LONGREAD!: Waarom nationaalsocialisme socialisme was en waarom socialisme totalitair is

Screenshot_18

(Door: Georg Reisman – Vertaling: E.J. Bron)

Vandaag wil ik twee dingen aantonen: ten eerste waarom nazi-Duitsland een socialistische en geen kapitalistische staat was. En ten tweede waarom socialisme, begrepen als economisch systeem dat gebaseerd is op het eigendom van de staat van de productiemiddelen, een totalitaire dictatuur nodig heeft.

De karakterisering van nazi-Duitsland als socialistisch staatswezen is een van de vele grote prestaties van Ludwig von Mises. Wanneer men bedenkt dat “nazi” een afkorting is voor “Nationalsozialistische Deutsche Arbeiterpartei”, kan de gelijkstelling van von Mises niet echt verrassend zijn. Hoe zou men ook moeten verwachten dat het economisch systeem van een land, wiens regeringspartij “socialistisch” in de naam draagt, iets anders is dan socialisme?

Afgezien van von Mises en zijn lezers denkt desondanks niemand bij nazi-Duitsland aan een socialistisch land. Veel meer verbreid is het geloof dat het zou gaan om een vorm van kapitalisme, zoals de communisten en alle andere Marxisten altijd beweerd hebben.

De reden voor de aanname dat nazi-Duitsland kapitalistisch geweest zou zijn, is het feit dat de meeste ondernemingen in nazi-Duitsland formeel in privé-handen bleven. Von Mises benadrukt daarentegen dat het privé-eigendom in de productiemiddelen onder de nazi´s slechts in naam bestond, maar dat dit eigendom in werkelijkheid bij de staat lag.

Want de Duitse staat, niet de nominale privé-eigenaar, beschikte over alle wezenlijke macht in de productiemiddelen: de staat bepaalde wat er in welke hoeveelheid en op welke manier geproduceerd moest worden en aan wie de producten ter beschikking gesteld zouden worden; hij bepaalde ook welke prijs de nominale privé-eigenaren mochten vragen, welke lonen ze mochten betalen en welk dividend of andere inkomsten ze mochten hebben. De positie van de zogenaamde privé-eigenaren, toont von Mises aan, was in principe beperkt tot de rol van ontvangers van staatssalarissen.

Het “de facto staatseigendom van de productiemiddelen”, zoals von Mises het noemde, was een logisch gevolg van fundamentele collectivistische principes van de nazi´s, volgens welke algemeen belang voor eigen belang gaat en het individu er slechts is als middel voor de doelen van de staat. Als het individu er alleen maar voor de staat is, dan natuurlijk ook het eigendom van het individu. Zoals het individu van de staat is, zo is ook het eigendom van dit individu van de staat.

Maar wat het reëel bestaande socialisme in nazi-Duitsland pas goed bezegelde, was de invoering van prijs- en looncontroles in het jaar 1936. Deze werden ingevoerd als antwoord op de inflatie van het geldaanbod, die het regime sinds zijn machtsgreep begin 1933 bedreef. De nazi-regering liet steeds meer geld drukken om de immens stijgende staatsuitgaven te financieren, die nodig waren voor publieke werken, subsidies en herbewapening. De prijs- en looncontroles werden ingevoerd als reactie op de prijsstijgingen, die op hun beurt een gevolg waren van de geldinflatie.

De combinatie van inflatie en prijs- en looncontroles zorgt voor schaarste, dus een toestand, waarin de hoeveelheid goederen die de mensen zou willen kopen de hoeveelheid van de voor verkoop aangeboden goederen overstijgt.

Schaarste op zijn beurt leidt tot een economische chaos. Het is niet alleen zo dat de consumenten, die ´s morgens vroeg in de winkels opdoken, alle goederen opkopen en niets meer overlaten voor de later komende klanten – een situatie, waarop staten typisch genoeg met rantsoeneringen reageren. Schaarste leidt echter ook tot een complete economische chaos. Ze leidt tot een toevallige verdeling van goederen aan verschillende geografische gebieden, tot toevallige toewijzing van een productiefactor met betrekking tot verschillende mogelijke producten, evenals tot de toevallige toewijzing van arbeid en kapitaal aan verschillende economische terreinen.

