Israëlisch-Arabische confronteert de publieke opinie door te vertellen over Israël zoals het is

Tundra Tabloids: Als de overgrote meerderheid van de Arabieren waren zoals deze vrouw, zou Israël zich niet voor meer dan 60 jaar hebben moeten verdedigen tegen vernietiging. Als de islam geen missionerende ideologie zou zijn. Als in de islam de sharia afwezig zou zijn (dat ook op de niet-moslim invloed heeft). Als de islam geen destructief dualisme zou bevatten, waar concurrerende goedaardige en gewelddadige verzen beiden op hetzelfde moment waar kunnen zijn, waarbij de laatste wordt ingetrokken als dat goed uitkomt, dan zou de islam ook geen probleem zijn.

Er staat vaak “als” in de bovenstaande verklaring en alle zijn belangrijk en noodzakelijk als we ooit de dreiging van de islam als een ideologie willen begrijpen. Ook, ondanks dat bovenstaande er als compleet ondankbaar uitziet, wil ik benadrukken dat ik niet ondankbaar ben over Boshra Khalaila’s inspanningen. Ik wens haar alle geluk en succes toe in de wereld, in het vervullen van haar eigen dromen, maar ook oprecht dankbaar als pleitbezorger van de belangen van haar land. Het is geen gemakkelijke taak.

Dat gezegd hebbende, Khalaila – die net als vele andere prachtige Arabische mensen die de op haat geïnspireerde propaganda hebben verworpen, die schering en inslag is in al hun gemeenschappen en in alle staten in de regio en een werkelijke vrijheid en vrijheid van de Joodse staat realiseren – vecht een enorm zware strijd .

Alles wat ik kan zeggen, is dat ik zowel haar acties steun als toejuich, maar wijs erop dat de ideologie (die ze belijdt, misschien of culturele lippendienst bewijst), die sinds haar begin de relaties tussen de islam en alle anderen heeft geïnfecteerd, in het bijzonder voor de Joden nog steeds een existentiële bedreiging vormt, niet alleen voor Israël, maar voor het Westen en de wereld in het algemeen.

(Vertaler; hieronder het grootste deel van een interview met Boshra Khalaila)

…..

Boshra, een seculiere, onafhankelijke en patriottische Israëlisch-Arabische vrouw, tart stereotypen. Ze groeide op in een liberaal huis in het Arabische dorp Deir Hana, in Galilea. Haar eerste contact met de joodse Israëli’s kwam op de leeftijd van 18, toen zij ingeschreven werd aan de Haifa University. Daar moest ze voor de eerste keer Hebreeuws spreken. En het is daar dat ze begon haar politieke bewustwording en haar gehechtheid aan de staat Israël te ontwikkelen.

“Ik ben getrouwd en doe een masters degree [in Tel Aviv]. Ik ben een liberale, vrije vrouw, met alle rechten die ik zou kunnen genieten. Ik vergelijk mezelf met andere vrouwen van mijn leeftijd in Jordanië, de Westbank, Egypte, elk Arabisch land. Ze hebben niet de rechten die ik heb: de vrijheid van meningsuiting, het recht om te stemmen. Ze worden op jonge leeftijd tot een huwelijk gedwongen en moeten een religieuze hoofdbedekking dragen, ondanks hun eigen overtuiging. Bij mij is sprake van het tegenovergestelde, ik heb alles “.

Na terugkeer van onze missie zaten we voor een interview in de lobby van een hotel in Tel Aviv. Mijn eerste vraag was waarom ze de noodzaak voelt om zo publiekelijk op te komen voor Israël – iets waar de meeste Joden zich niet eens toe gedwongen. Ze antwoordde mij in perfect Hebreeuws: “Om iets van mezelf te aan te bieden aan het land waar ik woon en dat me rechten geeft, dat is een natuurlijke prijs.”

Boshra maakte deel uit van een team van vijf mensen, onder wie een andere Israëlisch-Arabische en een Druze, die naar Zuid-Afrika werden gestuurd voor ‘Faces of Israël’ tijdens de Israël Apartheid Week. Net als wij hebben Boshra en haar team met veel onwetendheid over Israël te maken gehad, versterkt door een campagne van demonisering gevoerd door pro-Palestijnse studenten. In tegenstelling tot ons kon ze zichzelf tegenover de anti-Israël studenten uit het Midden-Oosten als een Arabische en in het Arabisch presenteren.

