EEN WINTERVERTELLING

screenshot_81

(Door: “Driek”)

In de Hongerwinter van 1944 brachten wij de avonden door met lezen, het Monopoly-spel en Mens Erger Je Niet. De natte grauwheid die voelbaar om ons heen hing, die ons als een loodzware mantel bedolf en deed stikken onder zijn gewicht. De duisternis bijna tastbaar en slechts verlicht door walmend olielampje of carbidlamp. Je kon er amper bij lezen. Met moeite kon je de letters van krant of boek spellen, dat was dan ook alles. Eens per week was er een lichtpuntje, dan ging mijn moeder naar de Uitleenbibliotheek. De boeken van Dr. Arkel Zegwaard en Ina Boudier Bakker waren toen erg in trek, die werden erg veel gelezen. Het boek ‘Armoede’ van Ina Boudier Bakker vond mijn moeder een erg mooi boek. Die boeken gingen er bij ons thuis in als koek.

Gelezen werd er veel in die tijd. In mijn herinnering zat iedereen bij ons thuis ’s avonds met een boek voor z’n neus, maar er was ook niks anders. In schemerdonker, als de stad door een koepel van duisternis was overwelfd, lazen wij met z’n allen om de tafel geschaard die boeken totdat onze ogen moe werden. Mijn vader las het meest van ons allen, maar hij gebruikte er een vergrootglas bij, zo eentje die je op de bladzijde van het boek neer kon zetten. Zo behield je tijdens het lezen altijd dezelfde leeshoogte. Aan weerskanten van dat vergrootglas was een verstelbare staander vastgeschroefd. Al naar gelang de hoeveelheid licht of moede ogen stelde mijn vader zijn vergrootglas ietsje bij. Dan kon hij weer doorgaan met lezen.

Het was toen schipperen met licht. Kaarsen waren niet verkrijgbaar. Er was eigenlijk helemaal niets verkrijgbaar. In de avonduren, als de donkerte zijn sombere schaduwloze zwartheid over ons heen wierp, kwam mijn opa op bezoek. Hij sloeg nimmer een avond over, want opa woonde bij ons om den hoek. Tijdens zijn korte wandeling naar onzen woning bediende hij zich van een klein ‘knijp – zaklantarentje’, de knijpkat, zo kon hij zich, om niet in goot of heg te vallen, zichzelf bijlichten. Zaten mijn vader en moeder, mijn zusje en ik aan den grote rechthoekige eettafel met Monopoly-spel of boek, dan hoorden wij van verre opa al aankomen. Dat knijperige en vertrouwde piepgeluid van zijn lantaarntje bracht altijd een vleugje warme gezelligheid en saamhorigheid. Iedere avond zaten wij met gespitste oren te wachten op dat piepgeluid. Als opa kwam, leek het alsof het eventjes minder donker was.

Soms deed een optimistisch bericht, gemeld door onze buurman die in zijn kelder een clandestiene radio had staan, ons opbeuren. Van dien loze berichten als zouden de geallieerden al bijna op de grens staan om ons te bevrijden. Zo’n bericht verrichtte wonderen in ons armtierig bestaan. Radio Oranje sprak ons moed in, want daar in Londen zetelde onze regering en die zou het toch wel weten. Van daaruit kwamen ook de nuttige adviezen van wat we allemaal konden doen om te overleven. Om niet dood te gaan van den honger. Via buurman’s radio vernamen wij van voedzame kookrecepten, een samenraapsel van oneetbare ingrediënten die ook al weer moeilijk verkrijgbaar waren.

Om te overleven, aten wij met z’n allen geschaard om den tafel gebakken bloembollen en suikerbieten. Die bloembollen hadden volgens deskundigen enige voedingswaarde en waren rijk aan vitaminen. Mijn moeder maakte dat alles klaar op een ijzeren noodkacheltje dat vreselijk stonk en waarin alles werd gegooid dat maar enigszins brandbaar was. Ik plukte brandnetels die mijn moeder kookte om er soep van te maken. Ook gras trachtte mijn moeder door langdurig koken gaar te krijgen. Doch dat kreeg zelfs mijn moeder niet voor elkaar.

