De Europese ineenstorting

(Grieken zijn geen Duitsers –  Theodore Dalrymple)

Een Belgische journaliste die mij onlangs interviewde over de Europese schuldencrisis, vroeg mij of ik geloofde in het Europese project. Ik antwoordde dat ik haar vraag zou beantwoorden, als zij me kon vertellen wat het Europese project eigenlijk inhoudt. Door het onthullen van mijn twijfels bleek haar dat ik leed aan die vreemde geestesziekte, bekend als Euroscepticisme, een aandoening die is samengesteld uit een lage intelligentie en een agressieve vreemdelingenhaat. De lage intelligentie blijkt uit de kijk van de patiënt op de Europese instellingen als een luilekkerland voor een transnationale nomenclatuur, in plaats van het te beschouwen als een nieuwe, vrijgevige, vrijgevochten soort van postnationale identiteit. De vreemdelingenhaat manifesteert zich als een geheim verlangen naar conflict en oorlog, waarbij verondersteld wordt dat de Europese Unie en haar voorgangers de laatste 65 jaar de garantie waren voor de afwezigheid en de vermijding van oorlog.

De journaliste vroeg of ik dacht dat nationalisme gevaarlijk was. De vraag impliceert een keus tussen de Europese Unie en fascisme: dat alles, wat stond tussen ons en de opkomst van nieuwe Mussolini’s, Franco’s en Hitlers, gelegen was in de gratis lunches van senior technocraten. Ik antwoordde dat er gevaarlijke vormen van nationalisme bestonden, natuurlijk, maar dat onder de huidige omstandigheden het supranationalisme, zoals het zich vertegenwoordigd zag, veruit het grootste gevaar was. Niet alleen was zo’n supranationalisme ondemocratisch, want er was geen vraag naar of gevoel voor onder de bevolking, maar het loopt juist het risico een vorm van nationalisme op te roepen, waartegen het oorspronkelijk als bolwerk was opgetrokken.

Verder heeft het uiteenvallen van een supranationaal staatsbestel nogal de neiging rommelig te verlopen, zoals de geschiedenis heeft laten zien.

Ik was niet helemaal eerlijk door te zeggen dat niemand mij kon vertellen wat het Europese project is. José Manuel Barroso, ooit een hartstochtelijke, Portugese, maoïstische studentenleider, werd een onnatuurlijk saaie voorzitter van de Europese Commissie – misschien niet zo’n grote verandering, wanneer men bedenkt, dat veel revolutionairen verworden tot gefrustreerde bureaucraten – na ooit de beest te hebben uitgehangen. Op dezelfde vraag als van de journaliste antwoordde Barroso: “Soms vergelijk ik de Europese Unie  graag met de organisatie van een verzameling wereldrijken.” Hij haastte zich eraan toe te voegen dat de EU geen traditioneel imperium is. Maar het is zeker het geval dat Europa als imperium, groot, rijk en machtig, de gevoelens van frustratie kan verzachten van een politieke klasse die, vergeleken met zijn voorgangers, een veel kleinere rol heeft geërfd en niet meer regeert over echte wereldrijken, vele malen groter dan hun eigen land.

Nadenkend over de situatie in het kleine België zou een vorm van twijfel in de geesten van de meest fervente gelovigen in het Europese project moeten doen ontstaan. België bestaat, sinds het in 1830 in elkaar werd geflanst, maar is er al die tijd niet in geslaagd een duurzame nationale identiteit te creëren. De reden dat het België meer dan 500 dagen kostte om een regering te vormen, is, omdat het land verdeeld is in twee bevolkingsgroepen, met een politiek die niet met elkaar in overeenstemming te brengen is. België is tweetalig, maar toch zie je geen Nederlands woord in Wallonië en geen woord Frans in Vlaanderen. Alleen in de hoofdstad, Brussel, vindt men (soms) een concessie aan de tweetaligheid (het Duitstalig deel Eupen-Malmedy is te klein om in deze discussie een rol te spelen).

