LONGREAD: Immigratie heeft een natie en bovengrenzen nodig

Screenshot_208

(Door: Vera Lengsfeld – Vertaling: E.J. Bron)

Toen bondskanselier Angela Merkel in september 2015 onverwacht van Duitsland het land van de onbeperkte immigratie maakte, geloofde de verbaasde wereld dat er achter deze fantastische geste een goed doordacht plan zou moeten zitten. Spoedig bleek dat dit niet het geval was. Toen Merkel besloot om de grenzen ook te openen voor immigranten zonder papieren, zei ze in het begin dat het maar om enkele duizenden vluchtelingen zou gaan die zich in Hongarije verzameld hadden. Toen bleek dat er in plaats daarvan tienduizenden kwamen, bezat de kanselier niet de moed om haar foute beslissing te corrigeren. Inmiddels heeft Duitsland meer immigranten opgenomen dan alle andere EU-landen samen, maar de politiek onderneemt nog steeds geen inspanningen om deze massa-immigratie te stoppen, zelfs niet eens te beperken. Ze heeft ook geen strategieën ontwikkeld hoe er met de nieuwkomers omgegaan moet worden.

De Duitse politiek en de haar ondersteunende media proberen met alle propagandistische middelen de indruk te wekken dat het gigantische probleem met de immigranten er geen zou zijn. Wie dat niet gelooft, wordt paniekzaaierij verweten of is meteen een nazi.

Paul Collier, gerenommeerd professor in de Economie in Oxford, die jarenlang onderzoek heeft gedaan naar armoede en migratie, is noch een paniekzaaier en al helemaal geen nazi. Hij is een interessante en vakkundige linkse hoogleraar, zoals die in Duitsland nauwelijks nog bestaan. Collier is een voorstander van immigratie, hij weet echter dat immigratie regels en bovengrenzen nodig heeft, opdat ze niet schadelijk wordt voor de landen van opname en herkomst en fatale gevolgen met zich meebrengt. Hij weet ook dat een deel van links de natie tot achterhaald heeft verklaard. Zonder natie geen succesvolle immigratie. Wie Collier´s overtuigende, want gefundeerde, argumenten leest, begrijpt waarom in Duitsland zo´n beetje alles verkeerd gaat.

Om over immigratie te spreken, is moeilijk in Duitsland. Aan het thema kleeft een grote hoeveelheid ressentiment en legendes.

Legende nummer 1 is dat Europa haar welvaart te danken zou hebben aan de uitbuiting van de Derde Wereld. Paul Collier, die zich intensief met de landen van het “onderste miljard”, zoals hij het noemt, heeft beziggehouden, ziet dat anders.

In de 19e en het begin van de 20e eeuw waren de meeste Europese landen zo arm als nu de landen van het onderste miljard. Dat veranderde tijdens een proces, dat begon met de Glorious Revolution van 1688. Voor het eerst in de globale economische geschiedenis werd de macht van de koning verschoven naar het parlement. Dat effende de weg voor de Industriële Revolutie en de daarmee gepaard gaande toenemende welvaart. Tegelijkertijd werden er betrouwbare en economische structuren opgebouwd, die de heerschappij van willekeur effectief beperkten en veilig stelden dat de spelers in de economie een groter deel van hun inkomsten konden behouden. Dat schiep vertrouwen en bereidheid tot samenwerking. Het bestaan van de rechtsstaat werd verzekerd door de mogelijkheid dat de bevolking zich voldoende kan informeren en de politici kan disciplineren. Dat hebben de westelijke sociale modellen, bij alle onderlinge verschillen, gemeen.

In de landen met een laag inkomen heersen nog steeds clanstructuren. In de daarmee verbonden gewelddadige samenlevingen bestaat nauwelijks vertrouwen en bereidheid tot samenwerking. Omdat er geen monopolie van de staat op geweld bestaat, moeten de huishoudingen zichzelf tegen geweld beschermen. “In zekere zin proberen ze veiligheid te krijgen door ervoor te beslissen arm te blijven en zodoende minder reden om aangevallen te worden te bieden.”

De bereidheid en het vermogen tot samenwerking is echter van beslissende betekenis voor de ontwikkeling van welvaart. “Voor een duurzame samenwerking is vertrouwen nodig.” In samenlevingen met veel vertrouwen lukt de samenwerking en de welvaart neemt toe.

Collier noemt de combinatie van instellingen, regels en normen het sociale model van het land. Deze sociale modellen kunnen wel degelijk verschillend zijn. In de VS bestaan bijzonder sterke privé-instellingen en organisaties, in Europa overwegen de staatsinstellingen. Alle sociale modellen van de welvarende landen functioneren goed, terwijl de migranten vluchten uit landen met niet functionerende sociale modellen.

