Duitsland als “buitsamenleving”: Koerdisch-Libanese familieclans en de hulpeloosheid van de rechtsstaat

Screenshot_10

Terwijl de Duitse regering en de oppositie in het parlement nog steeds als onmisbare verrijking voor Duitsland voorstellen, neemt de intensiteit van de conflicten tussen enkele immigrantengroepen en de Duitse samenleving voortdurend toe.

Een voorbeeld daarvan zijn de door veel leden van grote Koerdisch-Libanese families geproduceerde sociale problemen in steden zoals Berlijn, Bremen en Essen, die volgens justitie en autoriteiten buiten controle geraakt zouden zijn. Staat en samenleving zouden hulpeloos staan tegenover de daarmee samenhangende fenomenen als geweld en criminaliteit.

In de vraag van de Libanese clans stuiten hiërarchisch georganiseerde groepen met een uitgesproken etnisch zelfbewustzijn en een sterke familieband, die steunen op een groot aantal tot geweld bereide jonger mannen, op een uit kleine families bestaande moderne samenleving met liberale instituten, die zich tegen deze uitdaging nauwelijks staande kunnen houden.

Een medewerker van het Landes Kriminal Amt (LKA) Berlin had in 2002 al uitvoerig op de problematiek gewezen. De Berlijnse jeugdrechter Kirsten Heisig (†) beschuldigde de Libanezenclans van “ongebreidelde benadeling van de samenleving”, terwijl de Berlijnse hoofdofficier van justitie Roman Reusch in verband met hen voor “burgeroorlogachtige toestanden” in de stad. Een anonieme rechercheur merkte op dat deze groep de Duitsers als “buitsamenleving, als geboren slachtoffers en verliezers” zou beschouwen en de socioloog Ralph Ghadban ziet in hun gedrag een “bedreiging voor de sociale vrede”. Een vertrouwelijk rapport van de conferentie van Ministers van Binnenlandse Zaken van de Duitse deelstaten stelde enkele jaren geleden al vast dat alle integratiepogingen bij deze groep mislukt zouden zijn en dat de uitschakeling van criminele structuren met een dienovereenkomstige etnische achtergrond in het gunstigste geval “nog slechts op deelgebieden” mogelijk zou zijn. De voorzitter van de politievakbond van de deelstaat Berlijn, Eberhard Schönberg, sprak desbetreffend van een “volledig verdwenen autoriteit van de staat”.

Screenshot_7

De politie staat vaak tegenover agressieve groepen mannen, die binnen de grote families, waarin 10 kinderen per vrouw geen zeldzaamheid zijn, in grote aantallen ter beschikking staanen op grond van een werkloosheidspercentage van ongeveer 90% en de cultureel bepaalde neiging van mannen van deze groep om buiten op straat te zijn snel gemobiliseerd kunnen worden. De politie moet zich steeds vaker terugtrekken en kan zelfs verkeerscontroles tegen leden van deze families deels slechts alleen met versterking uitvoeren.

Volgens de integratiegevolmachtigde van Berlin-Neukölln zouden de mannelijke leden van de Libanezenclans over het algemeen opvallen door een bijzondere agressiviteit. De kinderen uit deze families zouden er steeds meer achter komen dat Duitsers niet in staat zouden zijn om grenzen aan hen te stellen. Alleen al het noemen van hun familienaam zou volstaan om geld en andere dingen af te persen. Een standje op school of kritiek van een buurman zou al als aanval op de collectieve eer van de gemeenschap gelden, waarop men bereid zou zijn met geweld te reageren. Individuele leden van een grote familie kunnen daarbij rekenen op de steun van talrijke mannelijke familieleden. Nadat bijvoorbeeld de Duitser Sven N. in maart 2012 in Berlin-Neukölln uit zelfverdediging een Libanees dodelijk had verwond, moest N. het stadsdeel na bedreigingen door Libanezen verlaten. De gedode aanvaller echter werd, behalve door zijn familie, door veel Arabieren en Turken in Berlijn als martelaar beschouwd en begraven in het bijzijn van meerdere duizenden moslims (video).

