Islamisering – een islamofobe hallucinatie?

Islam betekent onderwerping. De mensheid is ertoe voorbestemd om zich aan Allah te onderwerpen. Dit is de kernboodschap van de islam. Mohammed is de afgezant van Allah. Na Mozes en Jezus bracht hij de mensheid een derde keer de goddelijke boodschap. De Joden en de christenen zouden de goddelijke boodschap hebben vervalst. Mohammed is de profeet van de zuivere boodschap. En dat, hoewel hij deze niet rechtstreeks van Allah ontving, maar indirect via de aartsengel Gabriel.

Allahu Akbar. Allah is groter. Er bestaat niets wat boven Allah staat. Allah alleen heeft aanspraak op heerschappij. Allah wil graag, dat de mensen alleen volgens zijn regels leven. Allah heeft met de islam de handleiding voor de perfecte samenleving (oemma) en voor de perfecte mens (de moslim, wiens voorbeeld Mohammed is) naar beneden gestuurd. Het gaat daarbij niet om een idee van het perfecte, maar om de ware perfectie.

Wie de boodschap van de islam niet kent, is onwetend en onschuldig. Wie de boodschap van de islam afwijst, moet bestreden worden. Wie de boodschap van de islam aanneemt, is rechtzinnig en daarmee moslim.

Het is de plicht van iedere moslim om de boodschap van de islam te verbreiden. Het is de plicht van iedere moslim om het voorbeeld van de perfecte mens (Mohammed) te volgen en te worden zoals hij. Dit proces wordt “innerlijke Jihad” genoemd. Het is de plicht van iedere moslim om de perfecte samenleving te vormen en de wereld onder de wet van Allah te plaatsen. Dit proces heet “uiterlijke Jihad”.

De uiterlijke Jihad kan op verschillende niveaus plaatsvinden. Enerzijds kan de wet van Allah (sharia) gewelddadig worden geïnstalleerd. Actuele voorbeelden zijn Somalië, de zuidelijke Filippijnen, Nigeria enz. Een andere variant, die in Europa wijdverbreid is, is de culturele Jihad. Daarmee proberen de islamisten op een niet oorlogszuchtige wijze de dominantie in de samenleving te verkrijgen. Oplettende tijdgenoten bemerken een “sluipende islamisering” van de samenleving. Dit leidt onherroepelijk tot de diagnose: “Islamofobie”. De islamisten krijgen assistentie van machtige organisatie en lobbygroepen. Een van de meest invloedrijke is de in de VN werkzame OIC. De “blasfemiewet”, die de islam wereldwijd onaantastbaar en immuun voor kritiek moet maken, evenals de “Verklaring van de mensenrechten van Cairo” die de sharia bepaalt als de belangrijkste richtlijn, zijn een begrip voor “islamofobe” personen.

Gedurende de islamitische expansie heeft zich het “Dar al-Islam”-concept ontwikkeld. Dar al-Islam (Huis van de islam) worden alle gebieden onder islamitische heerschappij genoemd. Daartegenover staat, naast anderen, “Dar al-Harb” (Huis van de oorlog). Zo worden alle gebieden buiten de Dar al-Islam genoemd. Zij bevinden zich in het proces van de islamitische verovering.

De mens is ertoe voorbestemd om zich aan Allah te onderwerpen. Maar Allah laat hem de vrije keuze. Er bestaat geen dwang in de religie.

Het Arabischislamitische rechtsbegrip “kafir” (zij die het niet waard zijn om te leven) noemt “ongelovigen” of “godloochenaars” (atheïsten). In het islamitische recht worden drie soorten kafirs onderscheiden:

1) Harbi´s, die zonder rechten, ook zonder recht op leven, buiten het islamitische heerschappijgebied leven.

2) Dhimmi´s, die met beperkte rechten onder islamitische heerschappij leven.

3) Mustamins, aan wie d.m.v. een tijdelijk beschermverdrag (Aman) dezelfde rechten worden toegestaan als aan de dhimmi´s, opdat zij het islamitische heerschappijgebied binnen kunnen komen. De status van de Mustamin is altijd tijdelijk beperkt.