“[De pro Palestijnse studenten in Johannesburg] hadden namaak barrières gebouwd en allerlei slogans opgehangen die Israël demoniseren en beschuldigen van apartheid, van het zijn van kindermoordenaars en dergelijke. Er waren verschrikkelijk foto’s, foto’s met dode kinderen, [het was] echt verschrikkelijk. “

Boshra en haar team waren over het algemeen niet welkom. “Ze wisten niet eens dat er zoiets bestaat als Israëlische Arabieren. Zij beschuldigden ons Joden te zijn. Sommige mensen waren vijandig, vertelden ons ‘te verdwijnen’, ‘we willen niets van u horen.’ [Sommigen] waren nog niet bereid om met mij te praten, want ik ben Arabisch en werd als een verrader gezien, maar dit was slechts een klein deel van de groep. Anderen, gelukkig, kwamen luisteren, ze waren open-minded”.

Boshra en haar team gaven een aantal lezingen, vertelden hun persoonlijke verhalen, wisselden meningen uit met studenten en gaven interviews. “Je wilt jezelf verdedigen tegen mensen die de wereld vertellen dat Joden en Arabieren reizen in verschillende bussen en studeren op verschillende scholen en dat er segregatie is,” zei ze. “Dat is gewoon niet waar: ik studeer aan dezelfde onderwijsinstellingen, rijdt in dezelfde bussen, winkel in dezelfde supermarkten. Alles wat ze zeggen is absoluut onwaar. En ik heb het gevoel dat ik thuishoor in mijn land. “

In de hoop Zuid-Afrikanen een glimp van haar dagelijks leven als een Arabische burger van Israël te laten zien, nam Boshra deel aan een publiek debat over politiek met een Palestijnse student uit Gaza en in het Arabisch.

“Dit is wat ik hem vertelde in het bijzijn van iedereen, ik sprak in het Arabisch en ik werd vertaald: ‘Ik geniet er niet van als soldaten moeders en baby’s uiteindelijk doden of verwonden. Dat is moeilijk. Maar hetzelfde geldt voor Netivot en Sderot als Kassam raketten neerkomen en, God verhoede, iemand wordt gedood, dan is het ook erg moeilijk. Aan weerszijden zijn moeders en dat is moeilijk. Ik wil dat het Palestijnse volk een land heeft. Dat is een natuurlijk recht. Dat gezegd hebbende, zijn er allerlei conflicten binnen de Palestijnse Autoriteit, met name met Hamas, dat de vooruitgang in de richting van een vreedzame oplossing met de staat Israël voorkomt en dat is jammer.”

Ze voegde eraan toe: “Als er een Apartheid is in de wereld – in de zin van een flagrante onrechtvaardigheid – dan is het dat wat er gebeurt in Syrië. Duizenden mensen vermoord … het aantal doden komt hier niet eens in de buurt.”

Terugdenkend aan mijn ervaring in Californië, nam ik aan dat haar boodschap tegen dovemansoren was gericht geweest. Maar ze verbaasde me:

“De meeste van de gesprekken werden afgesloten met een handdruk en een knuffel. Voor mij zegt dit alles. Ik moet zeggen dat het belangrijk was dat ik daar niet de regering van Israël vertegenwoordigde. Het was voor hen verrassend  om te zien dat ik een eenvoudig mens was, mijn land verdedig voor de rechten die ik heb en niet spreek namens de overheid. Het kwam over als zeer authentiek. Voor hen was dit enorm – om te kunnen luisteren naar iemand die niet van de overheid is, met inbegrip van de pro-Palestijnse studenten. Als je ze vertelt dat je een student bent en niet een woordvoerder van de regering, zien ze je niet meer als een vijand.”

Het veroorzaken van internationale ophef

Boshra’s optredens op de campus bracht iets teweeg, één van haar vele radio-optredens was een interview met een islamitisch, Arabische radiostation in Johannesburg. De interviewer, een religieuze Saoedi, stelde haar vragen die een ontmoedigend niveau van onwetendheid over Israël onthulde, over het meest onder de loep genomen en gedocumenteerde land in de wereld – een onwetendheid die helaas maar al te vaak voorkomt.