“Wanneer een fatsoenlijke levensstandaard iets is dat gewaardeerd wordt, dan zijn . . . gewoon niet alle culturen gelijk . . . In plaats van migratie te bevorderen, zoals de VN dat doet, zou het veel effectiever zijn om de arme landen uit te rusten met functionerende sociale modellen.”

Uiteindelijk, zegt Collier, zijn ideeën beslissend. Het idee dat democratische instellingen succesvoller zijn dan dictatoriale, leidde tot de transformatieprocessen van de jaren-70 en de jaren-80 in Europa. In Spanje, Portugal en Griekenland werden de dictaturen vervangen door democratieën, later volgde Oost-Europa. Tot eenzelfde soort proces zou ook voor de arme landen de aanstoot moeten worden gegeven. Alleen zo kunnen de problemen van deze landen opgelost worden.

Zolang het enorme inkomensverschil tussen rijke en arme landen bestaat, zal er migratie zijn.

Collier schreef zijn boek over economische migratie, niet over vluchtelingen, maar zijn analyses en oplossingsvoorstellen betreffen beide.

Niet de armsten en meest hulpbehoevenden emigreren, maar de meer welgestelde, sterkere en ontwikkelder mensen. Dat onttrekt aan de landen van herkomst precies die mensen, die het dringendst nodig zijn. Het verlies wordt een beetje goedgemaakt door de overboekingen van de migranten naar het thuisland, die voor de landen van herkomst een aanzienlijke economische factor vormen. Als men het aan migranten toestaat hun familie te laten nakomen, dan vermindert de prikkel om geld naar het thuisland over te maken, de landen van herkomst worden nog meer geschaad.

Voor de opnemende samenleving geldt dat des te gemakkelijker het is om immigranten in de meerderheidssamenleving in toe voegen, hoe kleiner de buitenlandse gemeenschap. Door familiehereniging wordt de buitenlandse gemeenschap vergroot, de prikkel om zich te voegen in de meerderheidssamenleving daalt.

Collier noemt het deel van de mensen dat uit de buitenlandse gemeenschap stapt en zich invoegt in de meerderheidssamenleving het absorptiecijfer. Hoe groter het absorptiecijfer is, des te minder problemen geeft de immigratie. Een immigrant zal zich des te sneller invoegen hoe meer interactie hij met de opnemende samenleving heeft. Gettovorming verhindert dit proces of maakt het zelfs onmogelijk. Een matige immigratie kan voordelig zijn voor de samenleving, een hoge immigratie herbergt een aanzienlijk gevarenpotentieel.

Een aanzienlijke factor voor de sociale vrede is het wederzijds rekening houden met elkaar. Mensen die uit clanstructuren komen, is het concept van de Verlichte staatsburger vreemd. Zij gedragen zich wantrouwend en opportunistisch. Hun moraliteit is gebaseerd op de trouw aan de clan-eer. Volgens de normen van de Verlichting zou iedereen, die zich bijvoorbeeld voordelen verschaft met meerdere identiteiten, een slecht geweten moeten hebben, maar volgens de principes van de clan-wet gedragen ze zich moreel.

Om niet over deze verschillen te praten, omdat alle mensen zogenaamd gelijk zouden zijn, draagt in aanzienlijke mate bij aan het verlies van vertrouwen in de democratische structuren. Omdat bijna alle oude partijen van Europa geen discussie durven voeren over de aanzienlijke culturele verschillen tussen immigranten en autochtonen, drijven ze hun kiezers in de armen van rechts-populistische partijen, wat Collier beschouwt als een grote catastrofe.

De individuele immigratielanden verschillen er behoorlijk in hoe succesvol zij migranten en hun kinderen ertoe bewegen de normen van de nieuwe samenleving over te nemen. Terwijl in de VS immigrantenkinderen zich assimileren, is in Europa het tegendeel het geval. “Immigrantenkinderen verzetten zich hardnekkiger dan hun ouders tegen de aanpassing aan de meerderheidscultuur.” Onlangs werd dat in Frankrijk naar aanleiding van het winnen van het wereldkampioenschap voetbal duidelijk.

Duitsland bevindt zich onderaan het absorptiescala. Dat is niet verwonderlijk, want integratie heeft in de politiek tot nu toe geen rol gespeeld. Daar komt nog verzwarend bij dat aanzienlijke delen van de politiek en de media vijandig tegenover Duitsland staan. In plaats van te erkennen dat de Duitse meerderheidssamenleving haar lessen uit twee Duitse dictaturen getrokken en de democratie verinnerlijkt heeft, wordt ze steeds opnieuw bedekt met absurde beschuldigingen van racisme en fascisme. Zelfs wanneer een in Duitsland geboren Turk het door de stimulering van de samenleving tot een wereldklasse voetballer en miljonair geschopt heeft, en er zodoende het beste voorbeeld voor is dat er geen sprake was van racistische voorbehouden tegen hem, hoeft hij alleen maar het woord racisme uit te spreken om een opgewonden debat over het zogenaamd nog altijd heersende racisme in Duitsland te veroorzaken.

