Het Gouden Tijdperk van de islam: Een archeologisch Niets

Screenshot_76

(Door: John J. O´Neill)

“Het islamitische Gouden Tijdperk van de late 7e tot het midden van de 10e eeuw, waarin de islam zich zogenaamd in het schijnsel van de wetenschap en geleerdheid gezond heeft, is een complete mythe, en zo´n periode heeft nooit bestaan.”

In mijn in 2010 verschenen boek “Holy Warriors: Islam and the Demise of Classical Civilization” heb ik gedetailleerd beargumenteerd dat de islam, er mijlenver van verwijderd een kracht van Verlichting in de zogenaamde Donkere Middeleeuwen te zijn, in werkelijkheid verantwoordelijk was voor de vernietiging van de gealfabetiseerde en stedelijke civilisatie, die wij nu de klassieke noemen, en dat het de islam was, die Europa´s neergang naar de onderontwikkeldheid gedurende de Middeleeuwen veroorzaakte. Ik heb in het boek eveneens tot in detail beargumenteerd dat het islamitische Gouden Tijdperk van de late 7e tot het midden van de 10e eeuw, waarin de islam zich zogenaamd in het schijnsel van de wetenschap en geleerdheid gezond heeft, een complete mythe is en dat een dergelijke periode nooit heeft bestaan. De bewijzen daarvoor zijn van archeologische aard.

Tot aan de 19e en de 20e eeuw waren geleerden genoodzaakt om wat betreft hun kennis over de wereld van de klassieke oudheid en de Middeleeuwen volledig te vertrouwen op schriftelijke bronnen. De competente historicus had uiteraard altijd de beslissende vaardigheid bezeten om onderscheid te maken tussen feiten en fabels, tussen propaganda en eerlijke verslaggeving. Er bestond vanaf de 17e en 18e eeuw ook een meer rijpere vorm van tekstkritiek. Desondanks, hoe kritisch de geleerde ook was, uiteindelijk was alles waarmee hij kon werken het geschreven woord. Maar dat alles begon in de 19e eeuw te veranderen. Vanaf dat moment bezaten de geleerden iets onafhankelijks, waarmee ze de beweringen van kroniek- en annalenschrijvers van vroeger konden controleren: de wetenschap van de archeologie.

Tot aan het midden van de 20e eeuw waren archeologen ermee begonnen een behoorlijk omvangrijk beeld van de archeologie van Europa en van het Midden-Oosten samen te voegen. In werkelijkheid behoorden en behoren meerdere gebieden in het Midden-Oosten, zoals Egypte, Palestina en Irak, tot de meest grondig door opgravingen onderzochte regio´s ter wereld.

Specialisten betreffende de Middeleeuwen waren er natuurlijk zeer in geïnteresseerd geweest wat licht op de romantische, alhoewel slechts ogenschijnlijk, fabelachtig rijke en gecultiveerde wereld van de 7e, 8e en 9e eeuw te werpen. Over deze periode werden bijzondere en wonderbaarlijke verhalen verteld, hoewel iedereen het erover eens was dat het een periode van hoge civilisatie was. In werkelijkheid werd de 7e tot de 10e eeuw, zoals we zagen, beschouwd als het islamitische Gouden Tijdperk. Dit was het tijdperk van de kaliefen van de Omajjaden en de Abbasiden; de romantische periode van Scheherazade en Haroen ar-Rashid, de fabelachtig rijke kalief van Bagdad, over wie wordt gezegd dat hij de kleren zou hebben aangetrokken van een gewone man en ´s nachts door de zwak verlichte straten van de metropool gewandeld zou hebben – een stad met naar men beweert een miljoen inwoners. Deze periode, en deze periode alleen, moet de periode van de culturele hegemonie van de islam aangeduid hebben. Lees eens de volgende omschrijving van een Engelse historicus over het Córdoba van de 8e tot de 10e eeuw, typisch voor het genre:

