“We zouden heel Europa kunnen beschermen”: Donau-landen willen meer grensbewaking

V.l.n.r.: de Oostenrijkse bondskanselier Karl Nehammer, de Servische president Aleksandar Vučić en de Hongaarse minister-president Viktor Orbán.

(Door: Mária S. Szentmagyari – Vertaling: E.J. Bron)

De ministers-presidenten van Hongarije, Oostenrijk en de president van Servië kwamen in Belgrado voor belangrijke gesprekken bij elkaar om de migratie in te dammen. Ze willen gezamenlijk tegen de toenemend gewelddadige illegale grensoverschrijdingen optreden, die sinds het afgelopen jaar verdubbeld zijn. De EU zou de grenslanden niet genoeg ondersteunen, luidt de boodschap.

Bij de ontmoeting tussen de drie landen Hongarije, Oostenrijk en Servië ging het niet alleen om illegale migratie, maar ook om de strijd tegen de daarmee verbonden georganiseerde misdaad.

“Het moment is aangebroken waarop enkele EU-lidstaten naar nieuwe opties voor een partnerschap zoeken, omdat zij de huidige opname- en migratiepolitiek van de EU als niet voldoende beschouwen”, verklaarde de Oostenrijkse bondskanselier Karl Nehammer op de topontmoeting van de drie regeringschefs.

De samenwerking tussen de drie werd begin oktober door de Hongaarse minister-president Viktor Orbán in het leven geroepen. Op 16 november kwamen de partners voor de tweede keer bijeen in Belgrado. De ontmoeting werd door de raketinslagen in Polen en de oorlog in de Oekraïne overschaduwd.

Servische president: “We zouden heel Europa kunnen beschermen”

De Servische president Aleksandar Vučić wees erop dat het aantal illegale migranten sinds afgelopen jaar bijna verdubbeld zou zijn. In de EU zou op dit moment de grootste migratiedruk van de Servische grens uitgaan. Tot nu toe zou het aantal migranten in vergelijking met dezelfde periode vorig jaar met 191% gestegen zijn. Ze zouden hoofdzakelijk uit Noord-Macedonië (51%) en Bulgarije (bijna 33%) komen, verklaarde hij.

“We willen graag de beschermende linie tegen illegale immigratie van de Hongaars-Servische grens naar de Servisch-Noord-Macedonische grens en daarna, samen met Skopje, nog verder naar het zuiden verplaatsen. Op deze manier zouden we niet alleen ons eigen land, maar heel Europa kunnen beschermen”, aldus Aleksandar Vučić.

Servië heeft al eerste stappen ondernomen door ermee te beginnen zijn visumpolitiek met de Europese Unie te harmoniseren. Het heeft de visumplicht voor mensen uit Tunesië en Burundi ingevoerd. Het zal deze politiek voortzetten en naar andere betrokken landen uitbreiden.

Orbán benadrukte eveneens dat Hongarije er bij de Europese Unie op zou blijven aandringen om Servië zo snel mogelijk als volledig lid op te nemen. Het lidmaatschap van Servië in de Europese Unie zou in Europees belang zijn, en zou veel eenvoudiger zijn om Servië tegen migratie te beschermen als het land lid zou zijn van de EU, voegde hij er aan toe.

Bovendien beloofde de Hongaarse minister-president dat hij zich uiterlijk tijdens het voorzitterschap van Hongarije van de Europese Raad in het jaar 2024 in Brussel definitief zou inzetten voor een EU-lidmaatschap van Servië.

“Servië is een sleutelland voor de Europese veiligheid, en als Servië zijn grenzen beschermt, beschermt het niet alleen zichzelf, maar ook Hongarije, Oostenrijk en de hele Europese Unie”, verklaarde hij.

Voor de persconferentie ondertekenden de president en de beide ministers-presidenten een intentieverklaring ter versterking van de samenwerking.

Orbán: “We kunnen alleen maar op onszelf vertrouwen”

Op de top benadrukte de Hongaarse minister-president dat Hongarije sinds 2015 i totaal € 1,6 miljard voor de grensbewaking zou hebben uitgegeven. Brussel zou maar 1,2% van dit bedrag hebben teruggegeven. “Het is duidelijk dat we alleen maar op onszelf kunnen vertrouwen”, besloot Orbán.

