“Kinderen stikten in kasten” – Jezidische jongen beschrijft ISIS-horror

(Vertaling: E.J. Bron)

De 11-jarige Jezidische jongen Ayman Sharaf Khaji is aan de dood ontsnapt in een ISIS-kinderkamp, waar kleine jongens tot terroristen opgeleid worden, en beschrijft nu in een exclusief interview met “Sputnik News” de kwellingen en folteringen die hij in gevangenschap over heen moest laten komen.

Ayman Sharaf Khaji, zijn familie evenals duizenden andere Jezidi´s uit de stad Sinjar in het noordwesten van Irak, werden op 3 augustus verleden jaar door ISIS-terroristen gevangen genomen, waarbij het niet ging om gebruikelijke gijzelingen: enkele Jezidi´s konden weliswaar vrijgekocht worden, maar de mensen werden meestal als slaven behandeld en de vrouwen werden tot seksuele contacten met terreurmilities gedwongen.

Ayman werd van zijn familie gescheiden en naar een ISIS-opleidingskamp voor jongeren en jongere kinderen gebracht. Na een meerdere maanden durende opleiding werden de jonge rekruten meestal als zelfmoorddaders en kindsoldaten ingezet en de “Tijgerjongen van het Kalifaat” genoemd.

“Het was een leven in voortdurende angst, honger en geweld. ISIS-terroristen leerden me hoe je met een machinegeweer moet schieten. Ze deelden ons mee dat we na de opleiding naar Sinjar zouden gaan om daar Jezidi´s te doden. Ze vertelden ons dat wij Kafirs (“ongelovigen”) zonder religie zijn”, vertelt Ayman.

Op zijn 11^e verjaardag leerde hij hoe je een kalasjnikov uit elkaar haalt en weer in elkaar zet.

In het kamp, dat zich in de stad Tal Afar in het noordwesten van Irak bevond, zouden meer dan 100 kinderen hebben gezeten. Op zekere dag zou Abu Azzam, de man die verantwoordelijk was voor de opleiding in het kamp, Ayman hebben bevolen om uit de koran te lezen.

“Ik heb hem geantwoord dat ik dat nog niet kan. Toen werden ik en nog een andere jongen naar de dikke baas Muhammed gebracht, die ons in een heel kleine kast zonder licht opsloot. Een poos later werden er nog vier andere jongens in de kast naast ons opgesloten. Ze stikten allemaal wegens zuurstofgebrek”, aldus de 11-jarige.

Later werd Ayman uit de kast vrijgelaten. Als hij en de andere jongen niet zouden leren lezen in de koran, “zouden ze hen nog iets ergers aandoen”, dreigden de terroristen.

Na enige tijd zou de jongen naar de beruchte Badusj-gevangenis bij Mosul zijn gebracht, waar hij zijn familie terugvond. Volgens Ayman zaten daar ook kinderen, vrouwen en oude mensen.

“We leefden onder verschrikkelijke, onhygiënische omstandigheden. Er was geen eten. We vroegen de milities om in ieder geval de kleine kinderen melk te brengen, omdat ze constant huilden in de gevangenis”, vertelt Ayman.

Daarna zou hij samen met zijn familie weer naar de omgeving van Tal Afar, naar het dorp Kazl Kiu, zijn gebracht. Daar zouden hij en zijn familie verschillende keren geprobeerd hebben te vluchten. “Maar iedere keer begon een van de kinderen te huilen en keerden we weer terug, uit angst om gepakt te worden.”

Uiteindelijk zou hen het zijn gelukt te vluchten. Samen met 34 andere mensen verstopten ze zich in een tarweveld, waar ze de hele dag bleven zonder water en eten. Na het invallen van de duisternis zouden ze verder zijn getrokken en uiteindelijk zijn terechtgekomen in het gouvernement van de autonome regio Koerdistan Dahoek, waar ze door leden van het Jezidische volksverzet werden opgevangen, die hen kleding en eten gaven.

De jongen en zijn familie bevinden zich op dit moment in het vluchtelingenkamp Sharya in het noorden van Irak. Ayman hoopt dat het hem uiteindelijk toch zal lukken naar Duitsland te komen en daar de vluchtelingenstatus te krijgen.

Bron:
http://de.sputniknews.com

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)