Bij een combinatie van prijscontroles en schaarste zorgt een vermindering van aanbod van een product niet voor, zoals dit in een vrije markt het geval zou zijn, een stijging van prijs en rentabiliteit, wat er immers weer voor zou zorgen dat de afname van het aanbod gestopt wordt of ook wel dat er een trend-ommekeer bij de prijs intreedt wanneer deze te ver naar boven is gesneld. Prijscontroles echter verhinderen een prijsstijging en zodoende een toename van de rentabiliteit. Tegelijkertijd verhindert schaarste, die door prijscontroles ontstaat, dat een toename van het aanbod gepaard gaat met een daling van de prijs en de rentabiliteit. Als er sprake is van schaarste, dan zorgt een verhoging van het aanbod slechts voor een afname van de omvang van de schaarste. Alleen wanneer schaarste volledig uit de weg geruimd is, zorgt een toename van het aanbod automatisch voor een verlaging van de prijs en brengt ook een vermindering van de rentabiliteit met zich mee.

De combinatie van prijscontroles en schaarste maakt dus toevallige aanbodschommelingen mogelijk, die geen effect hebben op de prijs en de rentabiliteit. In deze situatie kan de productie van de meest onbetekenende goederen, ja, zelfs van “pet rocks” (kiezelstenen voor huisdieren) verhoogd worden ten koste van de productie van de meest dringend noodzakelijke en belangrijkste goederen, zoals noodzakelijke medicijnen, zonder dat daarbij de prijs en de rentabiliteit van deze goederen beïnvloed worden. Prijscontroles zouden verhinderen dat medicijnen nog winstgevender worden wanneer het desbetreffende aanbod afneemt. Ondertussen zouden zelfs “pet rocks” bij schaarste niet minder winstgevend worden wanneer het desbetreffende aanbod weer toeneemt.

Zoals von Mises aantoonde, moet de staat, wil hij klaarkomen met zulke niet bedoelde effecten van zijn prijscontroles, óf de prijscontroles zelf afschaffen óf echter meer maatregelen nemen. Zoals al gezegd, moet hij dan namelijk de controle verkrijgen over datgene wat er geproduceerd wordt, en wel met betrekking tot hoeveelheid, methodes en distributie. De combinatie van prijscontroles en deze extra controlemaatregelen betekent in de praktijk de nationalisatie van het economische systeem. Want het impliceert dat de staat alle macht over alle eigendom uitoefent.

Dit was het socialisme dat de nazi´s invoerden. En von Mises noemde dit socialisme op de Duitse of nazi-manier, in tegenstelling tot de variant van de Sovjets, die hij het socialisme op Russische of bolsjewistische manier noemde.

Natuurlijk heft het socialisme niet de chaos op die door de vernietiging van het prijssysteem veroorzaakt wordt. Het zet veelmeer de chaos voort. En als het socialisme wordt ingevoerd zonder dat er van tevoren prijscontroles ingevoerd werden, dan betekent dat gewoon de invoering van chaos. Dat komt, omdat het socialisme eigenlijk geen positief economisch systeem is. Het is slechts het negeren van het kapitalisme en zijn systeem van prijsvorming. In zoverre is socialisme in principe te vergelijken met die economische chaos die voortkomt uit de vernietiging van het prijssysteem door prijs- en looncontroles. (ik wil ook nog graag noemen dat de invoering van een systeem van productiequota met alomtegenwoordige prikkels tot de verhoging van de quota in het bolsjewistische socialisme een zeker concept voor universele schaarste is. Deze schaarste treedt overal op waar men prijs- en looncontroles heeft.)

