Europese Jihadisten: de nieuwste export

(Door: Soeren Kern)

“Uiteindelijk rende ik op blote voeten en met handboeien om voor mijn leven, terwijl Britse Jihadisten, jonge mannen met een accent uit Zuid-Londen, op me schoten om te doden. Er was geen Syriër te bekennen. Dat had ik niet verwacht”, berichtte John Cantlie, een Britse fotograaf.

Meer dan 1000 moslims overal uit Europa zijn op dit moment in Syrië actief als islamitische Jihadisten of heilige strijders. Het land heeft Afghanistan, Pakistan en Somalië als belangrijkste doel voor militante radicale islamieten afgelost, die gevechtservaring met weinig of geen officiële controle willen verzamelen.

Terwijl het aantal Europese Jihadisten in Syrië toeneemt, beginnen de officiële Europese officials hun zorgen m.b.t. de bedreiging te uiten die deze “interne vijanden” vormen als ze naar Europa terugkeren.

Onlangs heeft bijvoorbeeld in Groot-Brittannië minister van Buitenlandse Zaken William Hague gezegd: “Syrië is nu voor Jihadisten overal ter wereld doel nummer één.” Dit is inclusief een aantal individuen die een verbinding tot Groot-Brittannië en andere Europese landen hebben. Ze mogen dan wel geen bedreiging voor ons zijn als ze voor het eerst naar Syrië gaan, maar als ze het overleven, zullen enkelen van hen ideologisch gehard en met gevechtservaring terugkeren en politiek gezien explosief zijn.”

Britse autoriteiten denken dat er meer dan 1000 Britse moslims naar Syrië zijn gegaan om te vechten, in de hoop het regime van de Syrische president Bashar al-Assad ten val te brengen en een islamitische staat op te bouwen.

Veel van de Britse moslims in Syrië zijn toegetreden tot extremistische groeperingen, waaronder de Jabhat al-Nusra, de gevaarlijkste en meest effectieve groepering Jihadisten die tegen het regime van Assad vecht. Jabhat al-Nusra, die in contact staat met Al Qaida, werd in december 2012 door de VS tot terroristische organisatie verklaard. Op grond van een constante stroom geld en wapens door ondersteuners in Saoedi-Arabië, Qatar en andere soennitische landen, is de groepering groter geworden en heeft meer invloed gekregen.

Volgens de Britse krant “The Independent” worden de meeste Britse moslims die deelnemen aan de strijd tegen Assad beschouwd als “niet iets illegaals doende.” Zodoende kunnen ze zonder problemen weer naar Groot-Brittannië terugkeren. De krant bericht dat slechts een zeer klein aantal van diegenen die terugkeren van de gevechten in Syrië wordt gearresteerd – maar iedereen voor een specifieke misdaad: voor zijn vermoedelijke rol in de ontvoering van de Britse freelance fotograaf John Cantlie, nadat hij Syrië binnenkwam.

Cantlie werd samen met de Nederlandse fotograaf Jeroen Oerlemans in de buurt van de stad Idlib in het noordwesten van Syrië ontvoerd. Beide mannen werden later door “gematigde” strijders, die verbonden zijn aan de Free Syrian Army, gered.

Na zijn vrijlating uit gevangenschap gaf Cantlie uiting aan zijn verbazing over het aantal “gedesillusioneerde jonge Britten” dat in Syrië vocht. In zijn verslag, dat op 5 augustus in de krant “The Sunday Times” werd gepubliceerd, schreef Cantlie: “Uiteindelijk rende ik op blote voeten en met handboeien aan voor mijn leven, terwijl Britse Jihadisten – jonge mannen met een accent uit Zuid-Londen – op me schoten om te doden.

Ze richtten hun Kalasjnikovs op Britse journalisten, Londenaren tegen Londenaren, in een rotsachtig landschap dat eruit zag als de Schotse Hooglanden. Kogels spatten op de grond terwijl ik wegrende. Eén kogel ging door mijn arm, een andere suisde langs mijn oor. En daarbij was er geen Syriër te bekennen. Dat had ik niet verwacht.”

Cantlie citeerde een man, die beweerde een voormalige werknemer van een supermarkt te zijn, toen deze hem bedreigde: “Jullie zijn spionnen. Jullie werken voor MI5 (de Britse binnenlandse geheime dienst), jullie werken voor MI6 (de Britse buitenlandse geheime dienst). Bereid jullie je maar voor op het hiernamaals. Ben je bereid Allah te ontmoeten?”

