Links = ijdele machtspolitiek – een korte geschiedenis

screenshot_44

(Door: “Bolle Jan”)

Er is geen wezen op de wereld dat zo verward is en in zelfbedrog is verzonken dan de linkse mens. Hij houdt zich geen spiegel voor, maar continue de afbeelding van een Griekse halfgod. Hij is zijn ideaalbeeld echter als werkelijk spiegelbeeld gaan beschouwen en verloor daarmee een heldere kijk op zichzelf, de mens en de wereld. Het ontstaan van links is onlosmakelijk met de opkomst van de ‘nouveau riche’ in de 18e eeuw verbonden, maar daarmee is echter nog niks over haar geestelijke en politieke hoedanigheid verklaard. Graag wil ik u hiervoor o.a. meenemen voor een kort uitstapje naar de 18e eeuw. Het is de eeuw van de ‘Verlichting’, de geboorte van de linkse mens en de Franse Revolutie.

Vanuit de links-liberale visie op de geschiedenis wordt de Europese ‘Verlichting’ bijna als een sprookjesachtige vooruitgang gezien; als de ‘bevrijding’ van een voorheen kortzichtig en bijgelovig Europa dat werd geknecht door adel, christendom en kerk. Dit beeld doet echter geen recht aan de complexiteit van de realiteit die erachter schuilgaat. Het zou eveneens veel te kort door de bocht zijn om het woord ‘Verlichting’ door ‘Verduistering’ te vervangen, maar dat er ook zeer duistere kanten aan het verhaal kleven, moge helder zijn. Het zogenaamde bijgeloof dat werd bestreden, maakte plaats voor een veel vernietigender bijgeloof: het geloof in de maakbaarheid van mens en samenleving.

Sociale revolutie

De sociale bovenlaag van de burgerij (d.w.z. de derde stand na adel en geestelijkheid) werd door het bestuderen van de klassieke filosofie besmet met het waanidee dat zij, door de rede die men in de filosofie ontdekte, over een unieke, subtiele en objectieve geest mocht beschikken, een progressieve geest, die zich onderscheidde van de subjectieve en verstarde geest van het ‘plebs’, het ‘klootjesvolk’, het ‘grauw’. Kortom, de nieuwbakken ‘homo illuminatus‘ achtte zich superieur aan de Henk en Ingrid van zijn tijd.

De eerste grote revolutie die de zogenoemde ‘Verlichting’ deed ontstaan, was er dan ook één binnen de derde stand van de burgerij, waar de aan hoogmoed lijdende sociale bovenlaag zich ging afzetten van de massa, waarmee zij zich niet meer wenste te identificeren. Nieuwe etiketten die pasten bij een ‘rationele houding’ deden hun intrede. Zuippartijen werden ingeruild voor het chique theedrinken in de achtertuin. De deftigheid was geboren. De nieuwe sociale klasse van ‘subtiele geesten’, die zich nu in rite en ideaal had losgemaakt van het ‘plebs’, richtte haar aandacht daarop naar die andere maatschappelijke standen: de bloedadel en de geestelijkheid. Zij herinnerde zich de woorden van Plato over een geïdealiseerde aristocratie van intellectuelen en lazen in de werken van hun nieuwe helden: Voltaire en Rousseau.

Linkse helden

François-Marie Arouet (1694-1778), beter bekend als Voltaire, was ook zo een kind van zijn tijd. Hij ervoer net als zijn geestgenoten een ziekelijke minachting voor het ‘gepeupel’ (carnaille), oftewel de gewone man. Zijn strijd tegen de kerk bestond primair daarin dat Voltaire haar invloed op de geest van ‘intelligente mensen’, waartoe hij zichzelf uiteraard rekende, hekelde. De christelijke religie was nu echt iets voor ‘simpele zielen’, want waren hij, Voltaire, en zijn geestverwanten niet de profeten van een nieuwe tijd, de priesters van een verlichte  wereldbeschouwing gebaseerd op de ‘progressieve’ inzichten die de rede uit hun intellectuele geest deed ontspruiten? Zoiets als democratie was voor de aristocratische Voltaire een gruwel dat hij betitelde als het ’despotisme van het grauw’.