Het socialisme beïnvloedt alleen maar de richting van de chaos. De staatscontrole over de productie kan wellicht een grotere productie van enkele bijzonder belangrijke goederen mogelijk maken, maar dit doet ze alleen maar ten koste van verwoestende schade aan de rest van het economische systeem. Dat komt, omdat de staat geen middelen bij de hand heeft om de gevolgen op de rest van het economische systeem te kennen wanneer hij de productie van goederen garandeert waaraan hij een bijzondere betekenis geeft.

De noodzaak om een systeem van prijs- en looncontroles in te voeren, werpt een typerend licht op het totalitaire wezen van het socialisme in zowel zijn nazi-variant als in zijn Sovjet bouwwijze.

We kunnen er van uitgaan dat de financiële eigenbelangen van verkopers, die moeten werken onder prijscontroles, erin bestaat deze controles te omzeilen en de prijzen te verhogen. Kopers, die anders geen goederen kunnen krijgen, zijn bereid, ja, zijn er zelfs begerig naar om deze hogere prijzen te betalen om de gewilde goederen te verkrijgen. Wat verhindert onder deze omstandigheden de prijzen eraan om te stijgen en wat verhindert dan het ontstaan van een enorme zwarte markt?

Het antwoord daarop luidt: zware straffen, verbonden met een hoge waarschijnlijkheid betrapt te worden en de straffen dan ook daadwerkelijk te moeten ondergaan. Het is onwaarschijnlijk dat alleen geldboetes een bijzonder afschrikkend effect hebben. Geldboetes zouden wel eens alleen maar als extra zakenkosten beschouwd kunnen worden. Wanneer de staat het serieus meent met zijn prijscontroles, dan moet hij noodzakelijkerwijs straffen als voor een halsmisdaad opleggen.

Maar alleen het voorhanden zijn van zulke straffen volstaat niet. De staat moet daadwerkelijk van de zwarte markt handel een gevaarlijke zaak maken. Hij moet de mensen bang maken, namelijk dat zo´n zwarte handel door de politie ontdekt wordt en daar gevangenisstraf op zet. Om zo´n angst op te wekken, moet de staat een leger van verklikkers en informanten opbouwen. De staat moet bijvoorbeeld een winkelier en zijn klanten laten vrezen dat zij bij een zwarte handel door een andere, zich op dat moment in de winkel bevindende, klant aangegeven kunnen worden.

Op grond van de private en samenzwerende omstandigheden, waarin zwarte markt transacties worden uitgevoerd, moet de staat ook iedereen die van plan is om zwarte handel te gaan bedrijven, laten vrezen dat de ander zich als politieagent ontpopt, die geprobeerd heeft hem in de val te lokken. De staat moet er zelfs voor zorgen dat de mensen langjarige bekenden, ja, zelfs vrienden en familieleden gaan vrezen, die immers ook informanten zouden kunnen zijn.

En tenslotte moet de staat bij veroordelingen de beslissing over de onschuld of de schuld in het geval van zwarte markt transacties in handen van een bestuurstribunaal of zijn plaatselijke politieagenten leggen. De staat kan niet vertrouwen op processen met een jury, want het is onwaarschijnlijk dat er veel jury´s te vinden zijn die iemand schuldig verklaren en wellicht tot meerdere jaren gevangenisstraf willen veroordelen, alleen maar omdat hij het delict heeft gepleegd een paar pond vlees of een paar schoenen boven de vastgestelde prijs te verkopen.

Het afdwingen van prijscontroles vereist dus het doordrukken van wezenlijke kenmerken van een totalitaire staat, namelijk de invoering van de categorie” economische misdaden”, waarin het vreedzame streven naar materieel eigenbelang als crimineel vergrijp behandeld wordt, evenals de invoering van een totalitair politieapparaat met talrijke spionnen en informanten en de bevoegdheid willekeurig te arresteren en gevangen te zetten.

