“Rebellen” geven toe verantwoordelijk te zijn voor aanval met chemische wapens

Syrische “rebellen” in Ghouta, een buitendistrict van de Syrische hoofdstad Damascus, hebben tegenover de correspondente van het persbureau “Associated Press”, Dale Gavlak, toegegeven verantwoordelijk te zijn geweest voor de aanval met chemische wapens van vorige week. Vooral westerse mogendheden hadden de strijdkrachten van Assad de schuld voor deze aanval in de schoenen geschoven.

Volgens de rebellen zijn de vele dodelijke slachtoffers en gewonden het gevolg van een tragisch ongeluk, toen de rebellen zonder enige kennis chemische wapens hadden ingezet, die door Saoedi-Arabië aan hen waren geleverd. “Uit talrijke gesprekken met artsen, inwoners van Ghouta, strijders van de opstandelingen en hun families… komt naar voren dat bepaalde rebellen chemische wapens via de chef van de geheime dienst van Saoedi-Arabië, prins Bandar bin Sultan, hadden gekregen en verantwoordelijk zijn voor de dodelijke gifgasaanval”, schrijft Gavlak (en hier).

De rebellen vertelden Gavlak dat ze niet genoeg zouden zijn opgeleid in de omgang met chemische wapens en dat niemand hen verteld zou hebben dat het om zulke wapens zou gaan. Blijkbaar werden deze wapens eerst aan de tot Al Qaida behorende terreurgroep Al Nusra (“Ondersteuningsfront voor het Syrische volk”)  geleverd. “We vonden deze wapens heel merkwaardig. En helaas zijn enkele strijders niet goed met de granaten omgegaan en hebben de explosies veroorzaakt”, vertelde een strijder genaamd “J” aan Gavlak.

Zijn uitspraak werd bevestigd door een strijdster met de naam “K”. “Ze hebben ons niet verteld om welke soort wapens het gaat en hoe we met hen om moeten gaan of inzetten. We hadden geen idee dat het om chemische wapens gaat. We hebben nooit gedacht dat het om chemische wapens gaat.”

Abu-Abdel-Moneim, de vader van een rebellenstrijder, zei tegen Gavlak: “Twee weken geleden kwam mijn zoon bij m en vroeg of ik zou weten om welke soort wapens het gaat die hij moest transporteren.” Volgens zijn omschrijving hadden sommige van de wapens een buisvormig uiterlijk, terwijl anderen de vorm van “grote gasflessen” hadden. Volgens de vader werden de wapens door een Saoedische strijder genaamd Abu Ajescha geleverd. Abu-Abdel-Moneim zei verder, dat de wapens in een tunnel ontploft zouden zijn. Daarbij zouden twaalf rebellen om het leven zijn gekomen. “Meer dan tien rebellen, met wie ik gesproken heb, zeiden dat hun loon door de Saoedische regering werd betaald”, schreef Gavlak verder.

Mocht deze informatie waar blijken te zijn, zou daarmee de haast waarmee de VS aandringen op een aanval op Syrië ongegrond zijn. Als motivering voor zo´n aanval werd altijd gebruikt dat het “onbetwistbaar” zou zijn dat Assad achter de aanvallen zou zitten. Dale Gavlak bezit als langjarige correspondente van Associated Press in het Midden-Oosten een grote geloofwaardigheid. Bovendien werkte ze ook voor de Amerikaanse radiozender “National Public Radio” en schreef ze artikelen voor “BBC News”. Haar artikel verscheen het eerst op de internetsite “Mint Press”, die op grond van de grote aandacht die het artikel kreeg op dit moment moeilijk is te bereiken. “Mint Press” is een serieuze mediaonderneming in Minnesota. Verleden jaar publiceerde het dagblad “Minnesota Post” een profiel van de onderneming.

De rol van Saoedi-Arabië bij de levering van chemische wapens aan de rebellen, die zij sinds het begin van de opstand massaal ondersteund heeft, is eigenlijk geen verrassing. Al in de loop van de week was aan het licht gekomen dat de Saoedi´s Rusland gedreigd hadden met aanslagen tijdens de komende Olympische Winterpelen in Sotschi, mocht Moskou zijn ondersteuning voor de Syrische president niet opgeven. “Ik kan u een garantie voor de veiligheid van de Winterspelen volgend jaar geven. De Tsjetsjeense groeperingen, die de veiligheid van de Winterspelen zouden kunnen bedreigen, worden door ons gecontroleerd”, zou prins Bandar tegen de Russische president Vladimir Poetin gezegd hebben, zoals het Britse dagblad “The Telegraph” berichtte.  

De regering Obama wilde op 30 augustus 2013 aan het publiek de kennis van hun geheime diensten presenteren, die moeten bewijzen dat troepen van Assad verantwoordelijk zouden zijn voor de aanvallen in de afgelopen week. Daartegenover hadden verschillende Amerikaanse regeringsvertegenwoordigers tegenover de “New York Times” verklaard dat er geen “duidelijke bewijzen” zouden bestaan die Assad rechtstreeks in verband zouden brengen met de aanslagen. En tegenover Associated Press zeiden verschillende mensen van de Amerikaanse geheime dienst dat de informatie, die zogenaamd de schuld van Assad bewijst, helemaal niet “slag- en steekvast” zou zijn.

In de loop van de week werd al bericht dat uit afgeluisterde telefoongesprekken naar voren zou komen dat het Syrische ministerie van Defensie bijna “in paniek” contact zou hebben gezocht met de instellingen betreffende chemische wapens in het land en in de uren direct na de aanval op informatie zou hebben aangedrongen, wat erop duidt dat de aanval niet door de strijdkrachten van Assad werd bevolen.

Opmerking: “Associated Press” nam contact met ons op en bevestigde dat Dale Gavlak inderdaad werkt als correspondente voor Associated Press. Dit artikel zou echter niet in haar hoedanigheid van AP-correspondente zijn gepubliceerd. Dit hebben wij ook niet beweerd. We hebben alleen maar gewezen op haar werkzaamheden om haar geloofwaardigheid te onderbouwen. Ze werkt niet allen als AP-correspondente, maar schrijft ook voor PBS, BBC en Salon.com.

Bron:

http://info.kopp-verlag.de/hintergruende/geostrategie/paul-joseph-watson/rebellen-raeumen-verantwortung-fuer-chemiewaffenangriff-ein.html

Auteur: Paul Joseph Watson

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron

(www.ejbron.wordpress.com)