“Hij vroeg waarom Israël moslims niet naar de Al Aqsa moskee in Jeruzalem laat gaan om te bidden, waarom alleen Joden mogen bidden [in de staat Israël]. Ik vertelde hem dat in mijn eigen kleine dorpje in Galilea er niet één, maar twee moskeeën zijn en twee imams die beiden een maandsalaris van de staat krijgen. De interviewer was in shock. Ik voegde eraan toe dat ik kon gaan bidden in de Al Aqsa moskee wanneer in wil. Zeker, soms is er bezorgdheid over de veiligheid en beperken ze tijdelijk de toegang, maar dat is het. “

De gastheer was ontvankelijk voor het verhaal van Boshra en toen het gesprek kwam op de rechten van Arabieren in Israël, groeide haar assertiviteit.

“Ik zei tegen hem: ‘Kan in Saoedi-Arabië een vrouw in een auto rijden?’ Hij zei nee. Ik zei: ‘Ik wel.’ En hij zweeg. Ik vroeg: ‘Kan een vrouw in Koeweit of Saoedi-Arabië  een man ontmoeten en hem voor het huwelijk leren kennen of wordt ze gewoon op jonge leeftijd tot een huwelijk gedwongen?’.  Hij zei nee, dat kan ze niet. Ik zei: ‘Ik wel.’ En ik antwoordde hem met mijn eigen vragen … en elke keer was hij oorverdovend stil.”.

Boshra ging in op andere populaire misvattingen die de gastheer had, met inbegrip van het corrigeren van ideeën over de door Hamas geregeerde Gazastrook. Ze vertelde hem van de goederen die Israël op maandelijkse basis aan de strook levert en ze herinnerde hem eraan dat Egypte ook het embargo handhaaft. Ze vroeg hem waarom het Israël is en niet Egypte, een Arabisch land, dat voorziet in de behoeften van het gebied. “Hij was sprakeloos. Hij was vaak sprakeloos tijdens ons interview. “

De stilte van de gastheer en de ontvangst die ze kreeg van veel, zo niet alle Arabische studenten die ze ontmoette, stond in schril contrast met mijn ervaring in Berkeley. Boshra’s interviewer, een religieuze Saoedi, stond meer open voor nieuwe feiten dan de “liberale” Ivy League studenten die ik tegenkwam. “Hij zag mij, ik sprak Arabisch, ik was liberaal en seculier. Dit maakte hem eigenlijk heel open-minded.”

Haar verhaal roept de vraag op waarom ze als religieuze moslima uit een hyperconservatieve staat in het Midden-Oosten bereid is om een licht te werpen op vooroordelen over Israël – zelfs tijdelijk – waar het land nog steeds te maken heeft met rampzalige public relations. Boshra’s diagnose: “Elk medium brengt dit verhaal en schildert Israël af als een kwade agressor. Het is genoeg dat tijdens populaire prime-time uitzendingen een paar keer een clip van een IDF-bombardement op een doel in Gaza wordt uitgezonden waar een baby werd gedood om mensen ervan te overtuigen zijn dat Israël een slechte staat is. Het is voor mensen moeilijk om naar dergelijke tragedies te kijken.”

“En onze publieke diplomatie hier in Israël”, ging ze verder en onderstreept waarom mensen niet de rest van het verhaal wordt verteld, “is catastrofaal. Ik kan je het uit eerste hand vertellen, het is catastrofaal.” Ze maakt gebruik van Hebreeuwse slang-uitdrukking “alle hapanim ” – Plat op haar gezicht – om het public relations apparaat van Israël te beschrijven.

Helaas, de vijandigheid en achterdocht die Boshra aanvankelijk ondervond in Johannesburg waren slechts een voorproefje van wat ze bij thuiskomst onder ogen moest zien.

