LONGREAD: “Vrucht van de boom” (deel 5)

Screenshot_16

(Door: “Henk der Niederländer”)

Lees hier deel 1 t/m 4 van “Vrucht van de boom”

Dat het niet altijd even goed ging met de Jihad lieten de Nubiërs zien op het moment dat de moslims hadden besloten om de Jihad uit te breiden over heel het Afrikaanse continent. De Nubiërs, in die tijd bekend als een strijdvaardig volk, wisten na verloop van tijd de veroveringen en plunderingen te stoppen, wat tot gevolg had dat de islamitische expansie richting het zuidelijke deel van Afrika voor 500 jaar stil kwam te liggen. 

Nubië ca. 642 tot nu  

Nadat de Byzantijnen in Egypte waren overwonnen, hebben de islamitische legers geprobeerd om dieper door te dringen in Oost-Afrika in wat toen bekend was als Nubië. Op het moment van de islamitische invasie in 642 strekte het oude Koninkrijk Nubië zich uit van het zuiden van Egypte, van Aswan naar Abessinië en van de Rode Zee naar de Libische woestijn. De hoofdstad van het Koninkrijk was Dumqula, diep in de bossen van de Boven Nijl. De Nubiërs waren christenen met veel voorchristelijke heidense invloeden en ze werden geregeerd door koningen die ijverig waakten over de onafhankelijkheid ten opzichte van hun Byzantijnse geloofsgenoten. De Nubiërs waren kundige boogschutters, waarvan de islamitische historicus Balazuri vertelt dat ze de moslims konden raken waar ze maar wilden. Ze gebruikten guerrillatactieken en het islamitische leger raakte volkomen uitgeput en werd gedwongen zich terug te trekken uit Nubië. Dit zorgde ervoor dat Zuid-Soedan en Ethiopië tot op de huidige dag christelijk bleven.

De eerste aanval

In de zomer van 642 had de moslimgeneraal Amr ibn-Al-Aas, die het bevel voerde over een legereenheid in de buurt van de Nubische grens, besloten een strooptocht te houden in Nubië. Amr-Ibn-Al-Aas stuurde een expeditie naar Nubië onder het bevel van zijn neef Oeqba-Ibn-Nafe. Egyptische vluchtelingen hadden de Nubische koning gewaarschuwd voor de meedogenloosheid van de Arabieren. Dus toen de indringers vanuit Egypte aankwamen, waren de Nubiërs klaar om ze te ontvangen. De Arabische veroveraars van Egypte kwamen al snel in conflict met de Nubiërs. Deze invallen waren voldoende om de Nubiërs te doen beseffen dat zij in open oorlogvoering zouden worden afgeslacht en ze besloten de moslims met guerrillatactiek tegemoet te treden. Na het vallen van de avond verborgen de Nubiërs zich in bomen en struikgewas in dit dorre land en lagen op de loer om de moslims met hun in gif gedoopte pijlen en speren te bestoken. In een dergelijk type oorlogvoering blonken ze uit. De expeditie werd door Amr ibn-Al-Aas voor eigen rekening uitgevoerd, zonder medeweten of goedkeuring van Kalief Omar. In die dagen gingen veel moslimcommandanten over tot strooptochten in niet-islamitische landen om persoonlijke roem en glorie te verwerven. Op eigen gelegenheid liet Amr ibn-Al-Aas zijn neef Oeqba-Ibn-Nafe Nubië aanvallen, omdat hij dacht dat de overwinning op de Nubiërs gemakkelijk zou zijn. Hij wilde het de Kalief pas vertellen als hij het land had veroverd en hij wilde dan voor zichzelf het gouverneurschap opeisen. De Nubiërs volgde de tactiek van de verschroeide aarde. De putten werden dichtgegooid en er was geen bevolking om ten prooi te vallen aan de oprukkende moslims. Oeqba besefte dat Nubië een arm land was en dat er niets was dat waard was om voor te vechten. De Nubiers waren de eersten die de moslims sinds 622 een nederlaag toebrachten.

De tweede aanval

In 652 werden de Arabische aanvallen hervat en drongen ze door tot het Oude Dongola, waar de belangrijkste kerk werd verwoest met stenen uit de katapulten. De Nubische koning Kalidurut riep op tot vrede. Ondanks deze overwinning konden de Arabieren door het felle verzet van de bewoners het relatief arme Nubië niet lang houden. Het gevolg van het Nubische verzet was dat de Nubiërs hun christelijke erfgoed in grote delen van Nubië, Zuid-Soedan en Ethiopië konden handhaven. Kalief Uthman bepaalde in een verdrag in 652 met Nubië dat er elk jaar 360 slaven voor de Kalief moesten worden geleverd en 40 voor de Egyptische gouverneur; dit ging door tot 1276. Soortgelijke verdragen werden tijdens de Omayyaden en Abbasiden gesloten met steden in Transoxiana, Sjistan, Armenië en Fezzan (Noordwest-Afrika), die jaarlijks een vastgesteld aantal slaven moesten leveren. Een andere factor die de Arabische verovering van Nubië en Soedan vertraagde, was dat ergens tussen 650 en 710 de twee Nubische koninkrijken Nobatia en Makuria werden samengevoegd tot één machtig koninkrijk. Deze eenmaking van de twee Nubische koninkrijken was van belang voor Nubië, omdat het een sterkere weerstand tegen Arabische invallen opleverde. Het verenigde koninkrijk onder koning Cyriacus was krachtig genoeg om in 745 Egypte binnen te vallen om de patriarch van Alexandrië te bevrijden, die was gevangen genomen. Vanaf 822 tot 836 was er voortdurend oorlog met Egypte, totdat in dat laatste jaar George, zoon van koning Zakaria, als ambassadeur werd uitgezonden naar de Kalief in Bagdad.

Het goud van Nubië 

Tijdens de negende eeuw waren er weer veel Arabische infiltraties in het gebied ten oosten van de Nijl. Het belangrijkste doel was het verkrijgen van het goud van de Rode Zee en in 831 werd een verdrag gesloten, waarbij de Beja stam schatting moest betalen. Dit verdrag duurde niet lang en in 856 werd na een Beja nederlaag een nieuw verdrag gesloten. Dit bevestigde de bepalingen van het eerdere verdrag en voegde er  eentje aan toe, waarbij de Beja zich niet mochten bemoeien met de islamitische goudmijnwerkers. Tegen het midden van de tiende eeuw waren de vijandelijkheden met Egypte weer losgebarsten. De Nubiërs vielen het Arabische Egypte aan en profiterend van de wanorde daar bereikten ze in het jaar 962 de stad Achmim en controleerden tijdelijk Opper-Egypte tot ten noorden van Edfu. Deze bezetting van Opper-Egypte duurde nog tot na de verovering door de Fatimiden in 969, maar de betrekkingen tussen Egypte en Nubië waren goed en de koning van Nubië werd beschouwd als beschermer van de patriarch van Alexandrië.

Het verdere verloop

De periode tussen het einde van de tiende en het begin elfde eeuw markeert het hoogtepunt van Nubische macht, maar vanaf dat moment is de geschiedenis er een van toenemende Arabische druk en neergang en de controle over Opper-Egypte ging verloren. Met het einde van het Fatimiden-bewind in 1171 brak er weer oorlog met Egypte uit. De Nubiërs namen het initiatief en vielen Egypte binnen. Na het innemen van Aswan rukten de Nubiërs op in Opper-Egypte. Saladin (Salah ed Din), de nieuwe heerser van Egypte, zette zijn leger tegen de Nubiërs in onder het bevel van zijn broer Shams-ed-Din Shah Turan en hij versloeg hen en dreef ze terug naar lbrim, dat werd veroverd en waar de belangrijkste Nubische kerk werd veranderd in een moskee. Na deze gebeurtenis is er honderd jaar van stilte, totdat in 1272 de Nubiërs onder een koning David de Arabische stad Aidhab aan de Rode Zeekust aanvielen. Dit was het laatste agressieve optreden van de nu erg verzwakte christelijke Nubische staat en zijn geschiedenis vanaf dan is een verhaal van dynastieke intriges. De laatste christelijke koning van Dongola was Kudanbes, die in het jaar 1323 werd verslagen door Kanz-ed-Dawla. Het christelijke koninkrijk kwam tot een eind en het land werd opengesteld voor de Arabieren en snel geïslamiseerd. Maar vanwege de vroege Nubische overwinningen zijn Ethiopië en de zuidelijke delen van Soedan tot vandaag toe overwegend christelijk gebleven. Latere islamitische aanvallen vanuit Hijaz, Saoedi-Arabië, op de kustgebieden van Nubië en Oost-Afrika hebben geleid tot de gewelddadige bekering tot de islam van de bevolking van Somalië, Noord-Soedan en Eritrea.