Oerlemans beschreef een gelijksoortige ervaring in Syrië. In een interview met de Nederlandse krant “NRC Handelsblad” zei hij: “De Jihadisten hadden authentieke Britse accenten uit Liverpool en Birmingham. Een Britse Pakistani zei dat hij met Britse speelkameraadjes zou zijn opgegroeid. Hij zou zo zeer zijn best gedaan hebben Brits te zijn.”

In Frankrijk berichtte het dagblad “Le Figaro” op 13 maart dat er “minstens 50” en “tot 80” Franse staatsburgers in Syrië bij de Jihadistische groeperingen zouden vechten. Het aantal van diegenen die samen met de radicale islamieten in Mali opereren of het aantal Fransen dat naar Bosnië, Irak of Afghanistan ging om de Jihad te voeren, is veel groter dan een “handvol”, zoals werd beweerd door de Franse minister van Binnenlandse Zaken Manuel Valls.

De toonaangevende rechter tegen terrorisme, Marc Trévidic, vertelde “Le Figaro” dat de aanwezigheid van zoveel Franse Jihadisten in Syrië zou zorgen voor een onaangename paradox voor de Franse autoriteiten. Omdat de Fransen officieel de eerste waren die inspanningen ondersteunden om het Assad-regime ten val te brengen – Frankrijk was het eerste westerse land dat de rebellenraad van Syrië als legitieme gesprekspartner erkende – is het nu moeilijk voor de Franse regering om te zeggen dat zij niet diegenen ondersteunt die de oorlog voeren.

Trévidic zei dat Syrië het vanzelfsprekende doel voor Franse Jihadisten zou zijn. Franse staatsburgers hebben geen visum voor Turkije nodig, waar men gemakkelijk Syrische contacten zou vinden om daarna de doorlaatbare grens over te steken. Hij zei ook dat getrainde en ervaren Jihadisten een gevaarlijk probleem voor de autoriteiten zouden kunnen worden als deze voor het eerst weer in Frankrijk zouden zijn. “Niemand”, zei hij, “probeert ze te beletten naar Syrië te gaan.”

Hij sprak daarna van hun strijd als een “geautoriseerde Jihad”. Hij voegde er aan toe: “Het is bijzonder ingewikkeld om hun avonturen in Syrië te kwalificeren als terroristische handelingen. Maar laten we onszelf niets wijsmaken. Een groot deel van hen gaar er naartoe in de hoop te kunnen helpen een radicaalislamitische staat op te bouwen. Het daadwerkelijke terrorisme zal pas beginnen zodra het Assad-regime is overwonnen.”

Het interview met Trévidic vond slechts twee dagen plaats nadat de Franse politie drie verdachte radicale islamieten in de plaats Marignane bij Marseille had gearresteerd. De politie vond in de woning van een van de verdachten wapens en explosieven. Ze zijn allemaal Frans staatsburger in de leeftijd tussen 18 en 27 jaar.

De Parijse officier van justitie François Molins zei op 11 maart dat de drie een aanslag zouden hebben gepland om de eerste verjaardag te herdenken van de gepleegde moorden door Mohammed Merah, een 23-jarige Franse islamitische Jihadist van Algerijnse afkomst, in de stad Toulouse. Deze had drie parachutisten van het Franse leger, drie joodse schoolkinderen en een rabbi met kopschoten van dichtbij vermoord.

“Het onderzoek voor de arrestatie had opgeleverd”, zei Molins, “dat ze ervoor getraind hadden geïmproviseerde bommen te maken, gemotiveerd door Jihadistische radicalisering, de verheerlijking van Mohammed Merah en het vastberaden verlangen om in actie te komen.”

Molins zei verder: “Het onderzoek heeft uitgewezen dat we hier te maken hadden met een heus laboratorium voor de productie van geïmproviseerde springstoffen.” Tijdens het doorzoeken van een van de woningen van de gearresteerden vond de politie twee pistolen, een revolver, 50 gr. acetonperoxide (TATP), 150 kg. Nitraat en twee liter aceton dat, volgens Molins, de productie van 600 gr. TATP mogelijk zou hebben gemaakt.