Een land, waartegen opinie makende elites praktisch dag en nacht ten strijde trekken, biedt nauwelijks prikkels om te integreren. Wanneer echter een aanzienlijk deel van de buitenlandse gemeenschap besluit om buitenstaander te blijven, kan het noodzakelijke vertrouwen tussen immigranten en autochtonen niet herstellen. Dat leidt vroeger of later tot een erosie van de structuren van de rechtsstaat. Wanneer de clanstructuur van de immigranten dan in de plaats komt van de rechtsstaat, worden omstandigheden geschapen die de immigranten ontvlucht zijn.

Om dat te verhinderen, moet er een bovengrens voor immigratie komen. Bovendien  bestaat er “geen ethische reden voor dat men van een migrant als deel van de overeenkomst, die hem de toegang tot het land toestaat, niet zou moeten verwachten de autochtone cultuur over te nemen.” Dat betreft zowel de taal als het autochtone sociale model. Dat is belangrijk voor het wederzijds vertrouwen. Alleen zo kan het nodige vertrouwen bewaard blijven.

Natuurlijk zal er ook altijd sprake zijn van invloeden van migranten, ook als de cultuur overwegend eigen blijft. Collier voert als voorbeeld aan dat Chicken Tikka tegenwoordig het populairste Engelse fastfood is, dus niet meer fish and chips. In Duitsland heeft de Döner de gekookte worst van de eerste plaats verdrongen. Dat zijn de positieve kanten van de assimilatie en de versmelting van de culturen.

De negatieve kant omschrijft Collier aan de hand van de Bengaalse gemeenschap in Engeland. Hier zijn vrouwen ermee begonnen steeds meer een sluier te dragen, wat in het thuisland niet gebruikelijk is. De sluier is dus een teken van de afgrenzing van de meerderheidssamenleving. Dit culturele separatisme heeft tot de eis geleid om naast de rechtsstaat een sharia-recht in te voeren. Intussen werden ook de politieke verschillen van het land van herkomst naar Engeland geïmporteerd. Dat leidt tot aanzienlijke spanningen, omdat de acceptatie van de autochtone bevolking daarvoor gering is.

Het negatieve effect wordt nog versterkt door een koppeling van multiculturalisme en antidiscriminatie-politiek, die het immigranten mogelijk maakt meer sociaal kapitaal te creëren dan de autochtone onderlaag zich eigen kan noemen. Bovendien kunnen de immigranten met dit sociale kapitaal volharden in hun gebruikelijke structuren. Zodoende valt de ene groep een behandeling ten deel, die men aan de andere groep ontzegt. Dat schendt de Gouden Regel en verdiept de maatschappelijke splijting.

Immigratie heeft een positief effect wanneer zij plaatsvindt ten gunste van een opleiding of andere beroepszaken. Terugkeerders zijn dan heel nuttig voor de landen van herkomst. Veel Afrikaanse landen bezetten topposities met terugkeerders. Ook universiteiten en andere onderwijsinstellingen profiteren daarvan. De kwaliteit van de regering en het onderwijs wordt zodoende aanzienlijk verbeterd en zou er toe kunnen bijdragen de noodzakelijke transformatie naar functionerende sociale modellen op gang te brengen. In zoverre kan migratie als deel van ontwikkelingshulp beschouwd worden.

Een succesvolle immigratiepolitiek is ondenkbaar zonder de natiestaat. Helaas is dit concept in het Westen uit de mode geraakt. Ten onrechte, zoals collier zegt. De scepsis tegenover naties is niet verbreid vanwege haar ineffectiviteit, maar wegens haar historische neiging tot oorlog. Die is er nu niet meer.

Naties zijn de allerbelangrijkste instelling bij de belastingheffing en zodoende voor de beschikbaarstelling van openbare goederen. Het lukt alleen naties om een voldoende sterke gemeenschappelijke identiteit tot stand te brengen om gemeenschappelijke inspanningen te ondernemen. Hoe beslissend dat voor het vermogen tot samenwerking is, illustreert Collier aan de hand van een voorbeeld: in Afrika werden naties gecreëerd door willekeurig strepen op de landkaart te trekken, terwijl identiteiten zich duizenden jaren lang op grond van vestigingsmodellen hadden gevormd. Als tot nu toe enige land is het in Tanzania president Nyere gelukt om zoiets als een nationale identiteit tot stand te brengen, terwijl in het naburige Kenia Jomo Kenyatta inzette op de clanstructuren om zichzelf te verzekeren van gehoorzaamheid en trouw. Het gevolg was dat, terwijl het in Keniaanse dorpen bijna onmogelijk was om met elkaar samen te werken, de samenwerking tussen dorpen in Tanzania inmiddels de norm is. Om een natie te zijn, heeft dus voordelen.