Het doordrukken van prijscontroles vereist blijkbaar een staat zoals Hitler-Duitsland of Stalin-Rusland, waar praktisch iedereen zich als politiespion kan ontpoppen en waar een geheime politie bestaat met de bevoegdheid mensen te arresteren en in de gevangenis te gooien. Wanneer de staat niet bereid is om zover te gaan, dan blijken zijn prijscontroles niet door te drukken en lossen in lucht op. De zwarte markt neemt dan een grotere omvang aan. (daarnaast dient hiermee absoluut niet gesuggereerd te worden dat prijscontroles de oorzaak voor het schrikbewind van de nazi´s geweest zouden zijn. De nazi´s begonnen hun terreurheerschappij al voor de invoering van de prijscontroles. Ze voerden de prijscontroles dus pas in, toen daarvoor de bodem al was bereid.)

Zwarte markt activiteiten zorgen voor het plegen van nog meer delicten. Onder een De-Facto-socialisme vormen de productie en de verkoop van waren op de zwarte markt een uitdaging voor de staatsreguleringen met betrekking tot de productie en de verdeling evenals de prijscontroles. De goederen bijvoorbeeld die op de zwarte markt verkocht worden, waren er eigenlijk door de staat voor bedoeld om volgens plan toegewezen te worden, echter niet door de zwarte markt. De productiefactoren voor de fabricage van deze goederen worden eveneens door de staat ingepland en zijn er niet voor bedoeld om de zwarte markt te verzorgen.

Onder een socialistisch rechtssysteem, zoals dat in Sovjet-Rusland bestond, waar de staat per wet expliciet de eigenaar van de productiemiddelen wordt, draaien alle zwarte markt activiteiten automatisch uit op diefstal van staatseigendom.

Bovendien maakt in ieder socialistisch staatsmodel, of dit nu nationaalsocialistisch of communistisch is, het economisch plan van de staat deel uit van de hoogste wetgeving van het land. We hebben allemaal meegemaakt hoe chaotisch het zogenaamde planningsproces in het socialisme is. Het omzeilen van het plan door arbeiders en managers, die materialen en voorraden achteroverdrukken om voor de zwarte markt te produceren, moet een socialistische staat logischerwijs als sabotagedaad van zijn nationale economische plan beschouwen. En zo gebeurt het ook. Daarom staat in een socialistisch land ook vaak de doodstraf op zwarte markt activiteiten.

Ik denk dat een fundamentele verklaring voor de omvangrijke terreurheerschappij onder het socialisme het grote dilemma is, waarin een socialistische staat zich bevindt wanneer het om zijn relatie tot zijn burgers gaat. Enerzijds neemt hij de volle verantwoording voor het economisch welbevinden van elke burger op zich. Het Russische respectievelijk bolsjewistische socialisme neemt deze verantwoording nadrukkelijk op zich, en daar komt ook vooral zijn aantrekkingskracht vandaan. Anderzijds verprutst een socialistische staat deze taak in elk denkbaar opzicht. Hij maakt van het leven van het individu een nachtmerrie.

Iedere dag van zijn leven moet de gewone burger van een socialistische staat zijn tijd doorbrengen in eindeloze rijen. Voor hem zijn problemen, zoals de Amerikanen die tijdens de benzineschaarste in de jaren-70 meemaakten, absoluut normaal. Maar deze schaarste maakt hij niet mee bij benzine, want hij bezit immers geen auto en mag ook niet hopen er ooit eentje te bezitten. Hij maakt de schaarste veelmeer bij zulke eenvoudige dingen als kleding, groente, ja, zelfs brood mee. Erger nog: hij wordt er zelfs vaak toe gedwongen om werk te doen dat hij niet zelf heeft uitgezocht en dat hij daarom niet echt waardeert. Want onder de omstandigheden van schaarste komt het ertoe dat de staat net zo over de toewijzing van werk beslist als dat hij beschikt over de toewijzing van materiële productiefactoren. De gewone burger in het socialisme leeft ook in de toestand van een ongelooflijke ruimtelijke benauwdheid, die hem geen privésfeer geeft. Met het oog op de woningschaarste worden huurders in tehuizen geplaatst; gezinnen worden gedwongen hun woningen te delen. En er wordt een identificatiesysteem voor het binnenland ingevoerd om de acute woningschaarste in de meer aantrekkelijke gebieden van het land te beperken. Om het mild uit te drukken: een persoon die onder zulke omstandigheden moet leven, zou eigenlijk moeten koken van woede.

