Ruk naar rechts in Portugal; maar de conservatieven staan zichzelf in de weg

(Vertaling: E.J. Bron)

In de mainstream media is het gejammer groot: Portugal zou tot nu toe een van de “laatste bolwerken tegen rechts-extremisme in Europa” geweest zijn, is daar te horen. Maar dat is nu afgelopen. Want bij de vervroegde parlementsverkiezingen gisteren heeft een duidelijke meerderheid van de Portugese kiezers hun kruisje rechts van het midden of in ieder geval bij de conservatieven gezet.

In cijfers: na het tellen van drie vierde deel van de stemmen zondagavond komt de midden-rechts partij Democratische Alliantie (AD) op 31,1%, de tot nu toe regerende Socialisten (PS) op 28,7% en de rechtse Chega op 19,3%. Tot nu toe hadden de Socialisten het land met een absolute meerderheid geregeerd.

Ook in Portugal zijn de conservatieven echter bang voor de eigen moed en putten zich uit in contraproductieve “brandmuur”-verklaringen, net zoals in Duitsland de CDU van Friedrich Merz. Voorafgaande aan de verkiezingen had de AD overeenkomsten met de Chega uitgesloten. Een grote coalitie van PS en AD geldt echte rook als uitgesloten, zodat experts al de volgende nieuwe verkiezingen voorspellen.

Terwijl de AD dus maar matig stemmen kon winnen (2022: 30,7%, nu 31,1%), landden de Liberalen (IL), het Linkse Blok (BE) met ieder ongeveer 3,5% van de stemmen en de Communisten met 2,7% van de stemmen helemaal onderaan.

President Marcelo Rebelo de Sousa had de nieuwe verkiezingen in november uitgeroepen, nadat de socialistische minister-president António Costa vanwege een vermeend corruptieschandaal afgetreden en slechts demissionair in functie gebleven was. In de verkiezingscampagne hadden de onroerend goed crisis, lage lonen, slechte gezondheidszorg en corruptie, die door veel kiezers als typisch voor de grote partijen wordt beschouwd, een rol gespeeld. Ongeveer tien miljoen mensen konden hun stem uitbrengen.

Bron:
zuerst.de

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)