Groot-Brittannië: Discriminatie van christelijke vluchtelingen

(Door: Judith Bergman – Vertaling: E.J. Bron)

De Britse regering schijnt onlangs besloten te hebben dat zij graag de indruk wil wekken zich te bekommeren om vervolgde christenen. Premier Theresa May zei op 18 juli in het parlement:

“Als regering staan wij aan de kant van de vervolgde christenen in de hele wereld en zullen hen blijven ondersteunen. Het is moeilijk om te begrijpen dat er tegenwoordig nog mensen vanwege hun christendom aangevallen en vermoord worden, maar we moeten onze vastberadenheid versterken om voor de vrijheid van de mensen van alle religies en geloofsrichtingen op te komen en dat zij hun geloof in vrede en veiligheid kunnen leven.”

De Britse regering heeft onlangs zelfs haar eerste speciale gevolmachtigde voor religie- en geloofsvrijheid benoemd, en wel Lord Tariq Ahmad van Wimbledon, een voormalig minister. Volgens de regering zal de rol “de krachtige houding van Groot-Brittannië tegenover religieuze tolerantie in het buitenland stimuleren en er aan bijdragen religieuze discriminatie in landen te bestrijden, waarin minderhedengroepen met vervolging geconfronteerd worden.”

Premier May zei zich erop te verheugen Lord Ahmad in deze nieuwe rol te ondersteunen, omdat hij zou samenwerken met geloofsgroepen en regeringen in de hele wereld om het begrip voor religieuze vervolging en voor hetgeen wij zouden kunnen doen om haar uit de weg te ruimen, te doen toenemen.

Wellicht zou Groot-Brittannië niet zo snel anderen moeten beleren wanneer het thuis er niet veel aan schijnt te doen om Syrische christenen te helpen die sinds het begin van de burgeroorlog in Syrië zeven jaar geleden tot de meest vervolgden van hun geloof behoren:

Volgens informatie van de Barnabas-stichting adviseerde het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken aan de Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen van de VN (UNHCR) de vestiging van 1358 Syrische vluchtelingen in Groot-Brittannië in het eerste kwartaal van 2018, waaronder zich slechts vier christenen bevonden (Jezidi´s worden niet aanbevolen). Het ministerie van Binnenlandse Zaken ging akkoord met de overplaatsing van 112 van deze vluchtelingen, die allemaal moslims waren, en weigerde de christenen op te nemen.

Deze beslissing werd genomen, hoewel ongeveer 10% van de Syrische bevolking voor 2011 christen was – een percentage dat volgens berichten is afgenomen tot 5%. Er leefden naar schatting ook 70.000 Jezidi´s in Syrië. Jezidi´s behoren, samen met christenen, tot de door ISIS meest vervolgde groepen in Syrië en Irak. In het jaar 2017 adviseerde de UNHCR volgens informatie van de Barnabas-stichting om 7060 Syrische vluchtelingen in Groot-Brittannië te vestigen, onder wie zich slechts 25 christenen en 7 Jezidi´s bevonden. Het Britse ministerie van Binnenlandse Zaken nam uiteindelijk 4.850 Syrische vluchtelingen op – van wie er maar 11 christen waren.

Terwijl Groot-Brittannië de voorkeur lijkt te geven aan islamitische vluchtelingen boven christelijke, ligt de schuld niet alleen bij Groot-Brittannië. Lord David Alton van Liverpool, een afgevaardigde in het Hogerhuis, schreef in een brief aan minister van Binnenlandse Zaken Sajid Javid:

“Onder de religieuze minderheden van Syrië is de mening wijdverbreid dat de UNHCR vooringenomen is tegenover hen. Groot-Brittannië is wettelijk verplicht om ervoor te zorgen dat het noch voor directe noch voor indirecte discriminatie door de VN de ogen sluit.”

“Het is algemeen erkend dat christenen, die ongeveer 10% van de vooroorlogse Syrische bevolking uitmaakten, door Jihad-rebellen doelbewust werden aangevallen en nog steeds in gevaar zijn.”