“In Spanje… zorgt de oprichting van de Omajjaden-macht voor een periode van unieke pracht, die haar hoogtepunt bereikt in de vroege 10e eeuw. De grote universiteit van Córdoba is propvol studenten… terwijl de stad zelf de verbazing van bezoekers uit Duitsland en Frankrijk opwekt. Langs de oevers van de Guadalquivir staan luxe villa´s, en – geboren uit een nuk van de heerser – verheft zich het beroemde Paleis van de Bloem, een fantastische stad van de vreugde.” (H. St. L. B. Moss, „The Birth of the Middle Ages; 395-814“, Oxford University Press, 1935). Iedereen was het erover eens dat de islamitische wereld vanaf de 11e eeuw snel bij het Westen achterop begon te raken.

Volgens het woord van de geschreven verhalen verwachtten de archeologen dus van Spanje tot in het oosten van Iran een bloeiende en levendige cultuur te vinden; een islamitische wereld met enorme steden, uitgerust met alle rijkdom uit de klassieke oudheid en met het roofgoed, dat in de islamitische veroveringsoorlogen verzameld was. Ze hoopten paleizen te vinden, publieke baden, universiteiten en moskeeën, allemaal rijk versierd met marmer, keramiek en beeldhouwwerk.

In werkelijkheid vonden ze niets van dat alles.

Het archeologische niet verschijnen van het islamitische Gouden Tijdperk is zeker een van de opmerkelijkste ontdekkingen die de vorige eeuw aan het licht kwamen. Het heeft niet voor sensationele krantenkoppen gezorgd, die we zouden verwachten, om de simpele reden dat een niet-ontdekking voor het publiek veel minder interessant is dan een ontdekking. Anderzijds stelden de archeologen zich voor, terwijl zij tevergeefs uitgraving na uitgraving doorzochten, dat zij gewoon geen geluk hadden; dat met de opgravingen van de volgende dag de fabelachtige paleizen en baden blootgelegd werden. En dit is nu al een eeuw lang het patroon geweest…

Screenshot_78In werkelijkheid is de islamitische wereld over een periode van grofweg drie eeuwen letterlijk een lege plek. In normale gevallen doen we een of twee vondsten die toegeschreven kunnen worden aan de 7e eeuw, daarna meer dan drie eeuwen lang niets, daarna opnieuw archeologische vondsten uit het midden of het einde van de 10e eeuw. Neem nu bijvoorbeeld Egypte. Egypte was in de vroege Middeleeuwen het grootste en bevolkingsrijkste islamitische land. De islamitische verovering van het land vond in de jaren 638 en 639 plaats en je zou moeten verwachten dat de veroveraars bijna onmiddellijk begonnen zouden zijn om, met gebruikmaking van de rijkdom van het land, talrijke prachtige gebedsplaatsen te bouwen – maar ogenschijnljik deden ze dat niet. Slechts twee moskeeën in heel Egypte, allebei in Cairo, stammen uit de tijd voor de 11e eeuw: de Amr ibn al-As, 641 na Chr., en de Ahmad ibn Tulun, 878 na Chr. Het laatste bouwwerk bezit echter veel kenmerken die men alleen bij moskeeën van de 11e eeuw vindt, daarom is zijn datering van 878 na Chr. omstreden. We hebben in Egypte dus maar één enkele gebedsplaats, de moskee Amr ibn al-As, die stamt uit de tijd drie jaar na de islamitische verovering, daarna opnieuw drie en een halve eeuw lang niets. Waarom wachten de moslims in een enorm land met misschien tot 5 miljoen inwoners meer dan driehonderd jaar voordat ze voor zichzelf een gebedsplaats bouwen?