Wat zou er logischer zijn dan dat de burgers van een socialistische staat hun woede tegen de socialistische staat zelf richten? Die socialistische staat, die de verantwoording voor hun leven proclameerde en hen een gelukkig leven beloofde, is er in werkelijkheid voor verantwoordelijk hen een leven in de hel gegeven te hebben. In werkelijkheid zitten de leiders van een socialistische staat in nog een ander dilemma, namelijk dat ze het volk dagelijks moeten wijsmaken dat het socialisme een perfect systeem zou zijn, wiens slechte resultaten eigenlijk alleen het werk van schurken kunnen zijn. Als dit waar zou zijn, dan kunnen logisch bekeken eigenlijk alleen de heersers zelf die schurken zijn, die immers niet alleen het leven van de burgers tot een hel gemaakt hebben, maar zelfs een zogenaamd perfect systeem geperverteerd hebben.

De heersers van een socialistische staat moeten derhalve in vrees voor het volk leven. In overeenstemming met de handelingen en leren van deze heersers zou de volksziel moeten koken en de heersenden moeten wegvagen. De heersende klasse voelt dat, ook al geeft ze dit niet openlijk toe. Daarom is haar grootste zorg steeds de vraag hoe ze haar burgers in toom kan houden.

Derhalve is het weliswaar niet fout, maar ook niet genoeg, wanneer men alleen maar zegt dat het in het socialisme ontbreekt aan persvrijheid en vrijheid van meningsuiting. Natuurlijk ontbreken deze vrijheden. Wanneer de staat alle kranten en uitgeverijen bezit, wanneer hij erover beslist voor welk doel krantenpapier ter beschikking wordt gesteld, dan kan er natuurlijk niets gedrukt worden wat de staat niet wil dat er gedrukt wordt. Als hij alle grote hallen bezit, kan er geen openbare rede of voorlezing gehouden worden, waarvan de staat liever niet wil dat die gehouden wordt. Socialisme betekent veel meer dan alleen maar het ontbreken van persvrijheid en van vrijheid van meningsuiting.

Een socialistische staat vernietigt deze vrijheden volledig. Hij verandert de pers en elk openbaar forum in een propaganda-instrument voor zijn eigen doelen, en hij vervolgt meedogenloos iedereen die ook maar een duimbreed van de officiële partijlijn afwijkt.

De reden daarvoor is de angst van de socialistische heersers voor het volk. Om zichzelf te beschermen, moeten de heersenden het ministerie van Propaganda en de geheime politie opdragen om rondom de klok te werken: het ministerie van Propaganda moet het volk er constant van afleiden dat het socialisme en zijn heersers verantwoordelijk zijn voor de misère van het volk. En de geheime politie moet iedereen laten verdwijnen en tot zwijgen brengen die ook maar de verantwoording van het socialisme en zijn heersers aanspreekt. Ze moet iedereen laten verdwijnen die aanstalten maakt om zelf te denken. Het ligt aan de angst van de heersers en de noodzaak om zondebokken te moeten zoeken voor het mislukken van het socialisme dat de pers van een socialistisch land altijd bol staat van verhalen over buitenlandse complotten en sabotagedaden en over corruptie en mismanagement van lagere ambtenaren, en dat het af en toe nodig is om groots opgezette binnenlandse complotten te onthullen en in het kader van gigantische zuiveringen hogere ambtenaren en complete fracties te offeren.

