De dappere reis van Geert Wilders

Screenshot_20

De Nederlandse parlementariër Geert Wilders heeft in 2012 in zijn autobiografie verslag gedaan van zijn internationaal bekende veroordeling van en persoonlijke conflicten met de islam, met een voorwoord (dat online beschikbaar is) door zijn collega-kameraad ten opzichte van de islam, de conservatieve columnist Mark Steyn. “Marked for Death: Islam’s War against the Westen and me” vertelt hoe een individuele Nederlander zich bewust werd van een agressieve en autoritaire agenda in de islam als een op geloof gebaseerde politieke ideologie. Door middel van persoonlijke reizen naar het Midden-Oosten en het voorbeeld van de islamitische migranten die probeerden niet te assimileren in Nederlands wereldberoemde tolerante cultuur, maar deze eerder verachtten en probeerden haar te domineren, onderkende Wilders de onverenigbaarheid van de canonieke kern van de islam met een vrije westerse beschaving.

Wilders heeft op zijn beurt persoonlijk deze onverenigbaarheid ervaren als gevolg van zijn voortdurende veroordeling van de islam, die hem niet de intellectuele uitwisseling (van standpunten) bracht als deelnemer aan openbare forums, maar persoonlijke en juridische bedreiging. Toch zette Wilders door en kreeg de overhand en gaf daarmee een voorbeeld hoe de vrije wereld weer een totalitaire bedreiging kan overwinnen.

Zoals Steyn schrijft in zijn voorwoord is de Wilders “die naar voren komt in de volgende pagina’s niet het mopperend stuk tuig van de media demonisering, maar een belezen, goed bereisd, elegant en scherpzinnig analist.” Wilders reisde en werkte na zijn middelbare school in 1981 in Israël, het begin van een levenslange passie voor dit land, die door de jaren heen tot ten minste jaarlijkse bezoeken heeft geleid, meer dan 50 in totaal. Tijdens dit eerste verblijf in Israel bracht Wilders ook zijn eerste bezoek aan Egypte, een land met een moslimmeerderheid.

Wilders werd “overweldigd door de vriendelijkheid, gastvrijheid en behulpzaamheid van de mensen.” Toch had ook een “overweldigend gevoel van angst” onder de dictatuur van Hosni Mubarak deze mensen in de greep. Bovendien, hun hoofdstad “Cairo was arm en ongelooflijk vies” en het verbaasde Wilders dat zo’n plek een buurman van Israël kon zijn, dat zo schoon was. “Een grote fout” van Wilders was hier het kopen van een glas water van een waterverkoper, wat leidde tot een aantal dagen met ernstige diarree, liggend doorgebracht op een verdieping van een jeugdhotel voor twee dollar per dag “in een overvolle, stinkende kamer.”

Wilders’ reis maakte hem opmerkzaam op wezenlijke verschillen in gedrag tussen islamitische Arabieren en Joden. Begrijpelijk in het kader van de strijd van Israël om te overleven te midden van de omliggende Arabieren hadden “Israëli’s vaak negatieve politieke opvattingen over Arabieren.” Maar zelfs Israëli’s die geliefden waren verloren door Arabisch terrorisme “voelden zich niet beledigd louter door het bestaan van de Arabieren.” In Egypte echter “produceerde vermelding van Israël onvermijdelijk een uitbarsting van venijnige haat.” Deze “toorn bleef niet beperkt tot de Israëlische soldaten of politici of Israëli’s die hen persoonlijk letsel hadden toegebracht”, maar “was haat tegen alle Joden, zelfs kinderen.” Het “was moeilijk om een ​​Arabier te vinden die over Joden sprak met iets anders dan onverholen minachting”.