Historische en economische factoren verdiepen de verdeeldheid tussen de twee landsdelen. Door de verschuiving van het economische zwaartepunt naar Vlaanderen begon een proces van afdrachten van betalingen aan Wallonië. Dergelijke betalingen bevorderen zelden de goodwill tussen bevolkingsgroepen. Wrok komt vaak voor, zowel bij de donoren als bij de ontvangende partij, die zich in allerlei mentale bochten moet wringen om haar afhankelijkheid weg te redeneren. Met verschillende belangen en verschillende politieke standpunten zijn noch de Vlaamse partijen, noch de Waalse socialisten sterk genoeg gebleken om door middel van een regering hun wil aan het hele land op te leggen. De Walen willen hogere belastingen om de huidige voorzieningen te kunnen handhaven. De Vlamingen willen lagere belastingen en lagere uitgaven om groei op langere termijn te bevorderen. Het resultaat is een patstelling. Wallonië en Vlaanderen zijn als een getrouwd stel, dat niet meer kan samenleven, maar tegelijkertijd vinden dat een scheiding onmogelijk is vanwege onenigheid over de alimentatie.

Het toeval wil dat het hoofdkantoor van de EU in Brussel is gevestigd. Toch geven de politieke problemen van België de Europese unionisten niet te denken en als ze even pauzeren om na te denken, komen ze tot een merkwaardige conclusie: dat datgene, wat in bijna twee eeuwen niet heeft gefunctioneerd in een klein gebied met slechts twee populaties, in een paar jaar zal gaan werken in een veel groter gebied met een veelheid aan bevolkingsgroepen. De gedachte dat de desbetreffende landen heel verschillend zijn. Niet een beetje, maar radicaal, in cultuur, taal, geschiedenis, tradities en economieën, komt bij de unionisten niet op. De term “Europees” is niet zonder betekenis, maar welke inhoud de term ook mag hebben, het is niet voldoende voor de vorming van een levensvatbaar staatsbestel.

De schuldencrisis heeft de verschillen in nationaal karakter laten zien, precies van dat soort dat een hechter verbond zowel moeilijk als gevaarlijk maakt. Juist deze poging een Unie af te dwingen, ligt aan de basis van de crisis, want als Griekenland en Ierland, om twee voorbeelden aan de twee geografische uiteinden van het continent te nemen, niet in staat waren geweest euro’s te lenen, in de foute veronderstelling dat deelname aan de eurozone hun staatsschulden garandeerde, is het onwaarschijnlijk dat ze in de huidige situatie verwikkeld zouden zijn geraakt. De Ierse en Griekse situaties, ondanks de aanzienlijke onderlinge verschillen, vormen een schoolvoorbeeld voor de Eurosceptici.

Ierland bloeide op, tot ongeveer het jaar 2000, met een indrukwekkende economische groei, gebaseerd op een gemakkelijke toegang tot de grootste markt ter wereld, een laag tarief van de vennootschapsbelasting, kolossale buitenlandse investeringen en een jonge, goed opgeleide bevolking. Vanaf de komst van de euro sloeg de waanzin toe en beleefde Ierland een boom en zadelde zichzelf op met een enorme schuldenlast door miljarden goedkoop te lenen van Europese banken. In een paar jaar veranderde Ierland van een land van eeuwenoude armoede en ontbering in één van de rijkste landen in de wereld, totdat de banken- en hypotheekcrisis de bubbel deed barsten en de economie leek in te storten. Ongeveer vijf procent van zijn bevolking vluchtte in de emigratie, altijd al het Ierse veiligheidsventiel. Maar het meest interessante deel van het verhaal is de wijze waarop de Ieren op de crisis reageerden. Toen de crisis toesloeg, leken de meeste mensen te begrijpen dat de zeven vette jaren, waar iedereen van had geprofiteerd, wel moesten worden gevolgd door zeven magere jaren. De bevolking zocht geen zondebokken, maar nam wel de eerste gelegenheid te baat om de Fianna Fail weg te stemmen. De houding van de Ieren geeft het land een grote kans op een snel herstel.

Griekenland was een andere zaak. De overheid, leunend op de op de euro gebaseerde kredietwaardigheid, leende gewoon om de publieke sector te versterken. Toen deze anders geconstrueerde piramide instortte, werd het hoofddoel van de bevolking elke verandering af te weren. Dat wil zeggen, er voor te zorgen dat men meer bleef ontvangen dan men verdiende en dat men meer bleef consumeren dan men produceerde. Jazeker, de regering was corrupt; ja, de buitenlandse banken hadden op onverantwoorde wijze leningen verstrekt. Maar wisten de Grieken echt niet dat belastingontduiking de gangbare praktijk was en zeker niet alleen bij de elite? Dat een groot deel van de werkgelegenheid in de publieke sector nep was, dat de pensioenvoorzieningen superieur waren aan die in Duitsland? En dat hun politieke en bestuurlijke klasse bestond uit leugenaars en bedriegers? Om de Duitsers meteen met het nazi-sterotyp om de oren slaan toen de subsidies werden verminderd, was een handige manier om niet aan zelfonderzoek te hoeven doen.

