Bijna één op de vijf Duitsers bedreigd door armoede

(Vertaling: E.J. Bron)

Nieuwe cijfers van “Eurostat” laten sociale scheve verhoudingen zien

Terwijl de Duitse regering zichzelf graag op de borst klopt met de economische kracht en de borrelende belastinginkomsten, werden in 2017 ongeveer 15,5 miljoen mensen, en zodoende bijna één op de vijf inwoners, door armoede of sociale uitsluiting bedreigd.

In Duitsland werden volgens het Europees Bureau voor de Statistiek “Eurostat” vorig jaar ongeveer 15,5 miljoen mensen, en zodoende bijna één op de vijf inwoners, door armoede of sociale buitensluiting bedreigd, wat blijkt uit zojuist gepubliceerde gegevens.

In heel Europa is sinds 2008 een lichte daling van het armoederisico waar te nemen, waarbij echter sprake is van duidelijke regionale verschillen. In Bulgarije, Roemenië en Griekenland werd volgens “Eurostat” meer dan een derde deel van de mensen door armoede bedreigd.

Voor Bulgarije en Roemenië betekent dit in vergelijking met 2008 een duidelijke verbetering, terwijl Griekenland in heel Europa de grootste stijging van het armoederisico liet zien.

Daarentegen ligt in Duitsland het armoederisico met 19% net onder het EU-gemiddelde van 22,5%, is echter voor een vooraanstaande industrienatie nog steeds behoorlijk groot. Volgens “Eurostat” is er, behalve in Griekenland, ook in Italië, Luxemburg, Spanje en Nederland een merkbare stijging van het armoederisico waar te nemen.

In Italië werden 17,4 miljoen mensen door armoede of buitensluiting bedreigd, wat meer is dan in welk ander EU-land dan ook. Het minst bedreigd zijn de mensen in Tsjechië (12,2%), Finland (15,7%) en Slowakije (16,3%).

De duidelijkste verbetering van de situatie vond plaats in Polen, waar het aandeel van iets meer dan 30% in 2008 naar net onder de 20% in 2017 daalde.

Het gevaar van armoede of sociale buitensluiting wordt bepaald aan de hand van drie criteria. Door armoede bedreigd gelden mensen, die moeten rondkomen van minder dan 60% van het gemiddelde inkomen van de totale bevolking. Verder worden hiertoe huishoudingen gerekend, die getroffen worden door materiële ontbering. De derde factor is werkloosheid.

Bron:
www.freiewelt.net

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)