De Oostenrijkse bondskanselier Nehammer kondigde in naam van Oostenrijk aan dat zijn land 100 extra politieagenten naar de gezamenlijke grensbewakingseenheden zou sturen en de noodzakelijke uitrusting, voertuigen en drones ter bestrijding van de illegale migratie beschikbaar zou stellen.

Men zou partners zoals Servië niet alleen maar een EU-toetredingsperspectief moeten bieden, maar ook echter vooruitgang moeten maken, want er zou sprake zijn van grote uitdagingen op het gebied van de illegale migratie, de bestrijding van het terrorisme en van de georganiseerde criminaliteit – maar ook op het gebied van de energievoorziening, besloot Nehammer zijn uiteenzettingen.

“Het is een krachtige boodschap, die twee EU-lidstaten, Hongarije en Oostenrijk, samen met Servië, een echt sterke en betrouwbare partner, naar Brussel sturen”, zei Karl Nehammer.

Orbán sloot zich daar bij aan door te verklaren dat volgens hem “de migratie niet gestuurd, maar gestopt moet worden. In slechts één geval zullen de migranten niet meer verder komen: wanneer ze weten dat ze zullen mislukken.”

“Het moet duidelijk zijn dat ze niet op illegale wijze onze landen kunnen binnenkomen”, aldus Orbán.

Mensensmokkelaars onder prestatiedwang

Tijdens de ontmoeting sprak Orbán ook het probleem van de toenemende agressie van mensensmokkelaars aan. Ze gebruiken inmiddels scherpe wapens.

Een duidelijk voorbeeld voor Orbán´s uitspraak vond vlak voor de ontmoeting in Belgrado plaats in Boedapest: maandag 14 november openden mensensmokkelaars, die zich voordeden als Irakezen, na een achtervolgingsjacht in de buurt van Boedapest het vuur op politieagenten en werden uiteindelijk door het Centrum voor Terrorismebestrijding gearresteerd. De beide Irakese mannen hadden 21 migranten in hun bestelbusje.

De opnames werden vastgeld door de boordcamera van de politieagenten, die de smokkelaars meer dan dertig kilometer achtervolgden.

József Horváth, een expert voor veiligheidspolitiek, werd door de regeringsvriendelijke krant “Magyar Nemzet” over de escalatie van het geweld geïnterviewd. De expert verklaarde dat volgens hem de mensensmokkelaars onder prestatiedwang staan: “Ze documenteren hun prestatie om te laten zien hoe taai en vastberaden ze zijn, hoe moedig ze zijn, zelfs om geweld en wapens tegen de Hongaarse politie in te zetten.”

“Dit alles dient in principe alleen de business, want de smokkelaars zijn vervangbaar, ze staan onderaan de hiërarchie van de georganiseerde misdaad binnen de criminele groepen”, voegde József Horváth er aan toe.

Orbán had deze toenemende agressiviteit al op de laatste top tussen de beide ministers-presidenten en de president van Servië benoemd, en ze lijkt nog erger te zijn geworden.

Orbán: “We moeten ons ervan bewust worden dat we in gevaar zijn”

De Hongaarse minister-president herinnerde er ook aan dat er dinsdag 15 november Poolse staatsburgers om het leven zouden zijn gekomen, “en het is belangrijk om ons medeleven te tonen en ons ervan bewust worden dat we in gevaar zijn, omdat er in onze buurt een oorlog heerst.”

Hij zei: “We zijn economisch, maar ook lichamelijk in gevaar”. Het verlies van mensenlevens in Polen zou het principe verduidelijken: “Wanneer je buurland in oorlog is, ben je zelf ook niet veilig”, ging hij verder. “Het enige waar we nu naar moeten streven, is een wapenstilstand; wij willen vrede en een wapenstilstand”, aldus Orbán´s slotsom woensdag in Belgrado.

Bron:
epochtimes.de
Door: Mária S. Szentmagyari

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)