De enorme vernietigende kracht van TATP, dat relatief gemakkelijk te produceren, maar moeilijk te ontdekken is, heeft het tot het geliefde wapen van islamitische terroristen gemaakt, die het vaak “The Mother of Satan” noemen. Molins zei dat het mengsel van aceton met 150 kg nitraat “een aanzienlijke schade in een omtrek van honderden meters veroorzaakt zou hebben.” Minister van binnenlandse Zaken Manuel Valls zei dat de arrestaties in Maragne zouden aantonen dat Frankrijk “tegenover een binnenlandse vijand staat die de vrucht is van een proces van radicalisering.”

In het niet ver verwijderde Nederland berichtte de Nederlandse publieke omroep NOS op 12 maart dat Nederland een van de grootste Europese leveranciers voor islamitische Jihadisten is geworden. Volgens de NOS zijn er op dit moment ongeveer 100 Nederlandse Jihadisten in Syrië actief, van wie de meeste zijn toegetreden tot de beruchte Jabhat al-Nusra.

Net zoals in andere Europese landen zijn de Nederlandse deskundigen op het gebied van de terrorismebestrijding bezorgd dat de Nederlandse Jihadisten hun kennis uit de gevechtservaring mee terugnemen naar Nederland.

Op 13 maart heeft de Nederlandse regering haar alarmniveau voor terroristische aanvallen van “beperkt” verhoogd naar “aanzienlijk”. In een bekendmaking heeft de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), een regeringsautoriteit binnen het ministerie van Veiligheid en Justitie, gezegd: “De mogelijkheid van een aanval binnen Nederland of tegen Nederlandse belangen in het buitenland is toegenomen. Bijna honderd individuen hebben onlangs Nederland in de richting van verschillende landen in Afrika en het Midden-Oosten, vooral Syrië, verlaten.”

De autoriteit zei dat de voor de radicale islam in het buitenland vechtende individuen zouden kunnen terugkeren en “anderen in Nederland aanzetten hen te volgen.”

Het Nederlandse dagblad “Trouw” berichtte op 16 maart dat het ministerie van Justitie het aan middelen zou ontbreken om Nederlandse Jihadisten er vanaf te houden te vertrekken naar buitenlandse avonturen. De krant merkte op dat Nederlandse rechtbanken tot nu toe niet in staat waren Nederlandse Jihadisten strafrechtelijk te vervolgen voor het reizen naar buitenlandse slagvelden.

“Trouw” beschrijft het proces in een Rotterdamse rechtbank tegen drie Nederlandse Koerden die in november 2012 werden gearresteerd, kort voordat ze naar Syrië konden vertrekken om daar deel te nemen aan de Jihadistische strijd. De openbare aanklagers beschuldigden de drie ervan “voorbereidende maatregelen te treffen om terroristische misdaden te plegen.” Maar de zaak werd geschorst, omdat onduidelijk blijft welke terroristische acties de drie in Syrië gepland hadden om uit te voeren. Twee van de drie zijn uit de gevangenis ontslagen.

In het naburige België heeft het dagblad “De Standaard” op 11 maart bericht dat minstens 70 leden van de verboden islamitische groepering “Sharia4Belgium”, die België wil veranderen in een islamitische staat, actief deelnemen aan de gevechten in Syrië. De krant merkte op dat dat de meeste van de Belgische Jihadisten “jonge mensen tussen 17 en 25 jaar zouden zijn die hier zijn opgegroeid.” Het zijn jonge mensen zonder opleiding en vaak al voorbestraft. Ze komen uit Antwerpen, Brussel, Mechelen en Vilvoorde.”

“De Standaard” bericht dat Belgische veiligheidsdiensten “uitermate bezorgd zijn over het feit wat er zal gebeuren als de militair getrainde ´schoolverlaters´  na de oorlog vanuit Syrië naar onze landen terugkeren.” De krant voegt er aan toe dat het moeilijk zou zijn gebleken om Jihadisten in Belgische rechtbanken te bestraffen, aangezien de opstand tegen Assad “over het algemeen als legitiem wordt beschouwd.”

De krant wees op een actuele rechtszaak in de Belgische stad Mechelen waar 13 islamitische extremisten ervan werden vrijgesproken leden van een terroristische organisatie te zijn. De rechtbank zei, hoewel er bewijzen zouden zijn, dat de Jihadisten na Tsjetsjenië naar Rusland zouden zijn gegaan er geen bewijs bestond dat ze daar als strijders voor een terroristische groepering zouden hebben gevochten.