“Er was een aantal artikelen in Israël, in de internationale pers en de Arabische pers zelfs buiten Israël. Ze beschreven mij als een zioniste die haar volk verkocht.” Anderen beschuldigden haar van het aannemen van steekpenningen om het land te ondersteunen. De media-aandacht heeft geleid tot echte problemen. In Deir Hana, waar ze opgroeide, publiceerden activisten flyers. Activisten uit Hadash en Balad van Arabisch-Israëlische politieke partijen en vertegenwoordigd in het parlement”. Artikelen waarin gezegd wordt dat ik mijn volk heb verkocht, dat ik gehersenspoeld was.” Net als de rest van ons kreeg Boshra geen cent betaald voor haar problemen. ” Ze wilden mij en mijn familie verbannen – allerlei slechte dingen” De wrok groeide uiteindelijk uit tot bedreigingen. “Ik heb veel vijandige telefoontjes en bedreigende Facebook-berichten gekregen. Een aparte Facebook-groep werd gestart om mij aan te vallen. Op een gegeven moment werd zelfs mijn man bedreigd en gezegd dat als ik niet zou ‘kalmeren’ ik een hoge prijs zou betalen.”

Boshra vertelde me dat dit bijna terloops, er niet door afgeschrokken. En toch gaf ze toe dat omgaan met dergelijke vijandigheid niet eenvoudig was. “Ik huilde uren per dag.” Maar hoewel ze zich alleen voelde, vond ze de kracht om door te zetten. “Ik ben erg trots op wat ik gedaan heb, want dit zijn mijn meningen. Ik zal niet en ben niet in staat om mijn mening te veranderen om iedereen te behagen. En het essentiële, het belangrijkste is dat ik de volledige steun van mijn familie en mijn man heb.” Ze heeft ook de steun van een aantal mensen in haar geboortedorp gekregen.” Mensen begrepen mijn daden en meningen en vertelden dit ook aan mijn familie in de kfar,” zegt ze, verwijzend naar haar dorp. “Het waren vooral Hadash- activisten die problemen veroorzaakten.”

Maar waarom zet ze zich voor dit alles in? De vijandigheid die men ontmoet bij het verdedigen van Israël – de intimidatie, de isolatie, het constante gekibbel, de rechtvaardiging van het terrorisme onder het mom van zorg voor de mensenrechten, de laster waarmee men onvermijdelijk wordt geconfronteerd – is soms genoeg om het allemaal op te willen geven en naar Mexico te gaan. Ik kon me niet voorstellen met dezelfde vijandigheid zowel thuis als in het buitenland te moeten omgaan. Ik betwijfel of ik Boshra’s standvastigheid zou hebben gehad.

“Het was belangrijk voor mij dat de mensen weten dat er Arabieren leven in de staat Israël en op deze reis waren er [mensen] van alle achtergronden … die niet wisten dat er Arabieren wonen in Israël. Ze dachten dat Israël een land was dat uitsluitend bestaat uit Joden. Het was erg belangrijk voor me om deze misvatting te corrigeren. ”

Boshra wilde ook zichzelf uitdagen en een aantal barrières in het proces doorbreken

“Ten tweede, ik wilde mezelf bewijzen dat ik dit kon, als een vrouw in onze gemeenschap waar vrouwen zwak zijn. En wat ik heb meegemaakt, de negatieve opmerkingen, de laster dat ik was omgekocht, bleek dat ze gewoon niet konden aanvaarden dat een vrouw iets kan bereiken. Als een man in mijn positie was geweest, zouden zij anders met hem zijn omgegaan, ik ben er zeker van, maar omdat ik een vrouw ben, verwierpen zij mijn acties … als om mij te misbruiken. Het is ook een afkeer van succes. Als mensen vooruitkomen is er een tendens in de Arabische gemeenschap om iemand naar beneden te halen, te concluderen dat ze moeten stoppen. Dit geldt vooral met betrekking tot vrouwen.”

Maar hoewel ze zeker niet stopt, is ze er geen voorstander van dat iedereen haar voorbeeld volgt. “Je moet veel kracht en doorzettingsvermogen hebben. Als vrouw uit een Arabische stad is het moeilijker om op te staan en het kost veel moed. Niet iedereen is in staat om dat te doen. In onze gemeenschap is de vrouw het zwakke geslacht. Je moet nog meer kracht en moed hebben [dan de mannen].”

“Maar te worden beschuldigd van verraad is de prijs die je moet betalen om een verschil te maken,” zei Boshra haar beproeving samenvattend. “Bottom line: je moet geloven in je opvattingen en wat je doet.”