Plato (Athene, ca. 427 v. Chr. – aldaar, 347 v.Chr.) is de ware aartsvader van het linkse idealisme – je zou derhalve kunnen stellen dat het linkse gedachtegoed in de kern niet progressief is, omdat het teruggaat op pre-christelijke theorieën. Deze arrogante aristocraat is met zijn abstracte idealisme, mens- en maatschappijbeeld zowel direct als indirect verantwoordelijk voor veel intellectuele dwaasheid zoals de gnostiek, een idealistisch mensbeeld, het maakbaarheidsideaal, socialisme,  eugenetica, abstract-holistische ‘logica’ (= de redenatie: christendom en islam zijn beide religie, dus subjectieve uitingsvormen van eenzelfde ‘objectieve waarheid’) en een volledig misplaatste haat c.q. dedain jegens ‘het plebs’. Persoonlijk ben ik dan ook van mening dat elke willekeurige toiletjuffrouw, buschauffeur, loodgieter, vulploeg-medewerker of glazenwasser meer positiefs aan de mensheid heeft bijgedragen dan dit idealistische ‘meesterbrein’, maar daar zal de echte ‘intelligentsia’ ongetwijfeld  heel anders over denken. Maar ja, ik ben dan ook maar een kleingeestige ‘rechts-populist’.

De geest van Plato liet zich niet alleen herkennen in de aristocratische houding van Voltaire, maar ook in de ideeën van Jean-Jacques Rousseau (1712-1778). Deze jongere tijdgenoot van Voltaire ontkende dat het kwaad van nature in de mens schuilging. Ook Plato was van mening dat de mens van nature goed is, zolang hij in geestelijke harmonie met zichzelf zou verkeren en de materiële omstandigheden dit zouden toelaten. Om dit te bewerkstelligen zou een intellectuele klasse van aristocraten zich om de harmonie in de samenleving (zowel op geestelijk als op materieel gebied) moeten bekommeren. De harde werkelijkheid van de Franse Revolutie toonde feitelijk het ongelijk van beide wijsgeren, maar door de verkeerde vooronderstellingen, de blinde hoogmoed en de hardnekkige religiositeit van de linkse mens is hieruit nooit een reële les getrokken.

Geen hervorming, maar revolutie!

Het is niet zo dat er voor de Revolutie nooit verzet tegen de gevestigde machten is geweest. Dit was er natuurlijk wel degelijk, maar de aard waarop is met de geboorte van de linkse mens in de 18e eeuw drastisch veranderd. Waar men voorheen vooral gebrand was op het herstellen van een bepaalde toestand door vermeende misstanden aan te kaarten en weg te nemen, was de nieuwe linkse elite binnen de burgerij niet langer hervormingsgezind, maar revolutionair. De haat jegens bloedadel en geestelijkheid zat hem in het gegeven dat de nieuwe linkse mens de voorrechten van beide standen voor zichzelf wilde opeisen: In zijn religieuze overtuiging koesterde hij de droom om de geestelijke aristocraat van de toekomst te kunnen zijn, die de wereld naar een ‘hoger Plan’ in volledige harmonie zou gaan tillen – in werkelijkheid is hij met diens fanatieke idealen, gebaseerd op verkeerde vooronderstellingen, juist het meest duistere en boosaardige wat de ‘Verlichting’ heeft voortgebracht. Zijn uiterlijke schijn van oprechtheid en goedgezindheid verhullen echter de stuitende arrogantie en onverzadigbare honger naar macht. De zogenoemde strijd om ‘vrijheid en harmonie’ ontaardde dan ook al gauw in regelrechte terreur. Vrijheid werd opgelegde ‘vrijheid’ en een gebrek aan een harmonieuze instelling aangaande het revolutionaire bestuur eindigde al gauw in een enkeltje guillotine op de Place de la Concorde (‘het Eendrachtsplein’). De eerste linkse dictatuur in de wereldgeschiedenis was een feit.

