zoon lijdt. Hoe kan men dat volhouden?
We weten nog steeds niet of het geholpen heeft, dat we allemaal gedemonstreerd hebben, gele linten aan de auto hadden, T-shirts gedragen hebben en Gilad Shalit steeds opnieuw in herinnering hebben geroepen – of dat dit de prijs heeft opgedreven en de vrijlating heeft vertraagd. De familie moet door een hel zijn gegaan.
En nu drinken we op het welzijn van Gilad Shalit en zijn familie. Le-chaim.”
Bron:
http://spiritofentebbe.wordpress.com/2011/10/19/gestern-in-einer-kleinen-fabrik-in-galilaa/
Auteur: Lila
Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron (www.wordpress.com)