Amerikaanse televisie: De VS leiden in Qatar Syrische rebellen op om “hinderlagen te leggen” en gewonden definitief “uit de weg te ruimen.”

(Vertaling: E.J. Bron)

Zoals blijkt uit gesprekken met rechtstreeks betrokkenen, die te zien zijn in een documentaire van de bekende Amerikaanse documentaireserie “Frontline”, leidde het Amerikaanse leger op een geheim steunpunt in Qatar rebellen op om Syrische regeringstroepen en hun voertuigen te overvallen en “soldaten die een hinderlaag overleefd hebben definitief uit de weg te ruimen.”

Deze documentaire, die dinsdagavond door de televisiezender PBS werd uitgezonden, levert er een unieke kijk op hoe Washington de gewapende opstand tegen de Syrische president Bashar al-Assad ondersteunt.

In de uitzending interviewt de journalist Muhammad Ali Syrische rebellen, die leden van een “gematigde groepering” worden genoemd. Ze beschrijven o.a. een geheime ontmoeting met hun “Amerikaanse verzorgers”in Turkije en vertellen hoe ze van wapens en munitie voorzien en daarna voor een verdere opleiding naar Qatar gebracht werden.

In het steunpunt Qatar, dat zich vlakbij de grens met Saoedi-Arabië bevindt, werden de rebellen naar het heet drie weken lang getraind in het gebruik van moderne wapens en speciale gevechtstechnieken, ze kregen echter ook uniformen en laarzen. “Ze leerden ons hinderlagen te leggen voor voertuigen van het regime of andere tegenstanders en het oprichten van straatblokkades”, vertelde een gemaskerde strijder, die slechts met “Hussein” werd aangesproken, aan de journalist.

“Ze lieten ons ook zien hoe je een voertuig aanvalt, overvalt, hoe je informatie of wapens en munitie van de inzittenden te pakken kunt krijgen en uiteindelijk hoe je de soldaten vermoordt die de hinderlaag overleefd hebben.” Volgens Ali had de 21-jarige strijder, net zoals veel van zijn medestrijders, tot nu toe geen militaire training gehad. Hussein en 80 tot 90 andere rebellen werden op aandringen van “Amerikaanse contacten” naar Ankara gestuurd om opgeleid ter worden, vertelde de aanvoerder van Hussein aan de journalist.

Nadat de rebellen eerst enige dagen ondervraagd werden over hun “politieke opvattingen en de gevechtservaring van hun eenheid tot nu toe”, zeiden enkele officieren, die volgens de aanvoerder tot de Amerikaanse CIA behoorden, tegen de rebellen dat ze werden overgeplaatst naar een trainingskamp in Qatar. In dit aan de Perzische golf gelegen kleine emiraat bevinden zich meerdere Amerikaanse steunpunten.

In hoeverre opleidingen zoals deze effect zullen hebben op het resultaat van de burgeroorlog in Syrië, blijft een open vraag. De rebellen zelf zeiden tegenover de journalist dat ze dringend luchtdoelraketten nodig hadden om iets tegenover de superioriteit in de lucht van de strijdkrachten van Assad te kunnen zetten. “toen ik hoorde dar er geen training werd gegeven in het afvuren van luchtdoelraketten, daalde mijn gevechtsmoraal”, vertelde een strijder aan Ali.

In mei werd al bericht dat de VS zogenaamde gematigde oppositionele krachten in het kader van een “pilotproject”, met als doel de tegen Assad vechtende rebellen sterker te maken, antitankwapens ter beschikking stelden. Volgens Amerikaanse regeringsvertegenwoordigers is dit initiatief een test om erachter te komen in hoeverre de VS de rebellengroepen van wapens kunnen voorzien “zonder dat deze wapens in de verkeerde handen” – bijvoorbeeld radicaalislamitische extremisten zoals het aan Al Qaida gelieerde Al-Nusra-Front en andere groeperingen – vallen.

De burgeroorlog in Syrië begon in 2010, toen vreedzame protesten tegen Assad omsloegen in geweld. Als gevolg van het conflict zijn er tot nu toe meer dan 150.000 mensen gestorven. Miljoenen anderen werden verdreven en vluchtten deels naar het buitenland. Vorig jaar boekte de internationale gemeenschap duidelijk vooruitgang, toen de VS en Rusland het erover eens werden dat Syrië zijn arsenaal chemische wapens moest vernietigen, nadat het daarvoor op 21 augustus 2013 tot een gifgasaanval in Damascus was gekomen.

De werkgroep van de Organisatie voor het Verbod op Chemische Wapens (OPCW) van de Verenigde Naties, die de vernietiging van de Syrische chemische wapens controleert, bevestigde begin deze maand dat 92% van de chemische wapens uit het door oorlog zwaar geteisterde land zijn gehaald.

Bron:
http://info.kopp-verlag.de

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)