In Denemarken heeft het dagblad “Politiken” op 3 maart bericht dat een 30-jarige islamitische bekeerling, Abdel Malik, bij de gevechten in de buurt van de Syrische stad Homs werd gedood.

De krant zei dat een islamitische Facebook-site, die zou zijn opgericht om tegen een Comedy Show te protesteren die de draak stak met de Deense immigranten- en moslimgemeenschap, een fonds zou hebben opgericht om Maliks familie te ondersteunen. Zijn familie is inclusief zijn tot de islam bekeerde vrouw en vier kleine kinderen.

Maliks dood kwam twee weken nadat een andere Deense burger, Slimane Hadj Abderrahmane, eveneens werd gedood terwijl hij met rebellen in Syrië vocht. Abderrahmane, zoon van een Deense en een Algerijn, staat erom bekend twee jaar in Amerikaanse gevangenschap in Guantánamo te hebben doorgebracht nadat hij in 2001 in Afghanistan werd opgepakt.

Volgens een artikel in US News & World Report werd Abderrahmane in februari 2004, ondanks de voorbehouden van Amerikaanse veiligheidsambtenaren, vrijgelaten, omdat de Deense regering gedreigd had haar troepen uit Irak terug te trekken als hij niet werd vrijgelaten. In 2007, toen hij als postbode in Kopenhagen werkte, werd Abderrahmane vanwege de diefstal van twee paspoorten, drie creditcards en het opnemen van 110.000 Deense Kronen (± € 15.000,-) veroordeeld.

Abderrahmane weigert het proces te erkennen: hij ontkende de legitimiteit van de Deense rechtbank om een proces te voeren tegen moslims. Hij zat tien maanden in de gevangenis, maar het gestolen geld werd nooit gevonden.

In een interview met de krant “Politiken” in september 2011 zei Abderrahmane dat hij niet bang zou zijn om voor de islam te vechten. “Jihad betekent voor Allah te vechten en door dit te doen komt er meer rechtvaardigheid.”

Volgens Mehdi Mozaffari, een professor aan de universiteit van Ärhus, wordt Abderrahmane nu als martelaar beschouwd: “Hij is een soort symbool geworden, vooral voor jonge moslims. Je zou kunnen zeggen dat hij als een soort islamitische Che Guevara bekend is geworden.”

De Deense krant “Jyllands-Posten” berichtte op 1 maart dat Abu Ahmed, de imam van de Quba Amager moskee in het zuiden van Kopenhagen, over Abderrahmane had gesproken als een “echte man” en dat het “heldhaftig” zou zijn om in de heilige oorlog in Syrië te sterven.

De krant zei ook dat Ahmed zich met een Deense Salafisten groepering Hjaelp4Syrien.dk tot de strijd verbonden zou hebben en dat de twee samen een propagandacampagne bedrijven die tot doel zou hebben jonge Deense moslims aan te moedigen deel te nemen aan de jihad in Syrië. Hjaelp4Syrien.dk zegt dat Deense Jihadisten de oorlog in Syrië “financieel, lichamelijk en met woorden zouden moeten ondersteunen.” Op zijn Facebook-site laat de groepering een afbeelding van een jonge moslim met een machinegeweer zien, die blijkbaar bereid is om voor Allah te sterven.

Ondertussen vieren Europese moslims de zogenaamde “martelaarsbruiloften” voor de Jihadisten die in Syrië gedood werden. Het “Middle East Media Research Institute” heeft op 4 februari foto´s van zo´n bruiloft gepubliceerd, die op een geheime plaats in Europa, waarschijnlijk in Frankrijk, plaatsvond om de bruiloft van een overledene met de maagden in het paradijs te symboliseren.

Jihadisten bewegingen organiseren deze bruiloften als middel om jonge mannen aan te moedigen tot hun gelederen toe te treden en hun ideologie van de Jihad en het martelaarschap aan te nemen. Deze berusten op het islamitische geloof dat iedere martelaar met 72 maagdelijke bruiden met zwarte ogen in het paradijs beloond wordt.

Bron:

http://europenews.dk/de/node/65989

Auteur: Soeren Kern

Bron oorspronkelijk artikel:

http://www.gatestoneinstitute.org/3634/european-jihadists

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron

(www.ejbron.wordpress.com)