En dat is hetzelfde in de hele islamitische wereld. Waar je ook naartoe gaat, van Spanje tot Iran, er bestaat letterlijk niets tussen ca. 650 en 950. Spanje moet, zoals we gezien hebben, in de twee eeuwen na de Arabische verovering in het jaar 711 zogenaamd een bloeiperiode van islamitische cultuur en civilisatie hebben meegemaakt; en de stad Córdoba mot zijn uitgegroeid tot een hoogontwikkelde metropool met een half miljoen mensen of meer…

We herinneren ons de omschrijving van een bloeiende en zeer rijke metropool door de hierboven geciteerde auteur. Toch gaf dezelfde auteur toe: “Er is weinig over van de architectuur van deze periode.” Weinig, inderdaad! In werkelijkheid is het enige islamitische bouwwerk in heel Spanje, dat stamt uit de tijd voor de 11e eeuw, de zogenaamde moskee van Córdoba; en zelfs deze is strikt genomen geen islamitisch bouwwerk: het was oorspronkelijk de West-Gotische kathedraal van St.-Vincentius, die – naar men zegt in de dagen van Abd er-Rahman I. – in een moskee werd veranderd. Desondanks zouden de bestaande islamitische kenmerken net zo goed tot de tijd van Abd er-Rahman III. (late 10e eeuw) kunnen behoren, van wie we weten dat hij werkzaamheden aan de kathedraal uitvoerde door er een minaret en een nieuwe façade aan toe te voegen.  (Louis Bertrand, „The History of Spain“, 2. Auflage, London 1945, S. 54).

Het grootste deel van de islamitische kenmerken van het bouwwerk stamt in werkelijkheid uit de tijd na Abd er-Rahman III. en er is niets met zekerheid in de 8e eeuw te dateren.

De armoede van de zichtbare islamitische overblijfselen wordt er normaal gesproken mee verklaard dat de christenen de islamitische monumenten na de herovering van de stad verwoest hadden. Toegegeven, de christenen kunnen alle moskeeën verwoest hebben – hoewel dat zelfs onwaarschijnlijk lijkt – maar ze hadden vast en zeker geen weelderige paleizen, baden, verdedigingswerken enz. verwoest. Toch heeft niets van dit alles – in ieder geval niet iets dat wordt toegeschreven aan de periode van de 8e tot de vroege 10e eeuw – het overleefd. En zelfs als we ervan uitgaan dat er zo´n universele en zinloze vernietiging heeft plaatsgevonden, dan moeten we aannemen dat we in ieder geval in de grond rijkelijk Arabische fundamenten kunnen vinden, evenals artefacten, werktuigen, aardewerk enz.

Inderdaad zou de archeoloog in een stad van meer dan een half miljoen mensen, zoals Córdoba in de 8e, 9e en 10e eeuw geweest moet zijn, een overvloed van zulke dingen kunnen verwachten. Ze zouden met bijna iedere schep uit de grond tevoorschijn moeten komen.

De afgelopen zeventig jaar werden in Córdoba uitgebreid en uitvoerig opgravingen gedaan, vaak specifiek om naar Arabische/Moorse overblijfselen te zoeken. Wat werd er dus gevonden?

Volgens de prestigieuze “Oxford Archaeological Guide” heeft de stad na uitputtende opgravingen het volgende bloot gegeven:

a) het zuidwestelijke deel van de stadsmuur, die “vermoedelijk” uit de 9e eeuw stamt;

b) een klein badcomplex uit de 9e/10e eeuw en

c) een “deel” van de Omajjaden-moskee (8e/9e eeuw)

(Oxford Archaeological Guide, Collins 1998, S. 73, 119, 120)

Dit is alles wat men van de 250 jaar geschiedenis van een stad met zogenaamd een half miljoen mensen kan vinden. En de rest van Spanje, dat met dezelfde energie werd onderzocht, kan weinig meer leveren. Enkele kleine vestigingen hier en wat aardewerk fragmenten daar, zoals gebruikelijk met een twijfelachtige datering en vaak omschreven als “vermoedelijk” afkomstig uit de 9e eeuw o.i.d.