Maximilien de Robespierre – de eerste linkse dictator

Maximilien-Marie-Isidore de Robespierre (1758-1794) was een rasechte idealist. Als bewonderaar van Rousseau geloofde hij stellig in de goedheid van de mens. Als advocaat zette hij zich met volle overgave in voor rechtvaardigheid en pleitte hij voor mensenrechten en tegen de doodstraf. Naarmate zijn positie binnen de club van de Jakobijnen groeide en daarmee ook zijn politieke macht en ambitie, veranderde hij echter van karakter. Hij leek zich te realiseren dat zijn visie op ‘vrijheid’ en ‘harmonie’ niet kon worden gerealiseerd zonder een krachtig optredende overheid. Waar hij als advocaat vurig tegen de doodstraf pleitte, was hij als politicus in machtspositie één van de eersten die om het hoofd van de afgezette koning schreeuwde. De guillotine werd één van zijn lievelingsinstrumenten om de ‘vrijheid’ en ‘harmonie’ van ‘zijn onderdanen’ te waarborgen. Robespierre bevestigde in levende lijve het ongelijk van zijn jeugdheld Rousseau en de onjuistheid van het platonische ideaalbeeld; teveel macht en geld hebben een vernietigende uitwerking op alle mensen, hoe idealistisch, intelligent en oprecht ze in eerste instantie ook mogen lijken. De ideale aristocraat van Plato is een hersenspinsel.

De linkse conclusie

Dit was echter niet de logische conclusie die de verwarde linkse mens uit het falen van Robespierre trok, maar juist dat deze niet ver genoeg was gegaan door te verzuimen het privé-eigendom van productiemiddelen harder aan te pakken, want dat was toch de wortel van alle egoïsme en eigenbelang? Zou onteigening een sleutel tot succes kunnen zijn? Van Karl Marx tot Stalin en van Mao tot Pol Pot, allemaal waren ze gefascineerd door de dictatuur van Robespierre: hij was het ultieme voorbeeld voor hun ‘dictatuur van het proletariaat’. Karl Marx meende bloedserieus dat Robespierre met zijn keiharde terreur tegen de bevolking wellicht niet meedogenloos genoeg was geweest[i]….

Achter de façade…

De linkse intellectuelen misbruikten de goedgelovige arbeidersklasse van meet af aan om hun aristocratische dromen te kunnen realiseren, oftewel om naast geestelijke elite ook bestuurlijke elite te kunnen worden. Achter de façade van ‘gelijkheid’ en ‘rechtvaardigheid’ schuilt niets anders dan ijdele machtspolitiek. In de beleving van de aristocratische linkse mens is het geheel rechtvaardig dat hij met zijn ‘superieure geest’ het  kortzichtige ‘plebs’ onderdrukt en de les leest (verheffingspolitiek), want hij is op zijn minst toch een stuk ‘gelijkwaardiger’ dan de gelijkwaardige arbeider, nietwaar? Zo leidden alle bestuurslieden ten tijde van het communisme een luxe leventje, terwijl de proletariër onder ‘zijn’ dictatuur onder hevige armoede en onderdrukking gebukt ging.

Pragmatisch idealisme

Zaken als mensenrechten en democratie, die ook tot de erfenis van de ‘Verlichting’ behoren, zijn in principe lovenswaardig, maar in de praktijk vaak geïnstrumentaliseerde constructies om juist onrecht op grote schaal te kunnen bedrijven, hoe tegenstrijdig dit ook moge klinken. Democratie wordt vaak als doel gepresenteerd, maar dat is een grove misvatting. Democratie is altijd instrument tot een werkelijk doelwit: politieke macht – elke politiek is immers machtspolitiek. Een groot deel van de  revolutionairen is in de 20e eeuw pragmatisch geworden en weet de macht van het instrument ‘parlementaire democratie’ goed op waarde te schatten i.t.t. zijn radicalere geestgenoten. Om duurzaam aan de macht te blijven, is men een monsterverbond aangegaan met de grootste geestelijke machtsconcurrent sinds de Revolutie: de plutocraat van geest. Ze hoereerden zich op ongehoorde wijze met elkaar t.b.v. een gemeenschappelijk doel: macht – politieke macht voor de idealist en financiële overvloed tot genotsdoeleinden voor de materialist. Richard Coudenhove-Kalergi, geestelijk vader van de Europese Unie, noemde dit in het voorwoord van zijn ‘Praktischer Idealismus’ zelfs de basis (!) van zijn politieke filosofie.

Sinds decennia heeft zich onder dit monsterverbond en door het naïeve vertrouwen van de in slaap gesuste burger een internationale bestuurselite kunnen grondvesten, van groenen en sociaaldemocraten tot aan christendemocraten en neo-conservatieven, die allen niet langer in dienst van de burger en daarmee van de democratie staan, maar er vooral op gebrand zijn om de ‘gevestigde belangen’ te behartigen – onze parlementaire democratie is in werkelijkheid een electorale aristocratie. Het hoerenpact is dodelijk voor onze nationale identiteiten in Europa en onze gedeelde joods-christelijke cultuur: de linkse idealist wil vanuit zijn ‘progressieve’ waanideeën de bestaande autochtone culturen vernietigen om daarvoor een utopische wereldcultuur te forceren, terwijl de ‘rechtse’ plutocraat enkel denkt in termen van consumentisme, marktuitbreiding, winstoptimalisatie etc. Beiden hebben zich dan ook volledig in het globalisme gevonden. Het moge duidelijk zijn dat zo een ‘geestelijke aristocratie’ enkel en alleen uit verwarde en meedogenloze geesten kan zijn ontsproten.

Geestelijke armoedzaaiers

De linkse aartsvader Plato zou dit clubje criminelen in maatpak overigens niet als ideale aristocraten hebben beoordeeld, maar als geestelijke armoedzaaiers:

Een goed functionerende maatschappij is alleen mogelijk als je voor de toekomstige regeerders een levensvervulling vindt van grotere waarde dan het uitvoeren van politieke macht. Want alleen dan zal de leiding in handen zijn van de werkelijke kapitalisten, mensen met een kapitaal, niet aan geld en goederen, maar wat aan een mens moet bezitten om werkelijk gelukkig te kunnen zijn, namelijk een goed en wel overwogen leven. Als geestelijke armoedzaaiers naar politieke macht streven in de veronderstelling daar zelf beter van te worden en het nodige naar zich toe te zullen halen als compensatie voor hun povere innerlijk, moet dat wel resulteren in een strijd om de macht, en de binnenlandse conflicten die daaruit voortvloeien zullen met de strijdende klassen de hele samenleving te gronde richten.” [ii]

En dat is het nu juist: de ideale aristocraat, die zich vanuit een soort goddelijke roeping en pure goedheid belangeloos in loondienst stelt en de wereld vervolgens in één vrolijk en vredig huppelparadijsje zou kunnen omvormen, bestaat gewoon niet. De wortel van egoïsme en eigenbelang is de natuurlijke begeerte van de mens als individu: geen onnatuurlijk socialisme dat daar wat tegen kan beginnen. De onheilige drie-eenheid macht, geld en genot heeft zijn vernietigende uitwerking op alle mensen als hij zich in overvloed aandient, hoe intellectueel en goedwillend die mensen ook denken te zijn.

Daar waar de Europese burger de afgelopen decennia in slaap is gesust, geldt dat inmiddels ook voor het clubje geestelijke armoedzaaiers in zijn sociale luchtbel dat onze samenlevingen met zijn macht- en hebzucht te gronde richt. Men denkt na al die jaren uit pure arrogantie overal mee weg te kunnen komen. Men neemt niet eens meer de moeite het eigen salonsocialisme op socialisme te doen lijken of om de ondemocratische intenties te verhullen: Premier Mark Rutte, die de uitslag van een democratisch referendum denkt te kunnen weglachen, de ‘socialist’ José Manuel Barroso, die zonder blikken of blozen in dienst van zakenbank Goldman Sachs treedt, of een ‘christensocialist’ als Jean-Claude Juncker, die dagelijks een fles cognac als ontbijt nuttigt en vervolgens in alle ernst denkt anderen de maat te kunnen nemen – het zijn maar een paar voorbeelden van het feit dat de bestuurselite de grip op zichzelf aan het verliezen is…

Toekomst

Hoewel de ideale bestuurder niet bestaat, is het natuurlijk altijd beter te stemmen op politici die het welzijn van hun kiezer, de stabiliteit van hun land en het behoud van cultuur en identiteit voor ogen hebben dan te kiezen voor politici die bevangen zijn door de ‘politiek-correcte geest’ – deze willen alleen ‘gevestigde belangen’ dienen en zetten daarvoor alles wat we als volk en natie hebben opgebouwd moedwillig in de uitverkoop. Het zijn politieke moraalridders zonder moraal.