“Harbi” betekent letterlijk vertaald “behorend tot de oorlog” en duidt alle niet onderworpen niet-moslims aan, wat volgens de klassieke leer van toepassing is op alle, buiten het islamitische heerschappijgebied, levende niet-moslims.

“Dhimm” is een instelling van het islamitische recht, die de juridische status van niet-islamitische “beschermelingen” onder islamitische heerschappij vastlegt. Een dhimmi noemt men in de islamitische rechtstraditie monotheïsten (Joden en christenen), die met een beperkte rechtsstatus geduld en van de kant van de staat beschermd worden. Alle mensen, die geen moslim of dhimmi waren, werden Harbi (“behorend tot de oorlog”) genoemd, volkeren, waarmee het zogenaamde “Huis van de islam” zich in oorlog bevond. Het islamitische volkerenrecht voorzag erin, dat, voordat de strijd tegen de niet-islamitische vijanden begon, deze ertoe werden opgeroepen de islam aan te nemen of – in het geval van schriftbezitters (Joden en christenen) – tegen betaling van de jizya (een hoofdelijke belasting) hun religie te mogen behouden.

Een “Mustamin” was in de klassiek-islamitische leer van het volkerenrecht (Siyar) een niet-islamitische inwoner van het Dar al-Harb, die door een beschermverdrag (Aman) van een moslim de toestemming krijgt om zich zonder enige belastingverplichting op islamitisch grondgebied op te houden, zolang hij zich daar niet permanent vestigt. De duur van de bescherming mag niet langer dan een jaar bedragen; na afloop van deze beschermingsgarantie moet de Mustamin het islamitische gebied verlaten, waarbij hij een vrijgeleide krijgt, of – als hij langer in de Dar al-Islam zou willen blijven – een dhimmi-verdrag sluiten. Iedere vrije, volwassen moslim, ongeacht de sekse, kan een beschermingsverklaring afgeven.

Moslims hebben in het Dar al-Islam een geprivilegieerde status tegenover niet-moslims. Ze zijn bijna de perfecte mensen. Verheven schepsels, terwijl niet-moslims onrein tot niet waard om te leven zijn. Deze verschillen binnen de islamitische samenleving wil men. De moslim dient een gevoel van superioriteit beleven, en daarvoor heeft hij kafirs nodig, aan wie hij dit gevoel kan afmeten. De islam leeft van Jihad. Hij is zelfradicaliserend. Als er geen ongelovigen meer zijn die zich verzetten, dan zijn de moslims, die hun perfecte voorbeeld (Mohammed) niet goed genoeg volgen (bijvoorbeeld Ahmadiyya, Alevieten) de eerste de beste ongelovigen, die bestreden moeten worden.

De islamitische wereld loopt hopeloos achterop bij de westerse wereld, vooral op technologisch gebied, maar ook op andere gebieden. Volgens Allah zou dat niet zo mogen zijn. Volgens Allah zouden moslims de machtigste mensen op aarde moeten zijn. Sommige mensen zoeken de islamitische haat op het Westen in de jaloezie. Het Westen moet bestreden worden, omdat het zich niet heeft onderworpen. Wellicht Vast en zeker zal Allah´s voorspelling dan uitkomen.

In het Dar al-Harb bestaan onheilige allianties, maar wat de zelfradicalisering – de permanente Jihad – van de islam betreft (wanneer is het Dar al-Islam bereikt?), weet men niet waar deze moet eindigen. Omdat het via de Moslimbroederschap herrezen islamisme heel veel van de nazi-ideologie heeft overgenomen, moet gevreesd worden, dat de laatste strijd om de perfecte mens op racistisch niveau zal plaatsvinden.

Bron:

http://open-speech.com/showthread.php/610707-Artikel-Islamisierung-eine-islamophobe-Halluzination?p=1464639#post1464639

Auteur: Abendländer

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron (www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in Islam, Islamisering. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie