Net als in de DDR: Autoriteiten leggen oppositionelen uitreisverboden op

(Vertaling: E.J. Bron)

Onder SPD-minister van Binnenlandse Zaken Nancy Faeser hoeft de Bondsrepubliek weldra geen vergelijking meer met de DDR te schuwen. Ook dient in het vervolg meer op (uit)reisverboden te worden gerekend – tenminste voor onwelgevallige oppositionelen.

Een dezer dagen kreeg een serie Duitse burgers een voorproefje, die aan een vechtsportevenement (de “European Fight Night”) in Boedapest wilden deelnemen. De autoriteiten komen met zwaar geschut: enerzijds beperkten stedelijke autoriteiten voor de duur van het evenement, de 6e en 7e mei, de geldigheid van de identiteitsbewijzen of paspoorten van de betrokkenen. Anderzijds legden de politieautoriteiten van de deelstaat meldvoorschriften op, en ten derde verboden agenten van de federale politie aan de grensovergangen de uitreis respectievelijk gaven daar ook nog meldvoorschriften af.

Zoals de advocaat Dr. Björn Clemens uit Düsseldorf meedeelt, beriepen de autoriteiten zich erop dat de betrokkenen door hun deelname aan de sportmanifestatie van het rechtse spectrum zogenaamd het “aanzien van de Bondsrepubliek Duitsland” zouden kunnen schaden. De paspoortwet staat in speciale uitzonderingsgevallen zo´n handelwijze toe.

Daartegen werden voor talrijke Duitse administratieve rechtbanken korte gedingen aangespannen – en overwegend gewonnen. In het geval van de door de stad Dortmund uitgesproken beschikkingen gingen de juridische ruzies tot aan de administratieve rechtbank in tweede instantie van de deelstaat Nordrhein-Westfalen in Münster toe, die, net zoals de vorige instantie, de administratieve rechtbank Gelsenkirchen, van mening was dat er geen sprake zou zijn van een bedreigende situatie die een uitreisverbod zou kunnen rechtvaardigen.

Reden was ook dat het gastland Hongarije geen bedenkingen tegen het evenement had geuit. De uitreis mag dus niet belemmerd worden, wat vanuit het oogpunt van het principe van algemene gelijkheid uit artikel 3 van de Grondwet ook voor diegenen geldt, die zelf geen aanklacht hadden ingediend tegen de beschikkingen van de autoriteiten.

Advocaat Clemens, die maatgevend betrokken was bij de juridische strijd en betrokkenen vertegenwoordigde, kon een opmerking niet onderdrukken: “De vraag of het het aanzien van de republiek mogelijkerwijs eerder geschaad zou kunnen worden wanneer vooraanstaande politici in constante regelmaat taalfouten in hun – ook internationaal waargenomen – statements inbouwen, speelde voor de beslissingen geen rol.”

Bron:
zuerst.de

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)