Screenshot_22

Mark Steyn

Wilders’ ervaring met de islam is thuis in Nederland niet minder negatief. In zijn hoofdstuk “Conquest” (Verovering) schrijft Wilders dat de massale moslimimmigratie veel Nederlandse wijken deed veranderen in “steden van de profeet.” Dit in navolging van de profeet Mohammed en zijn oorspronkelijke volgelingen die in 622 uit Mekka hun toevlucht zochten in de grotendeels joodse nederzetting van Yathrib op het Arabisch Schiereiland. “Door het dwaas verwelkomen van Mohammed en de Mekkaanse volgelingen in hun stad”, schrijft Wilders, “garandeerden de Yathribians hun eigen vernietiging en de transformatie van hun land in Medina, de ‘stad van de profeet’, die het sindsdien is gebleven.” Wilders schrijft elders dat Mohammeds emigratie of hijra van Mekka naar Medina, het oriëntatiepunt van de islamitische kalender, een “intrinsiek onderdeel is van de islamitische cultuur”, zoals dat voor sommige islamitische immigranten betekent dat “de islam bedoeld is om te domineren, niet om te assimileren” in het nieuwe thuis van de immigranten. Op die manier is, met de open aanmoediging van islamitische leiders zoals Turkse premier Recep Tayyip Erdogan, “immigratie het islamitisch Trojaans paard, dat de weg vrijmaakt voor de jihad” in een volgende islamitische poging “om Europa te veroveren.”

Het resultaat is een “hellend vlak in de richting van volledige islamisering” van Europa onder “sluipend sharia” als een “niet-gewelddadige infiltratie van onze instellingen, een stealth jihad.” Onder de vele voorbeelden die door Wilders worden aangehaald zijn gemeentelijke overheden die in de Nederlandse steden Amsterdam en Rotterdam en de nabijgelegen Belgische haven van Antwerpen zijn begonnen met het registreren polygame huwelijken. Zwembaden en de stranden in diverse Europese landen, zoals Finland en Italië zijn ook tegemoetgekomen aan islamitische eisen voor een strikte sekse segregatie met aparte badzones. In Groot-Brittannië moesten zelfs niet-islamitische vrouwen de zogenaamde boerkini als aangepaste vorm van de islamitische badkleding dragen.

Ook Europa wordt geconfronteerd met de plunderingen door de vele moslims die het continent niet zien als een nieuw thuis om zich te vestigen, maar eerder als een buitenlandse samenleving die onderworpen en geplunderd moet worden in overeenstemming met de geschiedenis van de islamitische overvallen. Nederland, bijvoorbeeld, heeft 40 gebieden die bekend staan ​​als “Vogelaarwijken” volgens een lijst gepubliceerd in 2007 door de Nederlandse Minister van Integratie en Volkshuisvesting, Ella Vogelaar. Hier vertonen grote islamitische gemeenschappen een hoge criminaliteit, in het bijzonder met betrekking tot de niet-moslim slachtoffers, handhaving van de sharianormen door burgerwachten zoals die met betrekking tot de “bescheidenheid” van de vrouwen en een gevoeligheid voor rellen veroorzaakt door een incident à la Rodney King. Zelfs overheden zoals de politie gaan deze gebieden alleen met de grootste voorzichtigheid binnen. Frankrijk heeft eveneens sinds 1996 751 internationaal bekende Zones Urbaines Sensibles (gevoelige stedelijke gebieden of ZUS), het toneel van uitgebreide rellen in 2005 met meer dan 10.000 vernietigde auto’s. Wilders beschrijft hetzelfde fenomeen van niet-islamitische “no-go” zones in België, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk.

De moslimvijandigheid gaat verder dan individuele delicten tegen publieke diensten. Sommige imams in Duitsland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk vertelden hun gemeenten om werk en het betalen van belastingen te mijden om zo hun gastlanden door middel van bijstandsuitkeringen uit te melken. Ook een Pakistaanse immigrant vertelde een Noorse krant dat hij en zijn baas het betalen van belastingen vermeden.

Screenshot_21

Wilders ‘voortdurende blootstelling aan de islam heeft geleid tot zijn uitgebreide studie ervan. Wilders is een “fervent lezer van de koran,” vaak door hem vergeleken met Adolf Hitlers “Mein Kampf”, in veel landen verboden, zoals ook in Wilders’ Nederland. Bij de eerste keer de koran lezend verwachtte Wilders “om bevelen te vinden als ‘heb uw naaste lief’ … vergelijkbaar met die in de Bijbel, maar in plaats daarvan … vond hij een god die daar een hekel aan had.”