Uit angst en vanuit de noodzaak om iedere zweem van oppositie neer te moeten slaan, durven de heersers van het socialisme niet eens zuiver culturele activiteiten toe te staan die niet onder controle staan van de staat. Want wanneer veel mensen bij elkaar komen voor een kunstmanifestatie of de lezing van een dichter, die niet door de staat gecontroleerd wordt, dan moeten de heersers vrezen dat zich daarbij gevaarlijke ideeën verbreiden. Alle ongeoorloofde ideeën zijn gevaarlijke ideeën, want zij kunnen ertoe leiden dat de mensen beginnen zelfstandig na te denken en dan ook beginnen na te denken over de aard van het socialisme en zijn heersers. De heersers moeten de spontane bijeenkomst van een handjevol mensen in een ruimte vrezen en de geheime politie en haar spionageapparaat, informanten en terreur ervoor gebruiken om zulke ontmoetingen of te verbieden of er zeker van te zijn dat deze voor de staat absoluut onschuldig zijn.

Socialisme kan niet heel lang zonder terreur uitgeoefend worden. Zodra de terreur afneemt, komt er onvrede tegenover de heersenden op. Dan is het terrein voorbereid voor een revolutie of een burgeroorlog. In werkelijkheid zou zonder terreur of, beter gezegd, zonder een voldoende mate aan terreur, het socialisme een eindeloze serie revoluties en burgeroorlogen zijn, omdat iedere nieuwe groep heersers, als het er om gaat het socialisme te laten functioneren, net zo onbekwaam zou blijken te zijn als de groep daarvoor. Daaruit kun je alleen maar concluderen dat de terreur die de socialistische staten moesten meemaken niet alleen maar het werk van boze mannen zoals Stalin was, maar voortkomt uit de aard van het socialistische systeem zelf. Stalin kon aan het roer komen, omdat zijn ongebruikelijke vastberadenheid en sluwheid in de toepassing van terreur die bijzonder eigenschappen vormden die men als socialistisch heerser het meest nodig heeft om de macht te behouden. Hij kwam aan de top door een natuurlijk proces van socialistische selectie: het uitkiezen van de meest kwade.

Ik moet op deze plaats een mogelijk misverstand met betrekking tot mijn these over de totalitaire aard van het socialisme voorkomen. Het gaat om de door sociaaldemocraten geregeerde zogenaamd socialistische landen zoals Zweden en andere Scandinavische landen, die echter heel duidelijk geen totalitaire dictaturen zijn.

Deze landen zijn niet alleen niet totalitair, maar ook niet socialistisch. Hun regeringspartijen propageren weliswaar het socialisme als hun filosofie en als hun einddoel, maar het is geen socialisme wat ze als economisch systeem ingevoerd hebben. Hun economische systeem is eigenlijk een gehandicapte markteconomie (“hampered market economy”), om met von Mises te spreken. Terwijl ze in menig opzicht meer gehinderd wordt dan de Amerikaanse markteconomie, lijkt haar economische systeem toch behoorlijk op het onze. De drijvende kracht van de productie en van de economische activiteit zijn namelijk niet staatsvoorschriften, maar veelmeer het initiatief van privé-eigenaren, die gemotiveerd worden door het vooruitzicht op privéwinst.

De reden waarom sociaaldemocraten niet het socialisme invoeren als ze aan de macht komen, is dat zij niet bereid zijn te doen wat het socialisme eigenlijk zou vereisen. De invoering van het socialisme als economisch systeem vereist een massale diefstal – de productiemiddelen moeten van hun eigenaren afgepakt en aan de staat overgedragen worden. Zo´n onteigening zou zeer zeker het verbitterde verzet van de eigenaren provoceren, dat alleen met enorm geweld zou zijn in te dammen.

De communisten waren en zijn bereid dit geweld toe te passen, zoals we in Sovjet-Rusland hebben gezien. Zij hebben het karakter van gewapende rovers, die bereid zijn om over lijken te gaan voor hun roof. Daartegenover hebben sociaaldemocraten het karakter van zakkenrollers, die er weliswaar over praten ooit de grote coup te plegen, maar die eigenlijk niet het daarvoor noodzakelijke moorden op zich willen nemen en die daarom bij de eerste signalen van serieus verzet opgeven.