Het verwijt van het nationalisme kan men ontkrachten als het lukt om de natie als het geheel van alle in het land levende mensen te definiëren. De autochtonen nemen daarbij de rol over van een voorhoede van de toekomst. De natie belichaamt een canon van ethische principes en de gelijkheid van de verschillende gemeenschappen, de wettelijke rechten en plichten gelden voor iedereen. Deze algemeen geldende regels zijn het die door de autochtone gemeenschap met de anderen gedeeld worden. Bij een sterke gemeenschappelijke nationale identiteit is het overbodig om te vragen welke groep de meerderheid of de minderheid vormt.

Zonder zo´n sterk nationaal gevoel raken de emancipatorische verworvenheden van het Westen in gevaar om teruggedrongen te worden.

Een politiek die dat over het hoofd ziet, maakt zich medeschuldig aan de ineenstorting van het meest succesvolle sociale model van de mensheid.

(Paul Collier: “Exodus”)

Bron:
https://vera-lengsfeld.de
Door: Vera Lengsfeld

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in gezond realisme, Immigratie, Nationalisme, Patriottisme. Bookmark de permalink .

10 reacties op LONGREAD: Immigratie heeft een natie en bovengrenzen nodig

  1. Sabeltant zegt:

    Een bovengrens? Die is 20 jaar geleden al bereikt.
    Nu geldt al jaren genoeg is genoeg, en hoe komen we van het overschot af?

    Like

  2. Petra DeBoer zegt:

    Allemaal leuk, lief een aardig van deze linkse professor maar natie of nationalisme is vies bah volgens de boven ons gestelden zoals Guy Verhofstadt. Ze willen dat de christenen en blanken uitgeroeid worden en daarvoor zijn ze migranten nodig en de vazallen van de deep state zijn echt niet plan om naar deze professor te luisteren.

    Het is wachten op Trump tot hij ons komt redden van de EU en de deep state.

    Geliked door 1 persoon

    • scherpschutter1943 zegt:

      Trump komt ons niet (meer) redden. Dat hebben de yanken al 2 keer gedaan en 2 keer hebben wij die kostbare vrijheid, in de prullenbak van de geschiedenis gegooid. Trump is voor “America first”en gelijk heeft ie. Hadden wij maar zo’n regeringsleider die recht voor zijn zegt wat hij vindt. Wij in nederland zitten onder de knoet van lafaards en leugenaars, die zich ook nog de gekozen regering durven te noemen.

      Like

  3. bigljohn zegt:

    Allemaal bla, bla, bla, van een studeerkamergeleerde. Wat koop je ervoor ? Niets ! De politiek wil hier in het Westen nu eenmaal die zogenaamde immigranten met miljoenen binnenhalen, en niemand die er zich tegen verzetten kan of wil. In het verleden zou de vooruitgang gekomen zijn toen de invloed van de koningen verdween. Over de invloed van het geloof geen woord. Daar waar de bijvoorbeeld de Sharia regeert, zoals in Iran en Koeweit, veranderd er in geen duizend jaar iets. Ook bij ons regeerden ooit de kerkvorsten. De inquisitie met zijn heksenvervolgingen zijn daar een voorbeeld van. Een studeerkamergeleerde ja, dat is hij. Maar hoe het er aan toe gaat in de dagelijkse praktijk, daar heeft hij flink wat bijlessen voor nodig !

    Like

    • scherpschutter1943 zegt:

      Je moet eerst de theorie kennen voordat je die in de praktijk kan toepassen. Ik denk dat deze studeerkamergeleerde gelijk heeft. Nu nog de lessen daarvan leren en toepassen in de praktijk.

      Like

    • fleckie zegt:

      Koningen en CLERUS waren bovendien. ‘Vier handen op een buik!’, ( en tot( bijna) voor kort, al is het maar ‘ACHTER DE SCHERMEN’!

      Like

  4. Guus Velraeds zegt:

    Omdat bijna alle oude partijen van Europa geen discussie durven voeren over de aanzienlijke culturele verschillen tussen immigranten en autochtonen, drijven ze hun kiezers in de armen van rechts-populistische partijen, wat Collier beschouwt als een grote catastrofe.

    Ik zie dat helemaal niet als een catastrofe. In tegendeel ik zie dat als een laatste strohalm de immigratie ramp te keren. Lukt dit niet dan gaat Europa het afvoerputje in en moeten de jonge autochtone mensen denken aan immigratie naar landen waar de sociale cohesie niet in gevaar is.

    Like

Plaats een reactie