Het zijn deze bekeerlingen die de oorzaak zijn van de terugkerende gevechten in Zuid-Soedan en langs de Ethiopisch-Eritrese grens tussen moslims en christenen. Hun strijd gaat vandaag de dag nog steeds door met de conflicten tussen het gearabiseerde Noord-Soedan, de christelijke Dinka stam in Zuid-Soedan en de donker gekleurde stammen in Darfur, die moslims zijn, maar niet zijn gearabiseerd. Dit geweld steekt nu weer over naar Jemen. De bevolking van Westelijke Nubië heeft zich ook altijd tegen de islam verzet en ze werden pas laat in de 17e eeuw door de Mamelukken tot de islam bekeerd. Deze mensen zijn vanwege hun late bekering niet gearabiseerd en zij bewonen wat tegenwoordig Darfur heet en zijn onderworpen aan aanvallen van de Janjaweed, de gearabiseerde moslims van Noord-Soedan, die daar al meer dan 300.000 slachtoffers hebben gemaakt. De oorzaak van de crisis in Darfur is de islamitische invasie van Soedan, die nog steeds voortduurt.

Vanaf hier wordt de verovering voortgezet in de richting van Libië en Tunesië.

Libië en Tunesië 642 tot 643

De Pentapolis van Cyrenaica in 642

Na het mislukken van de campagne in het zuiden van Nubië leidde Amr zijn troepen in september 642 naar het westen. Na een maand bereikten de islamitische troepen de Pentapolis van Cyrenaica in Libië. De Pentapolis waren de vijf steden in Cyrenaica in het oosten van Libië: Cyrene, Barce, Euhesperides (later Berenice, tegenwoordig Benghazi), Teuchira (later Arsinoe, tegenwoordig Tukrah) en Apollonia (Susah). Deze steden werden tussen ongeveer 631 v. Chr. en ongeveer 400 v. Chr. door Griekse emigranten gesticht. De emigranten kwamen van het dichtbevolkte eiland Thera, nadat het orakel van Delphi hen had opgedragen in Afrika een nieuw thuis te zoeken. Amr stelde voor dat de burgers in plaats van jizya te betalen ze hun kinderen zouden laten bekeren tot de islam. Ze zouden dan worden ingelijfd in het islamitische leger, want na de reeks oorlogen die ze hadden gevoerd raakte het islamitische leger steeds meer uitgeput en was er behoefte aan vers bloed. Door de uitzichtloze situatie stuurden veel arme burgers van de Pentapolis hun kinderen dus naar het islamitische leger. Op deze manier konden ze ontkomen aan de jizya en hun kinderen konden buit binnen brengen door andere steden te plunderen. Deze gedwongen inlijving van niet-islamitische jongeren in het islamitische leger was een voorloper van de Janitsaren die de Ottomaanse Turken gebruikten tegen de christenen van Servië, Kroatië en Bosnië.

Bedrog en chantage bij de verovering van Tripoli in 643

Daarna werd Oeqba bin Nafe aan het hoofd van een strijdgroep gesteld om een veldtocht naar het westen uit te voeren. Ze kwamen in het voorjaar van 643 bij de ommuurde stad Tripoli. Het Byzantijnse garnizoen weigerde zich over te geven en de moslims belegerden daarom de stad. De stad had echter vrije toegang tot de zee en de doorgang naar de zee kon niet kon worden geblokkeerd. De belegering sleepte zich twee maanden voort en daarom besloten de moslims gebruik te maken een list. Ze opende de onderhandelingen met de christenen en boden een wapenstilstand aan in de week van Goede vrijdag en Pasen. De moslims stonden de christelijke bewoners een bezoek toe aan de Maria-kathedraal die buiten de muren van de stad op een heuvel stond. Ze werden begeleid door een klein contingent Byzantijnse troepen. Gebruik makend van deze minimale en zwakke beveiligingsregeling braken de moslims hun woord, zoals ze oorspronkelijk van plan waren geweest, en namen een aantal van de pelgrims als gijzelaars. Tot hun teleurstelling was geen van de gijzelaars echter van hoge afkomst. De moslims ontdekten echter dat onder de gijzelaars twee dochters van een gardelid waren. Ze beloofden duizend dinar aan elk van hen als zij hen een toegang tot de stad konden wijzen. De twee meisjes veinsden onwetendheid van een dergelijk pad en weigerde de medewerking.