In grote vuilnisbakken werd er soep, samengesteld uit koolbladeren en aardappelschillen, op een eigen gemaakt karretje naar onze school gebracht. Dat was dan smullen geblazen. Wie het laatst met z’n pannetje aan kwam zetten, kreeg het onderste uit de vuilnisbak. Dan had je een pannetje met vies water. Na de soepuitdeling stormden wij op die leeg geschraapte vuilnisbakken af om ze met onze handen leeg te likken. Je kroop er bijna in. Ook toen moest je met je ellebogen werken om vooraan te komen met je pannetje. Je moest voordringen om aan die bak te komen! Anders kreeg je niks.

Toen kwam dan eindelijk de bevrijding en kregen we weer elektrisch licht. Je moest een penning in den meter gooien, anders zat je zonder. Het voordeel was dat ze je nooit konden afsnijden. Geen penning, geen licht. En wederom zaten wij onder een bruingele lamp met franje om den tafel geschaard. Wij konden dan allemaal het schijnsel van den lamp opvangen die licht wierp op ons boek of Mens Erger Je Niet.

Weer deden we spelletjes en ging mijn moeder naar de Uitleenbibliotheek. Mijn opa kwam gewoontegetrouw iedere avond op bezoek zonder zijn lantaarntje. Wij zaten ’s avonds niet meer met gespitste oren luisterend om de tafel of opa kwam. Het vertrouwde piepgeluid van opa ondergingen wij thuis allemaal als een gemis. Want heel lang was dat geluid voor ons een lichtje in de duisternis.

Ogen knipperend tegen het felle licht kwamen wij uit die duisternis te voorschijn. In het begin was het eventjes wennen. In mijn herinnering komt het mij voor alsof die duisternis toch lang bleef aanhouden. Maar gelukkig is er nu voor ons allen onbeperkt licht.

Door:
“Driek”
(voor www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in Algemeen. Bookmark de permalink .

16 reacties op EEN WINTERVERTELLING

  1. Stef zegt:

    Beste Driek,
    Wat omschrijf je het mooi. Wat waren we dankbaar met een paar blokken hout of eigenlijk om niets.
    Waren onze kinderen nog maar zo dankbaar.
    Dan zouden zij de nog ondankbaardere indringers wel verdrijven.
    Stef.

    Like

  2. paulzwueste zegt:

    Heel goed geschreven. Hartelijk dank Driek.
    Ik herken de situaties die je beschrijft. Zo was het, en niet anders.
    Ik heb ook bloembollen en suikerbieten gegeten.
    De jeugd kan zich dat niet voorstellen.
    En dan te weten dat we dit soort tijden weer terug kunnen verwachten.
    De mens zal het nooit leren.

    Like

    • delamontagne zegt:

      Mooi geschreven, de foto herkende ik ook.
      Er werd in de direct na-oorlogse jaren veel geschreven over de oorlog.
      Wat ik zelf ook dacht, net als andere reageerders van ongeveer zelfde leeftijd, “De jeugd kan zich dat niet voorstellen………”
      Mijn ouders en kinderen hebben het niet meegemaakt, ik herinner me wel de zorgen die zij maakten over familie in het verre NL.
      Maar pessimistisch als ik ben, die tijden kunnen zomaar terukeren.