Natuurlijk, de Duitsers, of in ieder geval de Duitse politieke klasse, waren niet onberispelijk. Ze hebben, samen met de andere Europese leiders, de economische realiteit genegeerd in het creëren van een gemeenschappelijke munt, precies zoals ze dachten de sociale werkelijkheid te kunnen negeren in het doordrukken van een politieke unie. Het leek hen niet te deren dat de Duitse bevolking, zoals veel andere Europeanen, niets van de euro moest hebben, en dat het presenteren van een wetsvoorstel (ter introductie van de euro) gevaarlijk zou kunnen worden als de onvermijdelijke problemen zich zouden voordoen.

Een tijd lang lijkt de euro Duitse belangen te dienen, omdat het landen in staat stelt Duitse producten te kopen, die ze zich anders niet zouden hebben kunnen veroorloven. Ondertussen verlaagde Duitsland, met een vastbeslotenheid die andere landen niet toonden, de loonbelasting en stegen de lonen nauwelijks op een voordien gelegd fundament van een krachtige industrie. Men bezuinigde en Duitsland werd het China van Europa. Nu is het probleem wat te doen met het handelsoverschot, dat groter is dan de tekorten op de handelsbalans van Frankrijk, Italië en Spanje samen.

De Europeanen hebben zichzelf klemgezet. Indien de schulden van de Europese landen worden gespreid, kan er maar één land zijn dat daarbij de regels bepaalt en dat zal niet Frankrijk zijn, dat worstelt met een groot tekort op de handelsbalans en met grote schulden. De beroemde historicus John Robert Seeley schreef, dat het “British Empire” ontstond “in een moment van geestelijke afwezigheid.” Zo zou het ook kunnen gaan met de Duitse hegemonie in Europa.

Maar het is twijfelachtig of begrijpelijke eisen van Duitsland elders in Europa tot vreugde leiden, waar de economische en sociale gevolgen pijnlijk zijn. Zelfs in Ierland hoor je gemopper over de wijze waarop de onafhankelijkheid werd afgestaan aan “de Duitsers,” zoals alle Europese technocraten nu worden genoemd. In Duitsland zelf zal de oplossing, om de schulden te verminderen door het bijdrukken van euro’s, waarschijnlijk niet populair zijn, omdat hun leiders aan een sceptische bevolking hebben beloofd, toen de invoering van een gezamenlijke munt ter discussie stond, dat aanvaarding ervan nooit zou betekenen dat men zou moeten opkomen voor de schulden van andere landen. En, om voor de hand liggende redenen, een ontevreden Duitse bevolking is niet geruststellend voor de rest van Europa.

Het alternatief voor een spreiding van de schulden lijkt het uiteenvallen van de eurozone. Dit zou een langdurige recessie tot gevolg kunnen hebben, met landen die gedwongen worden de eurozone te verlaten, met catastrofale gevolgen voor het bankwezen.

Geen wonder dat de Duitse bondskanselier niet tot een besluit lijkt te kunnen komen. Zoals elke politicus wil ze een pijnloze oplossing voor het probleem. Ze wil landen niet nodeloos onder druk zetten, maar ze wil ook niet verantwoordelijk zijn voor een ongebreidelde inflatie of voor het uiteenvallen van de eurozone. Wat ze ook beslist, het zal de liefde voor Duitsland in Europa niet doen toenemen.

Kortom, de ongeremde bestedingen van veel Europese regeringen, die hele bevolkingsgroepen beloonden met onverdiende voordelen ten koste van komende generaties, heeft – samen met een megalomane maniakale muntunie – niet alleen een economische, maar ook een sociale, politieke en zelfs een beschavingscrisis opgeleverd. De Europese Unie, die verondersteld werd een einde aan alle oorlogen op het continent te maken, heeft tegenstellingen doen opleven die kunnen eindigen in regelrechte oorlog. En het Europese project staat te kijk, wat een weldenkend mens altijd al had kunnen zien wat het werkelijk was: als iets dat vergelijkbaar is met een enorm, post-Tito Joegoslavië.

Nieuw boek van Theodore Dalrymple – The Vichy Syndrome: Why European Intellectuals surrender to Barbarism.