Er is een beetje hoop nu steeds meer mensen in Nederland en de rest van Europa uit hun slaap zijn ontwaakt en door de façade van het oppervlakkige idealisme van de narcistische elite beginnen te prikken. Na ‘Brexit’ en de overwinning van Donald Trump in de VS lijkt er een soort contrarevolutie van realisten op komst. Als realist (= ‘rechts-populist’) ben ik hierover uiteraard zeer verheugd, hoewel ik zo mijn twijfels heb of ‘wij’ als Nederland, Europa en de westerse wereld überhaupt nog te redden zijn – huidkanker laat zich immers niet meer met een anti-schimmelzalfje behandelen, daarvoor is de ziekte veel te ernstig.

Aan al onze hogescholen en universiteiten blijft de politiek-correcte geest zich ondertussen vrolijk verder verspreiden, waardoor de volgende generatie ‘hoeren’ die zal opkomen voor de ‘gevestigde belangen’ alvast lijkt te zijn gegarandeerd.

[i]Van Ree, Erik, Wereldrevolutie; de communistische beweging van Marx tot Kim Jong Il (Mets & Schilt uitgevers/Amsterdam), 2005, blz. 23
[ii]Plato, De ideale staat-Politeia (Athenaeum-Polak & van Gennep/Amsterdam), 2016, blz. 256-257

Door:
“Bolle Jan”
(voor www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in dictatuur, Elite, establishment, hersenspoeling, Hypocrisie, Indoctrinatie, Linkse Kerk, Marxisme, political correctness, Rotzakken, Socialisten, Volksvijandigheid. Bookmark de permalink .

9 reacties op Links = ijdele machtspolitiek – een korte geschiedenis

  1. cefas zegt:

    Uitstekende analyse.

    Like

  2. koddebeier zegt:

    Links is als een kankergezwel als het openbarst………dan sterf je uiteindelijk er aan of door !!!

    Like

  3. Theresa Geissler zegt:

    Ik mis in het plaatje eigenlijk nog het Franse existentialisme van Sartre en de Beauvoir, want een mooier voorbeeld arrogante “intelligentia-aristocratie” is praktisch onmogelijk!
    Maar juist daaróm wèl onvoorwaardelijk Mao en Castro blijven steunen en zich door deze schoften laten ontvangen en fêteren, dàt waren Sartre en zijn kliek!
    Het inzicht, dt het Nationaal-Socialisme in wezen línks was, i.p.v. rechts moest toen nog geboren worden, anders hadden ze Hitler misschien wel gestéund, i.p.v. bestreden, uit louter snobisme! (proest!)

    Like

  4. Taljaard zegt:

    Prachtig, meneer/mevrouw ”@Bolle Jan!’

    Mag uw bijdragen hier heel graag lezen.
    Het tilt het niveau van dit blog naar boven.
    En ik weet uit eigen bittere ondervinding dat het aanbieden en willen publiceren van geschriften met dergelijke existentialistische inzichten, met een realistisch mensbeeld, bepaald niet goed valt in de door het (neo) marxisme doordrenkte Nederlandse academische wereld.
    Vooral niet wanneer je er, zoals ondergetekende dat deed, ook nog een bijbelse invulling aan geeft.
    (”De Filistijnen over u!”)

    Like

  5. D. G. Neree zegt:

    mijn complimenten. Heldere uiteenzetting.

    Like

  6. Republikein zegt:

    Mooi Bolle Jan, en als dank mijn comment, als plebejer zeg maar, in een liedje.

    Like

Plaats een reactie