Voortbouwend op de analyse van vele andere geleerden van de islam, onderscheidt Wilders dat; “de islam in de eerste plaats een politieke ideologie is, geen religie.” In het bijzonder, in tegenstelling tot “authentieke religies”, leert de islam “niet de gouden regel”, maar “institutionaliseert ongelijkheid.” Wilders is tot de conclusie gekomen dat terwijl “er veel gematigde moslims” bestaan, de “politieke ideologie van de islam niet gematigd is, het is een totalitaire cultus met wereldwijde ambities.”

Net als anderen heeft Wilders vastgesteld dat vaak bekritiseerde “onmenselijke aspecten de kern van de islam te vormen” en zich daarbij afwendt van elke niet levensvatbare poging tot een ​​formuleren van een goedaardige esoterisch begrip van de islam. Daarom “is er is niet zoiets als een islam met een menselijk gezicht”, net zoals er geen echt ‘socialisme met een menselijk gezicht’ of ‘nationaal-socialisme met een menselijk gezicht´ is.” “Mensen die de islam afwijzen als gewelddadig, intolerant en vrouwonvriendelijk kunnen de geboden matigen,” analyseert Wilders, “maar ze beoefenen geen ‘gematigde Islam’ – ze beoefenen helemaal geen islam.” Door reizen naar Afghanistan, Egypte, Indonesië, Iran, Irak, Syrië, Tunesië en Turkije erkent Wilders het grote “potentieel” van islamitische individuen. Maar Wilders concludeert: “De islam is het probleem en we moeten niet bang zijn om dat te zeggen,” en moeten aldus elke poging verwerpen om “de Islam mooier voor te stellen… uit een misplaatste angst voor het beledigen van haar aanhangers.”

Wilders heeft een prijs betaald voor zijn veroordeling van de islam. Sinds 4 november 2004, twee dagen na de moord op de Amsterdamse filmmaker Theo van Gogh door een moslim, leeft Wilders “als een gevangene” onder constante bescherming van de politie, te wijten aan soortgelijke doodsbedreigingen. “Het leveren van permanente bescherming aan critici van de islam,” merkt Wilders op, “is een van de vele kosten die een samenleving moet betalen zodra het de Islam binnen haar grenzen toelaat”. Wilders werd in Nederland ook geconfronteerd met een rechtsvervolging voor zijn anti-islam uitspraken, gevolgd door het behalen van een kritische (belangrijke) overwinning in de rechtszaak.

Maar Wilders heeft uiteindelijk resultaten behaald. Na de sterke stijging (15,5% van de stemmen) van Wilders’ Partij voor de Vrijheid (PVV) in de Nederlandse algemene verkiezingen in 2010, was Wilders in staat om in ruil voor PVV-gedoogsteun aan een minderheidskabinet veranderingen in het Nederlandse immigratiebeleid te eisen. Het Nederlandse beleid beperkt nu de allochtone gezinshereniging voor echtgenoten en jonge kinderen, benadrukt integratie in het Nederlandse leven, in tegenstelling tot het cultureel relativisme, en de uitwijzing van inwoners die zijn veroordeeld voor misdaad. De Nederlandse overheid veroordeelde ondertussen de Organisatie van de Islamitische Samenwerking (OIC) voor zijn oproepen om Wilders na zijn juridische overwinning te onderdrukken. De Nederlandse regering heeft ook haar steun aan Israël versterkt, snijdt in steun voor “humanitaire organisaties” die ondersteuning geven aan anti-Israël sancties en het recht van Israël om te bestaan ter discussie stellen. Samen met Israël en de Verenigde Staten heeft Nederland ook de schaamteloos anti-Israël conferentie van de Verenigde Naties tegen racisme (Durban III) in september 2011 geboycot. Wilders’ uitdagend voorbeeld laat zien dat vrije landen nauwelijks aan islamitische bedreigingen hoeven toe te geven. Bedreigingen die vaak worden gezien als onoverkomelijk.

Update: inmiddels is er een verandering opgetreden in het beleid tegenover de islam en Israël, aangezien het kabinet dat Wilders gedoogde, niet meer bestaat.

Auteur: Andrew Harrod.

Screenshot_19

Bron:

http://frontpagemag.com/2012/andrew-harrod/geert-wilders-courageous-journey/

Vertaald uit het Engels door:

Vederso (voor https://ejbron.wordpress.com/)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in Geert Wilders, Islam, Islamisering, Islamkritiek. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie