DE LEUGENAAR

(Door: “Driek”)

Op deze schone zomeravond waarin geen stemrumoer weerklinkt doch slechts een verre kinderlach de zoele avondstilte vult, lees ik onder het licht mijner leeslamp over de strapatsen der machtige lieden in Brussel. Het is gewoon huiveringwekkend zoals die geslepen sjoemelaars ons het vel over de oren halen en kaalplukken tot op het gebeente. De maffia  is daarbij vergeleken een liefdadigheidsinstelling. Edoch, let wel beste lezer, voor boevenstreken zijn sukkels nodig, mensen die zich laten beetnemen en zich willens en wetens een oor aan laten naaien. En wij, burgers van Nederland, zijn de sukkels.  Het is ten hemelschreiend dat wij die flessentrekkers, praalhanzen en parvenu’s ongestoord hun rijke feesttafels  laten aanrichten van ons zuur verdiende belastinggeld. Zij zijn de halte der schaamte allang gepasseerd.  

Nu het christendom gaandeweg uit de mode raakt, de synagogen onzer Joodse medeburgers onder bewaking staan der marechaussee en voedselbanken zich als een schimmelziekte uitbreiden, lijken de opperbazen der Brusselse Gomorra zich straffeloos te kunnen uitleven. Zij omringen zich met hun kompanen als in een zedeloze hof-staat.

Maar, let wel, pientere lezer van deze vermaarde site, en ik ga het hier niet in elitaire bewoordingen voor u neerschrijven – dat laat ik over aan onze Nationaal Socialistische Couranten – doch dat vrolijk geld verkwistend volkje in Brussel is gewoon ordinair tuig van de richel. Het verdient niet beter dan in kille donkere gevangeniscellen te worden opgesloten. Gewetenloze uitzuigers zijn het. Ik wil het hier toch even gezegd hebben.

En wat die groen beschimmelde lezers van de Volkskrant daarvan vinden is hun zaak. Wij, lezers van E.J. Bron, weten wel beter. Wij zijn de duizend flonkerende lichten aan een dreigend grauwzwarte hemelkoepel. Wij verzetten ons tegen dat grote machtige Toverrijk in Brussel waar volgevreten bedriegers met dikke halzen het hele jaar door hun geld verkwistende bacchanalen aanrichten.

Ik richt mijn gifpijl op Jean-Claude Juncker (Redange in Luxemburg, 9 december 1954). Deze slijmerige genotzieke natuur zei op 27 december 1999:

“We beslissen iets. We brengen dat dan naar voren en wachten af wat er gebeurt. Als er geen protest is of opstand uitbreekt – want de meesten begrijpen toch niet wat er beslist werd – dan gaan we weer wat verder, stap voor stap, tot er geen terugkeer meer mogelijk is.”

Een ander misdadig creatuur, die Europa koelbloedig in een vernietigingsoorlog stortte en aan den bedelstaf bracht, was Adolf Hitler. In zijn handleiding voor misdadigers, het ‘Mein Kampf’, schreef hij:

“Iedere vorm van propaganda moet populair zijn en haar geestelijk niveau moet afgestemd zijn op het bevattingsvermogen van de achterlijkste onder diegenen, op wie zij zich richt. Daarom moet haar zuiver geestelijk niveau des te lager worden gesteld, naarmate de massa die zij bereiken wil, groter is.”

Twee dingen vraag ik van U,
Onthoud ze mij niet, voordat ik sterf:
Houd valsheid en leugentaal verre van mij.

 Spreuken 30,7

Voor mij ligt het bijna laatste nummer van het Joodsche Weekblad van 23 april 1943. Het had nog slechts enkele nummers te gaan. Er waren toen nog maar weinig Joden overgebleven. De meesten waren al weggevoerd. Eerst naar Westerbork. Vervolgens naar de vernietigingskampen. En ik lees hier dat verschrikkelijke bericht, in dat vergeelde Joodsche Weekblad, dat mij wederom doet huiveren. Want, als het zo doorgaat met die lieden in Brussel, staat ons allen een vreselijk lot te wachten. Die hele Europese Unie doet mij sterk denken aan het Nationaal Socialistische Rijk van Adolf Hitler. Maar misschien overdrijf ik wel. Zoals gewoonlijk.

BELANGRIJK

Er wordt met nadruk op gewezen, dat personen, die naar Westerbork of naar Vught gaan, één deken en hun broodzak zelf moeten mede nemen en steeds bij zich moeten houden met het oog op de mogelijkheid, dat andere bagage hun niet tijdig bereikt. Daarom wordt ten zeerste aanbevolen, één van de twee dekens niet aan de rugzak te bevestigen, zoals tot dusverre het geval was.

Ja, lezer, dit soort gruwelijke gedachten kwellen mij deerlijk wanneer ik aanschouw het verloederd gelaat van Jean-Claude Juncker. Ik denk dan onwillekeurig aan een gouwleider der Nationaal Socialistische beweging ten tijde van Adolf Hitler. De koude rillingen lopen mij bijkans over de rug.

Ik wens u allen nog een gans fijne zomerdag. Geniet er maar van nu het nog kan.

Door:
“Driek”
(voor www.ejbron.wordpress.com)