Ik vroeg of ze ooit in Israël discriminatie door Joodse Israëli’s tegenkomt. Het is een enge vraag waarvan ik bang was om het antwoord te horen.

“Ik kan niet zeggen dat ik 100% van de rechten die ik voor de wet heb ook geniet, maar ik ontken niet dat ik rechten heb, zoals anderen in mijn gemeenschap ontkennen. Dat is niet waar. Ik werk voor het kantoor van de sociale verzekering in Israël, dus ik kan je vol vertrouwen vertellen dat de Arabieren dezelfde wettelijke rechten hebben. Dat gezegd hebbende, als Arabier kan ik niet bepaalde banen krijgen waarvoor militaire dienst vereist is, bijvoorbeeld omdat Arabieren van militaire dienst zijn vrijgesteld. Ik kan niet altijd wonen waar ik wil. “

We bespraken de militaire dienst een tijdje en de groeiende trend onder de Arabieren – die ze ondersteunt – als vrijwilliger in dienst te gaan in het leger of de ‘national service’. Desondanks stoorde het me dat een persoon zoals zij niet algemeen in dit land als een held begroet werd. En ik vertelde haar dat.

“Ik ben momenteel op zoek om een appartement te huren in Jeruzalem. En als ze me mijn naam vragen – Boshra – dan vragen ze of ik een Arabische ben. Als ik vraag of daar een probleem mee is, is er is altijd wel verlegenheid, ontwijking. Een vrouw vertelde me: “Ik heb geen probleem met u, maar andere huurders kan het wel wat schelen, zodat we aan u niet kunnen verhuren.”

Terwijl ik haar woorden typte, in verlegenheid gebracht door die verhalen, voegde ze eraan toe: “Jeruzalem wordt steeds meer ultraorthodox ” – ze speelt eigenlijk met het Hebreeuwse woord “Haredi,” (dat wil zeggen, “angstig”) en vertelt me dat Jeruzalem steeds meer door ‘angst geteisterd’ wordt – ‘Wie krijgt wat en waar te huur is deze dagen een probleem. De ultra-orthodoxen hebben hun gebieden en als een Joods iemand niet religieus is, zullen zij ook aan hen niet verhuren. Toch bleef ik graven met het gevoel dat het mijn plicht was om welke onaangenaamheden dan ook te onthullen en te veroordelen die zij zou hebben ondervonden door Israëli’s op grond van haar achtergrond. Maar er is niet veel.

“Ik voel dagelijks geen racisme. Ik kijk niet elke dag naar een appartement. Bij de supermarkt is iedereen aardig voor me en ze weten dat ik een Arabische ben. Maar ik zal niet zeggen dat het er niet is – het is gewoon niet frequent. Als het zo was, zou ik er niet tegen kunnen om hier te wonen. En ik weet dat er voor elke vrouw die me geen appartement zal verhuren er tientallen anderen zijn die dat wel willen. En toen ik in Haifa woonde heb ik nooit last gehad van racisme. Ik wist niet wat racisme was. Het was er pas toen ik aankwam in Jeruzalem – omdat de stad in conflict is – dat ik iets van racisme voelde.”

Op zoek naar ‘het algemeen belang’

Wat over de Arabische leden van het Israëlische parlement, de Knesset en de voortdurende klachten van het publiek over de staat? Boshra’s antwoord was beslist Israëlisch. “Alles is politiek en alles is smerig. Iedereen is op zoek naar zijn eigen belang en de beperkte belangen van zijn kiesdistrict – religieus, Arabisch, wat dan ook. Niemand kijkt naar het algemeen welzijn. En het is vaak in hun belang om de zaak aan te zetten, om op te ruien.”

“[De Saoedische interviewer] vroeg me over de Arabische leden van de Knesset die altijd tegen de Joden zijn,” vervolgde ze, “ik antwoordde hem dat die leden van de Knesset Israël moeten bedanken voor hun rechten, met inbegrip van de vrijheid van meningsuiting, die zij niet zouden genieten in een Arabisch land. Ten tweede, de Arabische Knesset-leden vertegenwoordigen niet mij.”