De pure armzaligheid van deze overblijfselen kan alleen adequaat begrepen worden als we ze met andere goed bewezen archeologische periodes vergelijken. Zo heeft bijvoorbeeld één enkele eeuw uit de geschiedenis van het keizerlijke Rome niet duizenden, maar letterlijk miljoenen archeologische vondsten opgeleverd, van amfitheaters en tempels tot stukken aardewerk en kunstobjecten. Dat bijna drie eeuwen islamitische geschiedenis – drie eeuwen van een zogenaamd Gouden Tijdperk van overvloed en rijkdom – van de Atlantische kust van Marokko tot aan de grens van India letterlijk niets kon voortbrengen, is een uiterst verbazingwekkend feit; een feit, dat onverbiddelijk tot maar één enkele conclusie leidt: namelijk dat het Gouden Tijdperk van de 8e, 9e en 10e eeuw een mythe is. En gezien de moeilijk te bevatten aard van alle materiaal uit deze drie eeuwen, in ieder deel van de islamitische wereld, kun je je afvragen of de opkomst van de islam niet op een bepaalde manier verkeerd gedateerd is: Want het eerste teken (in archeologische zin) dat d eislam in Spanje heeft achtergelaten, wordt gedateerd in het midden van de 10e eeuw, in de tijd van Abd er-Rahman III.; wiens leven veel opvallen gelijkenissen met zijn naamgenoot en zogenaamde voorvader Abd er-Rahman I. uit de 8e eeuw toestaat.

Screenshot_77

Opnieuw bestaan er merkwaardige en opvallende parallellen tussen de belangrijkste gebeurtenissen van de islamitische geschiedenis van de 7e en de 8e eeuw enerzijds en van de 10e en 11e eeuw anderzijds. Zo zou bijvoorbeeld de christelijke Reconquista in Spanje rondom het jaar 720 begonnen zijn met de grote overwinning van Don Pelayo bij Covadonga; maar de echte Reconquista begon driehonderd jaar later met de overwinningen van Sancho van Navarra rondom het jaar 1020. Op gelijksoortige wijze zou de islamitische invasie van India omstreeks de jaren 710-720 begonnen zijn met de overwinningen van Muhammad bin Qasim, hoewel de “echte” islamitische verovering van de regio ongeveer tussen 1010 en 1020 begon met de overwinningen van Mahmud van Ghazni.

Wat betekent dit allemaal?

Het gebrek aan islamitisch archeologisch materiaal uit de tijd voor de 10e en de 11e eeuw (met uitzondering van twee of drie monumenten zoals de Rotskoepel in Jeruzalem en de Amr-ibn-al-As moskee in Cairo, gewoon uit het midden van de 7e eeuw) duidt erop dat de opkomst van de islam foutief gedateerd werd en dat er een of andere fout in de chronologie is geslopen. Maar een fout of niet, het feit dat er uit de tijd voor het midden van de 10e eeuw letterlijk niets gevonden werd, betekent dat de islam geen bloeiende, rijke en gecultiveerde civilisatie was, terwijl Europa in de Duistere Middeleeuwen zat. In de late 10e eeuw beleefde Europa zijn eigen “Renaissance” met het opbloeien van de kunst en de architectuur, waarvan veel sterk deed denken aan de late klassieke werken van de late Merovingische en West-Gotische periode.

Bron:
http://morgenwacht.wordpress.com

Bron oorspronkelijk artikel:
http://gatesofvienna.blogspot.nl
Auteur: John J. O´Neill

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "Al Andalus", "Nuttige idioten", Appeasement, Desinformatie, Geschiedvervalsing, Historie, Islam, Middeleeuwen, Moslims, political correctness, praatjesmakers, Spanje. Bookmark de permalink .

14 reacties op Het Gouden Tijdperk van de islam: Een archeologisch Niets

  1. Bull zegt:

    Als je vijf maal daags met je reet omhoog ligt, is er weinig productiviteit lijkt mij. Het enige wat de islam zoekt zijn hersendode volgers, die vechten, verkrachten en andermans bezittingen mee jatte naar huis. Met kennis en wijsheid prik je al snel door de islamitische zeepbel heen, en zal daarom ten aller tijden uitgemoord worden als vijand van deze doctrine. Waar de islam verschijnt, verdwijnt compassie, kennis en welvaart.