Wat betreft de nazi´s; die hoefden meestal alleen maar Joden te vermoorden om aan Duits eigendom te komen. Dat lag eraan, zoals we gezien hebben, dat ze het socialisme stiekem ingevoerd hebben, namelijk door prijscontroles, die ertoe dienden om naar buiten toe de schijn van privé-eigendom te handhaven. De privé-eigenaren werden dus van hun eigendom beroofd zonder dit te merken en voelden daarom niet de noodzaak om dit met geweld te verdedigen.

Ik denk dat ik heb uitgelegd dat een authentiek socialisme van nature uit totalitair is.

Bron:
www.misesde.org
Vertaling: David Schah

Bron oorspronkelijk artikel:
https://mises.org
Door: George Reisman

Vertaald uit het Duits en ingekort door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in nationaalsocialisme, socialisme. Bookmark de permalink .

4 reacties op LONGREAD!: Waarom nationaalsocialisme socialisme was en waarom socialisme totalitair is

  1. ronjaspers zegt:

    Het extreem linkse nageboorte zijn nazi,s en dus niet rechts.a.f.a. zijn neonazi,s.

    Like

  2. guusvelraeds zegt:

    Het socialisme werd bedacht en ontwikkeld door mensen met alle nadelen en de chaos die er uiteindelijk uit voorkomt. Het kapitalisme werd door niemand bedacht. Dat wat men kapitalisme noemt is een systeem van productie, verkoop, inkoop, ruilhandel, schenking, eigendom verschuiving van roerende en onroerende goederen met winst en verlies dat organisch gegroeid is door de eeuwen heen zonder dat er van tevoren ontwikkelde modellen aan ten grondslag liggen en lagen. Kapitalisme is hoe mensen vanuit het prilste begin van hun bestaan omgingen met hun omgeving ten behoeve van hun voortbestaan. Eerst als verzamelaars rondzwervend en later als producenten zich vestigend op een plek. Hij die het beste kon verzamelen had het meeste te eten en hij die het beste kon produceren had zelf genoeg en misschien over om te delen of te verkopen of ruilen. Door het vrij naar eigen inzicht verzamelen en produceren kreeg het kapitalisme een zelf corrigerend vermogen iets dat het socialisme met haar economische en maatschappelijke modellen niet heeft. Doordat het socialisme geen zelf corrigerend vermogen heeft is het altijd gedoemd te eindigen in dictatuur en massa moord. Aan het socialisme ligt ook het maakbaarheid principe ten grondslag. Denk vooral aan de quota’s en meer jaren plannen waar we vandaag de dag mee om de oren geslagen worden. Vrouwen quota’s, diversiteit quota’s en immigratie quota’s. Ook de waanzinnige klimaat quota’s (in 2030 50% minder CO2 uitstoot) passen een op een binnen de socialistische maakbaarheid modellen. Binnen het socialisme krijgt de mens grootheidswanen die hem het idee geven dat hij de wereld om hem heen kan kneden naar zijn wil. Dat is de grootste vergissing van het socialisme en deze vergissing heeft miljoenen de dood in gejaagd. Dat nazisme, socialisme, communisme loten zijn van een en dezelfde stam laat de documentaire film de sovjet story goed zien. Ook de samenwerking in de jaren 30 tussen de nationaal socialisten en de communisten komt goed in beeld. Het fascisme verhoudt zich tot socialisme als de hamer zich verhoudt tot de spijker. Zonder het fascisme krijg je het socialisme niet in werking zoals je ook de spijker niet zonder hamer in het hout krijgt.

    Like

  3. Rensk. zegt:

    Socialisme is een zelfverrijkende top en een hele onderlaag die hun in eerste instantie vrijwillig helpen aan die zelfverrijking zonder dat ze het in de gaten hebben (ze worden voorgelogen) en zodra ze het wel door krijgen het ten dienste zijn onder dwang gebeurd en de greep al zo sterk is dat er geen ontkomen aan is. Dat is socialisme in sneltreinvaart! En dat is nu volop aan de gang.
    Ik heb nog steeds geen leider gezien ( hier in Nederland) die dat proces gaat omkeren.

    Like

  4. Pingback: De fascisten van de toekomst zullen zich antifascisten noemen | E.J. Bron

Plaats een reactie