Dit is iets wat Boshra me voor het eerst in 2010 uitlegde over Hanin Zoabi, een Arabisch-Israëlisch lid van de Knesset, die deelnam aan de Mavi Marmara flottielje naar Gaza en venijnig Israël in de pers bekritiseerde. “Zij [de Arabische leden van de Knesset] dienen alleen hun eigen belangen.” Ze voegde eraan toe dat veel Arabische Israëliërs het daar mee eens zijn en vindt dat de Arabische leden van de Knesset zelfs Israëlische Arabieren terughouden, maar die traditie dicteert nog steeds hoe mensen stemmen. “De waarheid is dat het bewustzijn van de mogelijkheid om te stemmen en voor wie te stemmen nog steeds niet erg hoog wordt gewaardeerd in de Israëlisch-Arabische gemeenschap. Het is veel meer een familieding, je volgt wat de familieloyaliteit dicteert. Dit is niet mijn zaak, want ik had het geluk te zijn geboren in een zeer liberaal, open gezin, voorstanders van co-existentie en hoger onderwijs. Ik was in staat om relatief laat te trouwen, op de leeftijd van 25, omdat ik streef naar een masters degree. Maar anderen zijn niet zo gelukkig. “

“Ik ben voor een Palestijnse staat. Maar ik denk niet dat ik pro-Palestijns ben. Ik denk dat zij hun rechten hebben, dat de Saoedische miljonairs hen een beetje moeten helpen … maar dat is het. Ik ben niet voor een One State-oplossing, ook niet. Ik ben voor twee staten voor twee volkeren … en ik zou hier blijven. Israël is mijn thuis.”

En hoewel ze hen steunt, identificeert Boshra zich niet met de Palestijnen, noch zou zij naar een Palestijnse staat verhuizen als deze ooit zou ontstaan.

“Israël is mijn land, mijn thuis. Waarom zou ik vertrekken naar Jordanië of Egypte? Dit is waar mijn roots liggen. Hier zijn mijn opa en oma zijn geboren, al mijn familie is hier. Dit is mijn thuis”, zei ze ondubbelzinnig tegen me. Haar logica is geworteld in optimisme: “Ik ben voorstander van co-existentie, ik ben voorstander van de vrede en ik geloof sterk dat wanneer jonge mensen namens ons beginnen te spreken, in plaats van de oudere generatie die nu aan de macht is, er meer joie de vivre zal zijn. Veel problemen komen voort uit de oudere mentaliteiten en haat. Ze willen geen Joden in dit land, willen hen eruit gooien, ze behandelen hen als vijanden, of vice versa.”

In tegenstelling tot veel jonge Israëlische Arabieren beschouwt ze zichzelf niet als Palestijnse

Ik vergeleek haar bereidheid zich in het buitenland uit te spreken met de aarzeling van een aantal andere Arabische deelnemers van Faces of Israël om Israël te verdedigen, uit angst hun verwanten thuis te choqueren. Dit verontwaardigde Boshra: “Waarom? Hebben ze niet kunnen studeren? Kregen ze niet waar ze financieel recht op hadden? Dat soort ondankbaarheid zou iemand kunnen doden in een Arabisch land. “

Dat bracht me op de vraag over haar plaats als een Israëlische Arabier in de Arabische wereld. Haar antwoord vertelt over de isolatie van een gemeenschap die worstelt om zichzelf te definiëren tussen twee botsende identiteiten.

“Er is een probleem. Voor de Joden zijn wij Palestijnse Arabieren en voor de Arabieren in het Midden-Oosten zijn wij Joden. En we willen ons met beiden identificeren, met het Arabisch en het Israëlisch zijn en verbinding maken met Joden. Het is een probleem.” Maar ze maakt geen excuses en verwacht begrip van de Arabieren rond Israël. “Net zoals ik van iemand aanvaard, bijvoorbeeld Libanon, dat hij zijn eigen identiteit heeft, moet hij accepteren dat ik ben geboren in Israël. De Palestijnen die zijn geboren in Libanon zitten nog steeds vast in kampen aan de grens. Ze worden niet erkend door Libanon, ze worden niet eens als inwoners beschouwd, zelfs met een Libanees trouwen of een Libanese ID-kaart krijgen is tenslotte onmogelijk. Er is geen gezinshereniging. Het is simpel: Je moet begrijpen dat iedereen zijn eigen werkelijkheid heeft.” En de werkelijkheid van Boshra is een betrokken, actieve Israëlische…

Maar ze is niet geïnteresseerd in een politieke carrière. Ook hier klinkt haar afwijzing van de Israëlische politiek precies hetzelfde als wat ze is – puur, onmiskenbaar Israëlisch. “Ik zal niet in de politiek gaan,” zegt ze. “Het is een vies spelletje.”

