De aanval op Charlie Hebdo: geen excuses meer!

De rook was nauwelijks opgetrokken in het kantoor van Charlie Hebdo Magazine – aangevallen vanwege het publiceren van Mohammedcartoons – toen Bruce Crumley van Time Magazine er voor koos de cartoonisten meer te bekritiseren dan de terroristen. James Kirchik stelt deze al te bekende neiging openlijk aan de kaak.

Er bestaat in de “Republiek der Letteren” – dat land van romanschrijvers, dichters, door inkt bevlekte stakkers als ikzelf, denktank wetenschappers die aan de lopende band gortdroge beleidsrapporten schrijven….. eigenlijk iedereen die schrijft om er van te kunnen leven – een ongeschreven regel waarin staat: Niemand zou fysiek letsel moeten oplopen, laat staan bedreigd worden, voor iets dat hij of zij publiceert. Begrijp me niet verkeerd, ik vind literaire ruzies prachtig, zelfs op de persoon gespeelde, woedend makende aanvallen, (mits ze goed geplaatst zijn en niet te vaak als middel gebruikt worden). Maar op het moment, dat iemand een vuist balt om daadwerkelijk te gaan slaan, heeft deze de discussie verloren.

Inderdaad, het is een teken van een oppervlakkige geest en onzekere persoonlijkheid (zie Norman Mailer) als een schrijver, die perplex is door de intellectuele bekwaamheid van z’n opponent, overgaat tot het door de kamer smijten van glazen whisky. Ik hoop, dat als mijn ergste vijand, iemand die dingen heeft geschreven die ik absoluut veracht, ooit geconfronteerd wordt met geweld van de zijde van een fanaticus of iemand die daar op lijkt (zelfs als deze aanvaller ogenschijnlijk aan mijn kant zou staan), dat ik zo iemand tot het einde toe zou willen verdedigen.

Schrijvers in het Westen komen zelden tegenover geweld te staan en zeker niet van overheidswege. Schrijvers met een sociaal geweten begrijpen, dat ze iets heel belangrijks gemeenschappelijk hebben met schrijvers die ze misschien helemaal niet kennen of uit een ver land komen. Wij zijn verenigd in de overtuiging dat vrijheid van expressie onherroepelijk fundamenteel is voor een vrije samenleving. We zien deze grootse traditie van literaire solidariteit terug in organisaties als PEN International, dat opkomt voor schrijvers onder autoritaire regimes, wiens levens en bestaan worden bedreigd voor een activiteit die we in het Westen als vanzelfsprekend beschouwen. We zien het ook in de publicatie “Index on Censorship,” dat nu al vier decennia aanvallen op de vrijheid van meningsuiting en
expressie documenteert.

Dat is waarom de fatwa tegen Salman Rushdie zoveel duidelijk maakte. Hier was iemand die een boek had gepubliceerd in de bakermat van de vrijheid van meningsuiting (free speech) – het Verenigd Koninkrijk – waarop het vermoorden van diezelfde man werd (aan)bevolen door een fanatieke geestelijke een halve wereldbol verder. Zoals Christopher Hitchens schreef over het doodvonnis aan zijn vriend: “Ik dacht toen en vind dat nog steeds, dat het niet de waarschuwing was voor wat ons te wachten staat, maar het was de waarschuwing in zichzelf. De burgeroorlog in de moslimwereld, tussen degenen die in de Jihad en de sharia geloven en diegenen die dat niet doen, was in onze straten en steden aangekomen.”

Gedurende de laatste tien jaar is de burgeroorlog heftiger geworden in de straten van de westerse steden; Amsterdam (waar de kunstenaar Theo van Gogh op klaarlichte dag vermoord wordt voor het maken van een film waarin vrouwvijandige koranverzen bekritiseerd worden), Nyhamnsläge (het Zweedse dorp, waar het huis van de kunstenaar Lars Viks, die tekeningen van Mohammed maakte, meerdere keren wordt aangevallen), Århus (de Deense stad waar mede-Mohammed-cartoonist Kurt Westergaard in een zogenaamd “safe room” moest vluchten, toen een bijlzwaaiende moslim in zijn huis was binnengedrongen). Het is daarom bemoedigend om dit fundamentele begrip tussen schrijvers te zien – dat, ondanks politieke meningsverschillen, we allemaal collega’s zijn; elementen in een vrije samenleving van vitaal belang – een bloeiend begrip als antwoord op een werkelijk vilein, boosaardig uitscheidingsproduct van Bruce Crumley, de Parijse correspondent van Time Magazine.

Donderdag ’s nachts was er een brandaanslag op het redactiebureau van het Franse satirische blad Charlie Hebdo, nadat de profeet Mohammed tot hoofdredacteur van de volgende uitgave was gekozen in een artikel met als titel: “Platgebrande Franse Krant is geen Martelaar voor Free Speech.” Crumley hoonde de uitgevers van de krant. “Denken jullie nog steeds, dat de prijs die betaald werd voor het drukken van een beledigende, beschamende en uitsluitend humorloze parodie op de redenering – omdat het mogelijk is – het allemaal waard was?” Crumley, die een uitstekende commissaris voor propaganda in Oezbekistan of Iran zou zijn geweest, ging tekeer tegen Franse politici die de brandaanslag hekelden als een aanslag op de vrijheid van meningsuiting, de vrijheid van expressie en andere rechten, bepalend voor Frankrijk en andere westerse samenlevingen. Terwijl het dat nu juist precies was.