De belegering van de stad werd weer hervat. Elke dag bonden de moslims de twee meisjes vast aan palen buiten hun kamp in het zicht van de wallen van Tripoli en na een paar dagen verlaagden de moslims bewust hun waakzaamheid en lieten de twee meisjes in een schijnbaar onbewaakte tent slapen. Enkele dagen later deden ze een voorspelbare poging om te ontsnappen. De Arabieren zagen ze een kanaal in glippen dat onder de grond ging en volgde de meisjes die niet hebben beseft dat ze het geheime pad naar de versterkte stad hadden verraden! Toen de moslims deze doorgang ontdekten, lieten ze versterkingen komen en braken er door de stad in onder de kreet “Allah-u-Akbar”. Ze waren niet meer te houden nu ze in de stad waren en de moordpartijen en plunderingen gingen de gehele volgende dag door tot Amr opriep om een ordelijke plundering te organiseren. De overlevenden van het Byzantijnse garnizoen vluchtten naar de schepen en voeren weg. De burgers gaven zich over en de meesten van hen aanvaardden de islam en vanaf dat moment werd Tripoli, dat tot dan toe christelijk was geweest, een islamitische stad en bleef dat tot vandaag. Nadat Amr Tripoli veroverde, dwong hij de joodse en christelijke Berbers om als onderdeel van de jizya hun vrouwen en kinderen als slaven af te staan. Vanuit Tripoli stuurde Amr een strijdgroep naar Sabrata op 65 kilometer van Tripoli. Er werd zwakke weerstand geboden, waarna de stad werd overgegeven. Opvallend hierbij is dat de moslims eisten dat er kinderen geleverd moesten worden om hen om te vormen tot Janitsaren, een later zeer gevreesde elitekorps. Tot zo ver de veroveringen van grote delen van Afrika.

Het volgende deel zal de strijd tegen de Berbers en de verdere islamisering van Noord-Afrika behandelen.

Door:
“Henk der Niederländer”
(voor www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "Religie van de vrede", Afrika, Allah, Barbarisme, Historie, Islam, Islamisering, islamitische ideologie, islamofascisme, Jihad, Mohammed, Moslims, Rotzakken, Terrorisme. Bookmark de permalink .

6 reacties op LONGREAD: “Vrucht van de boom” (deel 5)

  1. Kuu zegt:

    @Henk der Niederlander
    Denkt u dat het fenomeen “geopenbaarde kennis” op zich bestaat (afgezien even of Mohammed werkelijk kennis kreeg geopenbaard)?

    Like

    • Henk der Niederlánder zegt:

      Nee zeer zeker niet @ Kuu.
      Zoals Ik in deel 1 al aangeef heeft hij die openbaringen tijdens zijn aanvallen gekregen staat Ook in het boek trouwens maar mijn uitleg lijkt me zeer zeker plausibel.
      Hij kreeg deze zogenaamde openbaringen als hij weer eens last had van een epileptische aanval en Ik weet niet of je bekend bent met dat fenomeen, maar Ik wel.
      Zoon van mijn broer heeft er ook jarenlang last van gehad en tegenwoordig kunnen die met medicijnen onderdrukt worden.
      Wat Ik weet van deze zoon is in ieder geval het feit dat hij zich soms helemaal niks kan herinneren en op andere keren dat hij ook last had van iets als visioenen.
      Als de moderne wetenschap niet zo’n angst had voor de Islam zouden die dingen besproken kunnen worden maar ja Kuu je weet het Islam nietwaar bek houden en door gaan.

      Geliked door 1 persoon

      • Kuu zegt:

        Dank voor uw antwoord.
        Dat je onder invloed van, bijvoorbeeld, epilepsie, “visioenen” kunt hebben, of denkt te hebben, is me duidelijk. Visioenen en hallucinaties kunnen ook verward worden. Maar m.i. wil dat niet zeggen dat geopenbaarde kennis niet bestaat. Onderscheid maken is belangrijk. En er is een hoop onzin, en onzinnige taal op dit gebied.
        Had Mozes een ervaring met geopenbaarde kennis, en o.a. de profeten uit het Oude Testament? Ik denk van wel. Hoe het Mohammed zat, weet ik niet.
        Tot slot: ik respecteer uw opvatting, uiteraard, zoals het hoort. Nogmaals dank.

        Like

  2. scherpschutter1943 zegt:

    Dankzij de instroom van asielanten uit de moslimwereld zal in de toekomst de klimaatdiscussie volledig overbodig zijnn. Dankzij de landverraders in den haag en de europese unie zullen onze achterkleinkideren moslims zijn die niets anders hoeven te doen dan hun bek houden en op hun knieën bidden in de moskee. Als dat zover is, (sneller dan we nu denken) zullen we eerst aan het vreten denken en de rest komt later. Er zullen volksopstanden uit breken die door de nederlandse “erdogans”, met harde hand zullen worden neergeslagen. Zo kan ik nog wel even doorgaan.
    Dit is mijn toekomstvisie op het nederland van morgen.

    Geliked door 1 persoon

    • Henk der Niederlánder zegt:

      Dat is inderdaad een van de mogelijkheden @ Scherpschutter.
      Maar Ik denk toch niet dat dat het scenario gaat worden.
      Je gaat ervan uit dat de mensen (en niet alleen die van Nederland) zich zo eenvoudig af laten slachten, maar de menselijke natuur is gericht op overleven en dus zou de uitkomst wel eens heel anders kunnen zijn.

      Like

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s