In hun vestigingsbolwerken Berlijn en Bremen treden leden van de grote families bovendien als sterk gecriminaliseerde groep in verschijning. Van de ongeveer 2600 Libanezen in Bremen zouden volgens de recherche van de deelstaat Bremen meer dan 1000 als verdachten geregistreerd staan, meest mannen. Statistisch gezien betekent dit dat bijna iedere mannelijke Libanees in Bremen al een keer in aanraking kwam met de politie. In Berlijn is de criminaliteit van Libanese jongeren bij zware diefstal ongeveer 16 maal hoger dan bij Duitsers. Het algemene arrestatiecijfer is 14 maal hoger dan bij de gemiddelde mannelijke bevolking van dezelfde leeftijd. Ook onder veelplegers zijn Libanezen sterk oververtegenwoordigd. De voormalige hoofdofficier van justitie van Berlijn Roman Reusch sprak van “consequente opvoeding tot professionele criminaliteitsuitoefening”in enkele Libanese clans. Uit politiekringen werd ongeveer hetzelfde gemeld. Mannelijke familieleden zouden vaak al op basisschoolleeftijd beginnen met het plegen van delicten. Gevangenisstraffen zouden in hun milieu deels worden beschouwd als beginnerritueel.

Screenshot_8

Veel leden van de Libanezenclans bezitten een sterke Duitservijandigheid, die volgens een bericht van de Süddeutsche Zeitung “alles verachten wat niet tot hun cultuurkring behoort – in de eerste plaats Duitsers”. Een intern rapport van de Berlijnse politie beschreef de sitautie van de Duitsers in gebieden met een sterke Libanese aanwezigheid volgens een mediabericht als volgt:

Voor Duitse jongeren in wijken, die worden beheerst door etnische bendes, is de situatie volgens deskundigen van de recherche al dramatisch geworden. Hun terugtrekking in het defensief zou als zwakte worden gevoeld en zou daarmee eerverlies betekenen – en gevaar: het aantal Duitse jongeren dat alleen maar in elkaar geslagen of beroofd wordt, omdat ze een gemakkelijk slachtoffer vormen, zou in “etnisch gedomineerde probleemwijken aanzienlijk zijn.”

De integratiegevolmachtigde van Berlin-Neukölln bericht van een gebruikelijk geval van intimidatie van een familie door Libanezen:

Onlangs kreeg Arnold Mengelkoch een telefoontje van een echtpaar. Het stel woonde in een huurwoning, waarin ook een van de beruchte Koerdisch-Libanese families woonde. Ze zeiden: “We noemen onze naam niet, we zijn bang. Maar we zijn lastiggevallen door jongens van deze families op de stoep. We wilden er met onze fietsen langs en zij deden hun fietsen niet aan de kant, dus hebben we de fietsen gepakt en opzij getrokken. Toen sprongen de jongens op, hebben ons bespuugd, geschopt, uitgescholden en bedreigd: ´We weten waar jullie wonen!´ – omdat ze in hetzelfde huis wonen.” Ze zijn bang en willen geen aangifte doen, omdat dan de familie wel eens lastig zou kunnen gaan doen. Dat kan toch niet. Het is daar toch geen rechtsvrije ruimte; de families moeten daarmee onmiddellijk ophouden!

Screenshot_12

De districtsburgemeester van Berlin-Neukölln, Heinz Buschkowsky, had in dit verband gewezen op verschillende culturele voorwaarden, die zelfhandhaving aan Duitse kant moeilijk zou maken:

“Het vijandbeeld zijn de gehate Duitsers, zij zijn het doelwit van hun agressie, die niets tehen hun flashmob kunnen uitrichten: via een sms zijn er binnen enkele minuten talrijke mensen, die onmiddellijk een dreigende houding aannemen. Duitsers gelden als gemakkelijke slachtoffers… Wij voeden onze kinderen op tot geweldloosheid. Wij keuren geweld in een ontmoeting af en brengen dat onze kinderen bij. Anderen brengen hun jongens bij om sterk, dapper en strijdlustig te zijn. De uitgangssituatie is gewoon ongelijk.”

