Libië: Het duistere verleden van Mustafa Abdul Jalil

De politiek onafhankelijke Algerijnse krant Echorouk heeft op 24-10-2010 in een artikel met de kop Mustafa Abdul Jalil ondertekende in 2008 de executie van Libische gevangenen bericht, dat volgens een document, dat door Mustafa Abdul Jalil, de leider van de Nationale Overgangsraad, in Libië en toeverlaat van het Westen in het jaar 2008 werd ondertekend, 32 gevangenen door een vuurpeloton werden geëxecuteerd.

Volgens dit document had de toenmalige minister van Justitie Mustafa Abdul Jalil onder het Gaddaf-regime de executie van 32 gevangenen, die al 13 jaar in de gevangenis hadden doorgebracht, ondertekend. In dit document had hij ook 50 andere gevangenen tot levenslange gevangenisstraf en 15 anderen tot gevangenisstraffen tussen 5 en 15 jaar veroordeeld. In het document, dat de minister van Justitie naar de minister-president had gestuurd, is helder en duidelijk de naam en de handtekening van de huidige leider van de Nationale Overgangsraad in Libië, op wie het Westen inzet, te zien.

Noemenswaardig is verder nog, dat Mustafa Abdul Jilal het hoogste lid van het Gaddafi-regime was, dat zich in het begin van de revolutie losmaakte van Gaddafi en in Benghazi de Overgangsraad had opgericht; hij onderhoudt nauwe en hartelijke contacten met westerse regeringen.

Hoe verraders met een duister verleden worden gevleid, weten we sinds hij onlangs arm in arm met de Franse president Sarkozy en de Britse premier Cameron te zien was en aan Cameron de belofte deed van democratie, op basis van de islamitische wetgeving van de sharia – een draai om de oren voor de vrije wereld! Heel bewust berichten de mainstreammedia niet over zulk nieuws. Dit moeten we in de Arabische wereld halen, want zulke figuren moeten aan de nietsvermoedende Europeanen worden verkocht als “loepzuivere democraten”.

In Arabische media veroorzaakt de ultra-islamist Mustafa Abdul Jahil nu echter na de onthullingen over zijn wrede verleden in dienst van het ten val gebrachte Gaddafi-regime een storm in de media. Op dit moment is Mustafa Abdul Jalil de leidende figuur in de Nationale Overgangsraad.

Hij werd in 1952 in Al-Bayda, de historische zetel van de Sanussi-dynastie, geboren, studeerde islamitische recht in Benghazi, werd in 1978 op 26-jarige leeftijd rechter. Het hoogtepunt van zijn carrière bereikte hij in 2007, toen hij door Gaddafi tot minister van Justitie werd benoemd. Op 20 februari sloot hij zich bij het kamp van de rebellen aan, om als leider van de provisorische Libische regering te worden gekozen. Een duister detail uit zijn carrière onder Gaddafi, waarop de aandacht van internationale media werd gevestigd tijdens zijn werkzaamheid als minister van Justitie, was de veroordeling van Bulgaarse verpleegsters en een Palestijnse arts, die ervan werden beschuldigd Libische kinderen met het HIV-virus te hebben ingespoten, evenals de doodstraf voor 32 Libische gevangenen, die al 13 jaar in de gevangenis zaten.

Deze ongelukkige gevangenen, die tegenstanders van het despotische Gaddafi-regime waren, werden door een vuurpeloton op bevel van de toenmalige minister van Justitie Mustafa Abdul Jalil terechtgesteld, ondanks veel verzoeken tot gratie van internationale humanitaire organisaties. Inofficieel werd er gezegd, dat hiertoe opdracht zou zijn gegeven door de secretaris van het algemene volkscomité onder kolonel Gaddafi, dit was echter onjuist, we weten inmiddels beter.

Politieke analisten vragen zich nu af: Is Mustafa Abdul Jilal überhaupt geschikt als leider? Bestaat er geen ander politieke figuur, die zijn plaats zou kunnen innemen en Libië zou kunnen leiden? Hierop schijnt geen duidelijk antwoord mogelijk te zijn. Gaddafi leidde Libië zonder staatsinstellingen, die een overgang voor de rebellen zouden vergemakkelijken, die veel spirit hebben, maar geen goede bevelstructuren. De rebellen worden ook door strubbelingen binnen etnische groeperingen en stamverbanden gehinderd. Bovendien wordt Mustafa Abdul Jilal door enkele rebellen altijd met grote argwaan bekeken, want zij willen volledig nieuwe gezichten zonder Gaddafi-verleden in de politieke verantwoordelijkheid zien; een eis, die anderzijds de inspanningen om een nieuwe, effectieve leiding te vestigen, ondermijnt.

Onder de oppervlakte zijn de rebellen in Libië, afgezien van diverse etnische groeperingen, Berbers en Arabieren; ze behandelen elkaar met verachting. De rebellen noemen zichzelf strijders van het dorp X of Y en geen Libische rebellen. Als de hardliners terrein winnen, wat analisten vermoeden, zou Libië vermoedelijk dezelfde fout kunnen maken als Irak na het Amerikaanse offensief in 2003, toen Saddam Hussein ten val werd gebracht. Ondersteuners en aanhangers van de Baath-partij en van het leger werden weggezuiverd en er ontstond een machtsvacuüm, dat jarenlang tot instabiliteit heeft geleid, dat Al Qaida nieuwe leden heeft opgeleverd en tot een energieke campagne tegen de door de VS gesteunde nieuwe machthebbers heeft geleid.

Bron:

http://parseundparse.wordpress.com/2011/11/01/libyen-die-dunkle-akte-eines-fuhrers/

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron (www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "Arabische Lente", Afrika, Islam, Islamisering, NAVO, Nieuws. Bookmark de permalink .

3 reacties op Libië: Het duistere verleden van Mustafa Abdul Jalil

  1. Pingback: Gaddafi voor zijn dood drie uur gemarteld « ejbron

  2. Pieter zegt:

    Met dit artikel staat een Bertus Hendriks echt voor schut. Gedocumenteerd met Arabische bronnen laat het een heel andere werkelijkheid zien: een Libië van etnische spanningen en onderlinge rivaliteit.

    De Berbers demonstreerden begin september niet alleen voor de eigen taal en cultuur (42 jaar lang onderdrukt) maar vereffenen ook stilletjes oude rekeningen met de verklikkers van het Khadaffi regime. Arabische inwoners van Berberse dorpen en steden in West-Libië zijn al gedwongen verhuisd. Ook bezetten Arabische stammen landbouwgrond van Berbers. Genoeg voer voor een nieuw conflict.

    Like

  3. Pingback: Gaddafi voor zijn dood drie uur gemarteld | AmsterdamPost

Plaats een reactie