“… Zoals de statistieken van de afgelopen jaren meer dan duidelijk aantonen, is dit geen statistische fout. Het laat een patroon van discriminatie zien, waartegen de regering verplicht is concrete stappen te ondernemen.”

Er schijnt wel degelijk een “patroon van discriminatie” te bestaan, dat sinds minstens 2015 voortduurt. Volgens informatie van de Barnabas-stichting adviseerde de UNHCR in het jaar 2016 7.499 vluchtelingen naar Groot-Brittannië, van wie slechts 27 christenen waren en 13 Jezidi´s. In het jaar 2015 waren van de 2637 aanbevolen vluchtelingen 43 christenen en 13 Jezidi´s.

In december 2016 verzocht Nina Shea, directrice van het Centrum voor Religievrijheid van het Hudson-instituut, de toenmalige VN-Hoge Commissaris voor de Vluchtelingen, António Guterres, het onevenredig geringe aantal Syrische christenen te verklaren dat door de VN naar het buitenland werd overgebracht. “De heer Guterres zei dat de christenen van Syrië over het algemeen niet zouden moeten worden overgeplaatst, omdat zij deel van het ´DNA van het Midden-Oosten´ zijn”, schrijft Shea.

Guterres´ verklaring was een onverbloemde bekentenis van de duidelijke minachting van het christelijke leven door de VN, niet in de laatste plaats om dat slechts 9 maanden daarvoor, in maart 2016, de Amerikaanse minister van Buitenlandse Zaken, John Kerry, had gezegd: “ISIS is verantwoordelijk voor volkerenmoord op groepen in gebieden onder zijn controle, waaronder Jezidi´s, christenen en sjiitische moslims.” De VN zelf verklaarde in september 2005:

“Op de VN-wereldtop hebben alle lidstaten formeel de verantwoordelijkheid van iedere staat voor de bescherming van zijn bevolking tegen volkerenmoord, oorlogsmisdaden, etnische zuiveringen  en misdaden tegen de menselijkheid overgenomen… De staats- en regeringschefs waren het er eveneens over eens dat wanneer een staat deze verantwoordelijkheid niet nakomt, dan alle staten (de “internationale gemeenschap”) ervoor verantwoordelijk zijn mensen te beschermen die door zulke misdaden bedreigd worden.”

De duidelijke discriminatie van christenen door Groot-Brittannië en de UNHCR is des te verontrustender met het oog op onderzoeken die het christendom als het meest vervolgde geloof ter wereld identificeren. Volgens een onderzoek van de universiteit Notre Dame´s Center for Ethics and Culture, het Religious Freedom Institute en het Religious Freedom Research Project van de universiteit Georgetown zijn christenen “de meest in het vizier genomen religiegemeenschap, die wereldwijd onder verschrikkelijke vervolging lijdt”. In juni kwam het negende jaarlijkse bericht van het Pew Research Center over globale religieuze beperkingen ook tot de conclusie dat het christendom nog steeds het meest vervolgde geloof ter wereld is, waarbij christenen in meer landen lastiggevallen worden (144) dan welke andere groep dan ook.

Gezien deze feiten lijkt het erop, zoals Lord Alton in zijn brief vaststelt, dat Groot-Brittannië inderdaad al meerdere jaren “de ogen voor de nood van de christelijke (en Jezidische) vluchtelingen sluit”. Welnu, omdat May heeft aangekondigd dat haar regering aan de kant van vervolgde christenen in de hele wereld staat, blijft de vraag bestaan: Welke concrete initiatieven, afgezien van lege woorden, wil de Britse regering nemen om de al ontstane schade te herstellen en nog meer schade te voorkomen?

Bron:
https://de.gatestoneinstitute.org
Vertaling: Daniel Heiniger

Bron oorspronkelijk artikel:
www.gatestoneinstitute.org
Door: Judith Bergman

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)