Bron:

http://www.city-journal.org/2012/22_1_otbie-european-debt-crisis.html

Auteur: Theodore Dalrymple

Vertaald uit het Engels en bewerkt door:

vederso

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink .

8 reacties op De Europese ineenstorting

  1. Martha zegt:

    Iedereen is veilig geland, dus ga ik mij maar eens in
    de badbubbels werpen en daarna heerlijk geurend naar
    Calvin Klein’s “Eternity” jouw stuk lezen E.J. 🙂

    Like

  2. G.Deckzeijl zegt:

    Niet on topic, wel belangrijk:
    Woningbezitters, huurders van Nederland, iedereen met een dak boven z’n hoofd, kijk zo direct om 12:00 naar Buitenhof. Lees 17 van http://tinyurl.com/7ja4w4m
    voor meer info.

    Like

  3. Martha zegt:

    Ik kijk, luister en huiver, G.D.

    Like

  4. Linsky zegt:

    Da’s dan weer het fijne als je echt kunt schrijven, hè, dat klinkt zo leuk! 🙂
    —————————-
    Quote: …………een aandoening die is samengesteld uit een lage intelligentie en een agressieve vreemdelingenhaat. De lage intelligentie blijkt uit de kijk van de patiënt op de Europese instellingen als een luilekkerland voor een transnationale nomenclatuur, in plaats van het te beschouwen als een nieuwe, vrijgevige, vrijgevochten soort van postnationale identiteit.
    ==================
    Ik zie het zelf altijd in vergelijking met een gezin.
    Op zeker moment krijg je te maken met behoeftige, minderbedeelden, stakkers, en uitzuigers, criminelen, etc……
    Je maakt een evenwichtige keuze op basis van verstand en gevoel….en de beschikbare ruime en middelen! Niet iedereen is wat ie lijkt. Mocht er besloten worden iemand te helpen, is dat in principe altijd van tijdelijke aard. Het is een gast die hulp behoeft, geen levenslange opname in het gezin.

    Als het gezin komt te lijden onder de ontstane spanningen, veroorzaakt door de ‘gasten’ bijv. als er strijd uitbreekt, of onrechtmatigheden plaatsvinden, en zeer zeker bij crimineel en onzedelijk gedrag, etc…. verwijder je die persoon onmiddellijk! Het is niet de taak van een gezinshoofd om de wereld te redden, maar om zijn gezin te geven wat het nodig heeft.

    Lieden die hun gezin aan ‘gasten’ ten onder laten gaan, ten behoeve en ter wille van die ‘gasten’ zijn mi. volslagen van de pot gerukt, en dienen onder curatele te worden gesteld, of te worden verwijderd en opgesloten in een gesticht.

    Like

  5. G.Deckzeijl zegt:

    Aanvulling van 11:33: de problemen met de “woningmarkt” zijn ook opgelost. Is wel een radicale oplossing, trouwens… http://tinyurl.com/85xu55d

    Like

  6. louis-portugal zegt:

    De G 20 top in Mexico gaat meehelpen.
    Ze vinden de 500. en misschien 700 miljard voor het ESM fonds veel te weinig.
    Het moet 2000 miljard groot worden.
    Volgens mij moet het de komende jaren minstens 5000 Milj. worden en dat is nog niet genoeg als alleen al voor de betaling van de EMU overheidstekorten en rentes al 1000 miljard per jaar nodig is.
    Misschien dat er nu wat eurofielen zijn die gaan begrijpen dat het zo niet langer kan.
    Ga de mensen nog maar wat harder aan hun beurs dan zien we wel hoe multiculti ze werkelijk zijn.

    Like

  7. vederso zegt:

    Renée Hirschon onderstreept het verhaal van Dalrymple. Waarom dus Griekenland uit de eurozone moet? Bodemloze put!

    http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2844/Archief/archief/article/detail/2891083/2011/09/05/Bij-Grieken-is-belofte-slechts-intentie.dhtml

    Like

  8. Jan zegt:

    Mooi overzicht over het gem. IQ in diverse landen in de wereld:
    En toch is niet iedereen gelijk: IQ en de welvaart der Naties
    http://www.uitkijk.net/algemeen.php?subaction=showfull&id=1368359247&archive=&ucat=1&

    ‘Schokkend’ Hoe socialistischer of islamitischer, hoe dieper in de prut

    Like

Plaats een reactie