Als een lezer zich net zo beledigd voelt door Crumley’s verontschuldigingen voor de theocratische gekken en de Parijse vestiging van Time met een bom zou bestoken, zou dat Crumley veranderen in een “slachtoffer” van z’n eigen te verfoeien lafheid? Als er ooit een reden zou kunnen zijn om iets of iemand te verbannen uit de “Republiek der Letteren,” dan zou het Crumley’s artikel moeten zijn, omdat hij hierin verraad pleegt aan de beroepsgroep, door zich te laten kennen als iemand die er niet tegenop ziet collega-schrijvers persoonlijk te verraden en in een tel door het riool te spoelen.

Hoewel hij zichzelf ziet als een vrijmoedige verhalenverteller, is Crumley’s rechtvaardiging voor extremistisch gewelddadig extremisme niet nieuw. Het is slechts de laatste herhaling van de allang achterhaalde excuses voor terrorisme, geuit door mensen als Noam Chomsky tot Ron Paul,  dat de slachtoffers van het terrorisme het over zichzelf hebben afgeroepen. Wat Crumley’s bijdrage aan dit genre zo uitzonderlijk giftig maakt, en wat volgens mij de bijna algemene walging oproept bij journalisten van allerlei kleur, is dat het geschreven is door een collega-journalist, niet door een wetenschapper, politicus of een anti-islamofobe activist.

Om twee reacties naar voren te halen, die in het politieke spectrum diametraal tegenover elkaar staan: Michael Brendan Dougherty, een oerconservatief, die ik meer dan eens als opponent had, noemde het stuk “het meest aanstootgevende, weerzinwekkende stuk dat u vandaag zult lezen.” (een kritiekpuntje op z’n oordeel van mijn kant is, dat ’t het meest aanstootgevende zal zijn dat u de hele week zult lezen, als het niet de hele maand is. Ondertussen tweette Spencer Ackerman, iemand van de uiterst linker vleugel: “niemand heeft het recht hierover (de brand) niet beledigd te zijn. Niemand heeft het recht een krant in brand te steken om iets dat hij aanstootgevend vindt.”

Het is verbazingwekkend, dat na alle strijd en offers die zijn gebracht voor de vrijheid van meningsuiting door de jaren heen, dat het nodig is dat zulke simpele “statements” herhaald moeten worden. Maar zolang er morele lafaards als Bruce Crumley rondlopen, zullen we het moeten herhalen!

noot: de schrijver James Kirchik is redactielid van “The New Republic” en lid van de “Stichting voor de Verdediging van Democratiën.”

EXTRA; Ook Nederland kent zo z’n nuttige idioten voor de islam: Stripdeskundige VK: Laat heilige huisjes met rust!

Bron:

http://indexoncensorship.org/2011/11/charlie-hebdo-bomb-bruce-crumley-james-kirchick
Auteur: James Kirchik

Vertaald uit het Engels door:

vederso

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in Islam, Islamisering, Islamkritiek, political correctness. Bookmark de permalink .

Een reactie op De aanval op Charlie Hebdo: geen excuses meer!

  1. G.Deckzeijl zegt:

    Vanaf week één dat de religie van de vrede en zijn legertje van veelal ingepakte aanhangers in ons land en de EU neerstreek, kunnen de aanhangers het niet laten dagelijks te zeiken over “belediging”* van hun profeet en hun verzonnen woestijngeloof. Ze zijn al beledigd als je op een bepaalde manier kijkt.
    Ze zijn al beledigd als je aangeeft geen moslim te willen worden.Aan dat geleuter over die profeet van hun, waarvan geen sterveling weet hoe hij eruit heeft gezien -er zijn onderzoeken bekend met als uitslag dat het bestaan van de profeet in twijfel moet worden getrokken- schijnt ook maar geen einde te komen. Nu dan weer de weergaloze stunt van de Hebdo-redactie die Mo als redactie-chef ten tonele voert.
    Wat gebeurt er? Geschifte en humorloze islamitische vrouwenhaters gooien een Molotov-cocktail naar binnen omdat ze nooit geleerd hebben wat cartoons zijn. En als klap op de vuurpijl hebben we in dit land nog een paar BEROEPSIDIOTEN die roepen dat we voorzichtig moeten zijn met de lange tenen van degenen die bijna dagelijks verkondigen dat alle ongelovigen gedood mogen worden. Gooien met schoenen schijnt in islamitische dictaturen de grofste belediging te zijn. Ik wacht al heel lang op de dag dat de eerste niet-moslim z’n schoen naar de hersens van een moslim gooit zodra hij zeikt over belediging van z’n woestijngeloof en Mo, of over onze cartoons. http://tinyurl.com/3k6a3qn
    *let op: is een vast onderdeel van Het Project en staat in nauw verband met intimidatie. http://tinyurl.com/5za2bg

    Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s