Ze wil een blijvend verschil maken om mensen te verenigen en bruggen te bouwen naar de Arabische wereld met een beter, een meer tijdloos idee, eentje waar, naar mijn mening, de politici die hun “vuile spel” spelen snel gehoor aan moeten geven:

“Ik wil werken aan vrede tussen mensen. Ik wil dit doen door middel van de media … om naar de wereld te spreken. Waarom is er niet een Israëlisch (tv-)station dat spreekt tot de wereld, zoals de Fransen hebben of de BBC bijvoorbeeld? Ik wil graag bij zoiets worden betrokken.”

Bronnen:

http://tundratabloids.com/2012/10/israeli-arab-faces-public-reaction-for-telling-about-israel-like-it-is.html

http://www.timesofisrael.com/boshra-khalaila-telling-israel-like-it-is-in-arabic/

Auteur: Philippe Assouline.

Vertaling: Vederso (voor https://ejbron.wordpress.com/)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "Palestina", antisemitisme, Arabische wereld, Hypocrisie, Islam, Israël, Joden, Jodenhaat. Bookmark de permalink .

7 reacties op Israëlisch-Arabische confronteert de publieke opinie door te vertellen over Israël zoals het is

  1. Goed artikel! Wat een werk om te vertalen zal dat geweest zijn. Klasse Verderso!

    Like

  2. Tom Hendrix zegt:

    Vederso compliment. En respect voor deze dappere vrouw, maar LINKS zal dit NOOIT TOEGEVEN!

    Like

  3. louis-portugal zegt:

    Eens met de vorige reageerders.
    Misschyien geeft ze een goede aanzet voor zo´n zender.

    Like

  4. Paulus zegt:

    Zouden mw Duisenberg, mw Meulenbelt en dhr van Bommel dit ook lezen ? !!!!

    Like

  5. Jan zegt:

    @Tom Hendrix zegt:
    23 oktober 2012 om 09:36

    Ik ben hier over wel eens in discussie gegaan met iemand en die zei dat zo iemand werkt voor de Israëlische regering. Hasbara was vervolgens niet van de lucht en ik was prompt een fascist.

    Ik mag graag eens in de week eens lezen wat op de sites staat van de groepering die ik schaar onder E(een) A(ntisemitisch J(oods) G(eluid) waarvan de lijder aan Israël in Broek in Waterland woont. Een raar heerschap die altijd agressief staccato schrijft en hatelijk tegen de ander die hem durft tegenspreken, waarbij dan komt dat hij geen antwoord geeft/repliceert. Jaap Hamburger beweegt zich op het geestelijke niveau van Van Agt en heeft ook diens ‘feitenkennis’.
    Hamburger heeft ook evenveel lef als Meulenbelt die ook niet met de Gazaboot meeging omdat er al anderen mee gingen, bang als beiden zijn voor hun hachje.

    Ik vraag mij altijd weer af “Wat zouden zij zonder Israël de hele dag uitvreten? Uit hun neus vreten? Van ellende wegkwijnen?” Die moeten toch wel zeggen dat hun leven mislukt is als zij niet kunnen haten?

    Like

  6. Tom Hendrix zegt:

    @Jan 13.59. uur, helemaal waar Jan. En wat mij altijd opvalt bij deze politiek correcten en linkse zauwelaars, is hun opdringere manier van optreden. Steeds houden deze mensen ons voor dat alleen hun MENING MOREEL te verdedigen is, en ben je het er niet mee eens, dan trachten ze je de mond te snoeren. Ook met deze mensen heb ik het wel gehad!

    Like

  7. Tom Hendrix zegt:

    @Paulus 13.39. uur, ik dacht het niet Hr.Paulus. Zij wensen alleen de mening te weten en uit te dragen van DE LINKSE KERK!

    Like

Plaats een reactie