      Like

  3. A.J. de Koning zegt:

    Driek, wat een mooi verhaal, ik ben van dezelfde leeftijd en heb dus als jongen ook de oorlog meegemaakt maar omdat wij in Breda woorden hebben wij nooit honger gehad, er was wel voor een hoop levensmiddelen surrogaat maar dat was goed te doen, honger had je niet, zelfs op verjaardagen maakt mijn oma, die bij ons inwoonde omdat ze weduwe was. een taart van gekookte aardappelen en deed daar uit een klein flesje essance met amandelsmaak doorheen en dan werd hij gebakken en versierd met jam en daar sneden ze dan puntjes van. Ik heb daar prettige herinneringen aan maar ik kan mij voorstellen dat als je de hongerwinter hebt meegemaakt er heel anders naar terugkijkt. Ook wij waren lid van de bibliotheek en lazen veel, de boeken van Ina Boudier-Bakker waren ook bij ons erg populair en ik heb mooie herinneringen aan “De klop op de deur”. Wat ik mij ook herinner is dat de saamhorigheid met de buren erg prettig was, dat komt nu eigenlijk zo niet meer voor. je stond altijd voor elkaar klaar, ik woonde in een straat met 36 huizen maar je kende alle mensen bij naam en gezinssamenstelling en was eigenlijk met iedereen goede vrienden.een rijdende rechter was toen echt niet nodig. Ik denk er met veel heimwee aan terug, de oorlog dan even buiten beschouwing gelaten, want eerlijk gezegd hadden we daar als kind in ieder geval niet veel last van.

    Geliked door 2 people

  4. J. C. Th. Köhler zegt:

    “Maar gelukkig is er nu voor ons allen onbeperkt licht.”

    Toch heb ik het bange vermoeden dat we weer donkere tijden tegemoet gaan. Ben ik de énige?

    j.c.th.kohler@ziggo.nl

    Geliked door 3 people

  5. Taljaard zegt:

    De huidige generatie jongeren en kinderen kunnen zich dit niet eens meer voorstellen.
    Zoals ik een oude Amsterdammer eens hoorde zeggen; ”Die sterven als vliegen wanneer er een nieuwe hongerwinter komt.”

    Like

  6. aquarius4422 zegt:

    Als de islamisering niet gestopt wordt zitten we binnenkort weer in het donker.

    Like

  7. Peterdm zegt:

    Kom net uit de stad, winkels puilen uit met eten en drank. Dan is het goed van je Driek om even stil te staan bij de hongerwinter van 1944, ons aangedaan door de nazi socialisten van Hitler en zijn collaborateurs. Nog erger de afgevoerde joden die in nazi duitsland zijn afgeslacht. Met kerst gedenk ik hun, en ben nu blij te horen dat de USA zijn ambassade verplaats naar Jeruzalem om dan de wereld te laten horen dat Jeruzalem joods is en voor altijd joods zal blijven.
    Merry Christmas.

    Like

  8. Klippie 72 zegt:

    Heel mooi, dank hiervoor.

    Like

  9. Republikein zegt:

    Mooi Driek.
    Op de Koekamp, zo’n 2 jaar geleden kwam ik ene Gerard Jansen tegen.
    Er was een demonstratie aangekondigd van een voorlopertje van Pegida.
    Maar alleen jonge perswolven en paarden met 2 lullen waren te zien.
    Ik heb nog zo’n lulletje rozewater van TV_West zijn huid vol gescholden.
    Enfin, ik ontmoette dus die Gerard uit Rotterdam.
    Die vertelde zo’n verhaal gelijk aan deze.
    Tulpenbollen en suikerbieten hadden hem gered.
    Hij vertelde ook dat toeval niet bestaat.
    Driek, u kunt schoon schrijven.

    Like

  10. Goed stuk geschreven Driek. Je proeft de sfeer eruit. Na de oorlog vertelde mijn moeder dat ik geen gewoon eten lusten, ik was aan die pulp van die suikerbieten gewent geraakt.

    Like

  11. hslot4 zegt:

    Opa had vast een hele sterke hand ontwikkelt met die knijpkat ken ze nog wel legergroen met een bolvormig acryl glaasje/lens je kneep je de pokke hahahahaha.

    Like

    • Nemesis zegt:

      Ik heb er nog een en dat ding doet het ook nog. Af en toe gebruik ik het zelfs, als we weer eens zonder batterijen voor de zaklantaarns zitten 😀

      Like

  12. Jade zegt:

    Erg mooi geschreven artikel, waarvoor dank.

    Like

Geef een reactie op J. C. Th. Köhler Reactie annuleren