    Like

  2. Theresa Geissler zegt:

    Enerzijds mag dit geen verwondering wekken, aangezien de Islam geïntroduceerd werd door een woestijnvolk met een stammenmentaliteit, van wie, zeker in die periode, geen hoogstaande beschaving of onmetelijke tentoongespreide rijkdommen te verwachten vielen. Anderzijds is wel bekend, dat de Kruisvaarders later vanuit de oriënt wel bepaalde nieuwe dingen zoals specerijen en gebruiksvoorwerpen invoerden, die in West-Europa tot dan toe onbekend waren. Maar dat was dan tussen ca. 1100 en 1300 in plaats van tussen 600 en 1000 en het ging hier ook voornamelijk om kleinere dingen. Misschien hebben die kleinere dingen -in zekere in ten onrechte- in het westen wel de fantasie geprikkeld over fantastische beschavingen en rijkdommen waar in werkelijkheid niet in díe mate sprake van was. En tja, de moslims spraken het uiteraard niet tegen: Die wilden zelf maar al te graag geloven, dat hún beschaving superieur was aan die van welke ‘ongelovigen’ dan ook. En dat door de eeuwen heen.

    Like

  3. Dr.Kwast zegt:

    Het woord zegt het al IS LAM en BULL zegt het ook al vijf maal per dag met je reet omhoog daar kan geen productie uit voort komen. IS LAM, IS-lamlendig, IS-lamstralen, IS-lammeling, IS-lamslaan en dit laatste daar weten ze alles van, vraag maar aan de vrouwen van hen. IS LAM te lamlendig om te werken ook dat wordt hier in dit land bewezen. Dus geen cultuur, dus geen ontwikkeling, dus geen geschiedenis, dus geen recht op wij zijn de heersers dus wij kunnen niet domineren, want wij hebben ???????? NIETS.

    Like

  4. luckybee zegt:

    Karel Martel was een Hof meyer bij de Merovingers geweest. De Khalief dat hij in de slacht om Tours gedood heeft was de laatste Khalief der Omayaden Ab’del Rachman al Ghafiqi. Is dat Abdel Rachman de III?

    Like

  5. baksteen zegt:

    De Islam verovert het hele middenoosten en noord afrika inclusief Alexandrie, Mekka etc en het eerste wat ze gaan doen is de Rotskoepel bouwen, de heilige plek voor de Joden omdat Abraham zijn zoon wilde offeren aan God omdat Mo daar in een droom op zijn paard naar toe was gevlogen. Dat gelooft toch gen mens. Ik denk dat de joden het ook maar zo laten, vernielen die jurken het in ieder geval niet.

    Like

  6. Tom Hendrix zegt:

    De hele islam brengt en bracht slechts, haat, moord en doodslag met zich mee! Conform hun gruwelboek de koran! Niets, hebben de haatbaarden tot stand gebracht, helemaal niets!

    Like

  7. luckybee zegt:

    Niet vergeten dat Karel de Grote, feitelijk een kleinzoon was van Karel Martel. Hij wordt in de annalen niet geneomd, om dat Karel Martel zijn zoon Pipijn de III ook wel de Korte bij een bijvrouw heeft geschapen.Voor mij als naaakoomling van een Hugenoot is dat worst.zonder Karel Martel geen Karel de Grote.en zijn grote Frankische rijk dat van de Pyreneen tot Lombardije heeft gerijkt.

    Like

  8. Kraftavilqa zegt:

    “Gouden tijd” van pislam, daar moet ik altijd een beetjeom grimlachen. Zo’n glorietijd is er natuurlijk nooit geweest en zal er ook nooit zijn want pislam is voor eeuwig vastgelegde barbarij. De enige vooruitgang die onder pislam ooit geboekt is en zal worden is op ’t gebied van wreedheid, want wreedheid is immer populair bij de muzel en ook niet voor niets door homohammut tot een van de corevalues van pislam gemaakt.

    Like

  9. Pingback: De vermeende superioriteit van de islam | E.J. Bron

Plaats een reactie