Ook medewerkers van autoriteiten zouden in toenemende mate bedreigd en geïntimideerd worden en daarom de confrontatie met de grote families uit de weg gaan. Uit Bremen werden bovendien voorbeelden gemeld dat de politie aangiftes van Duitsers m.b.t. de Libanezenclans niet meer zou natrekken. Rechters en officieren van justitie staan in processen tegen leden van grote Libanesische families wegens bedreigingen onder politiebescherming. De Berlijnse jeugdrechter Kirsten Heisig (†) zei dat ze door een grote familie bedreigd zou zijn nadat ze enkele van haar leden tot gevangenisstraffen had veroordeeld. Korte tijd later pleegde ze onder niet volledig opgehelderde omstandigheden zelfmoord. Volgens de leider van de afdeling georganiseerde criminaliteit bij het Openbaar Ministerie Berlijn zouden grote families op grond van hun bedreigingpotentieel de mogelijkheid hebben om “bewijsmateriaal schijnbaar naar believen te beïnvloeden.” Video-opnames laten onbehoorlijk gedrag van Libanezen tegenover justitiemedewerkers zien (video), die hier niet tegen durven op te treden. Een vrouwelijke rechter liet zich in de rechtszaal 9 minuten lang beledigen, zonder de agressieve verdachte ook maar tegen te spreken. Veel Libanese delinquenten krijgen opvallend milde straffen en genieten, als ze al tot een gevangenisstraf worden veroordeeld, in gevangenissen privileges en kunnen hun illegale activiteiten gewoon vanuit de gevangenis voortzetten, terwijl vrijspraken worden gevierd als overwinningen op de Duitse staat.

Screenshot_18

Waar nog wordt opgetreden tegen criminaliteit van Libanezenclans, strijden politie en justitie een verloren strijd en worden ze door de politiek in de steek gelaten. De voormalige hoofdofficier van justitie van Berlijn Roman Reusch werd bijvoorbeeld op aanwijzing van de Berlijnse senator van justitie overgeplaatst, nadat hij openlijk een meer vastberaden optreden had geëist. In plaats van Libanese bendes te bestrijden, wil de politiek blijkbaar meer van hun leden tot de politie laten toetreden: de Berlijnse senator van integratiezaken riep migrantenjongeren ertoe op om hiervoor reclames te maken in “hun bendes”. Ook een CDU-parlementariër verkeerde demonstratief dicht in de buurt van een prominente persoon uit het milieu van crimineel opvallende grote Libanese families.

Ook vanuit grote delen van de burgersamenleving kan de van alle kanten onder druk staande politie niet meer op ondersteuning rekenen. Migratieactivisten ontkennen de problemen of maken Duitsers voor ze verantwoordelijk en spreken bij aanwijzingen door de politie om de daders te pakken te krijgen van “criminalisering van minderheden” en “institutioneel racisme”, terwijl migrantenverenigingen zich op gelijksoortige wijze uiten en een “denazificatie” van de politie en minder als racistisch beoordeelde onderzoeksdruk tegen verdachten met een migratieachtergrond eisen. Maatschappelijk werkers zien zichzelf sowieso vaak als tegenstanders van de politie. Linksautonomen proberen ondertussen Arabische jongeren als bondgenoten tegen de politie te mobiliseren en de liberale publicist Malte Lehming verklaarde de problemen tot uitdrukking van maatschappelijke vooruitgang en zei over Libanese en andere jeugdbendes:

“Ze zijn jong, moedig, mobiel, hongerig, bereid tot risico en initiatief. Zulke mensen heeft het land nodig.”

Screenshot_15

Solide oplossingsbeginselen zijn niet in zicht en er is een verscherping van de problemen te verwachten, omdat het aantal Libanezen snel toeneemt en de opgroeiende generatie nog slechter geïntegreerd is dan haar ouders. Volgens de politie van Bremen zouden goed geïntegreerde Libanezen in de opvallende grote families “absolute uitzonderingen” zijn. Ook voor uitzettingen is het te laat, omdat de meeste jonge Libanese beschikken over het Duitse staatsburgerschap. Vroeger of later zal de waargenomen ontwikkeling dus een punt bereiken waarop de rechtsstaat of vastberaden moet handelen of zichzelf definitief failliet moet verklaren.

Screenshot_19

Bron:

http://www.sezession.de/35410/deutschland-als-beutegesellschaft-kurdisch-libanesische-grosfamilien-und-die-hilflosigkeit-des-rechtsstaates.html

Auteur: Thomas Schmidt

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron

(www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "goedmenschen", "Integratie", "Nuttige idioten", "Verrijking", Criminaliteit, cultuurrelativisme, Cultuurstrijd, Dhimmitude, Duitsland, Immigratie, Islamisering, Koerden, landverraad, Libanon, Linkse Kerk, Moslims, Multiculti, Naïviteit, nieuw fascisme, political correctness, Racisme, Socialisten. Bookmark de permalink .

2 reacties op Duitsland als “buitsamenleving”: Koerdisch-Libanese familieclans en de hulpeloosheid van de rechtsstaat

  1. Pingback: De zomervakantie: tips om identiteitsfraude te voorkomen - WebwinkelKeur

Plaats een reactie