Nieuwe documenten bewijzen: Genocide op Armeniërs was regeringsbevel

(Vertaling: E.J. Bron)

Volgens een nieuw onderzoek van de professor in de geschiedenis van de Amerikaanse Clark University, Taner Akçam, werden brieven, die betrekking hebben op de beslissing tot de “vernietiging” van alle Armeniërs, als het werk van Bahaettin Şakir, een van de architecten van de volkerenmoord op de Armeniërs, bevestigd. De nieuwe bewijzen zijn afkomstig uit het Ottomaans Archief en bewijzen een bewust regeringsbevel achter de genocide op de Armeniërs.

De Turkse historicus Taner Akçam geldt als expert voor de volkerenmoord op de Armeniërs en was een van de eerste Turkse academici die de genocide op de Armeniër openlijk tot onderwerp maakten. Professor Akçam heeft in zijn nieuwe onderzoek twee brieven geanalyseerd, die toegeschreven werden aan Bahaettin Şakir, en stelde daarbij vast dat ze authentiek zijn en nieuwe bewijzen leveren. Bahaettin Şakir was medeoprichter van de Jong-Turkse regering van het Ottomaanse Rijk, van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang (KEF), dat de volkerenmoord op de Armeniërs organiseerde. De KEF regeerde met een korte onderbreking van 1908 tot 1918 in het Ottomaanse Rijk. In de brieven van 3 en 7 maart 1915 ging het volgens het nieuwe onderzoek van Akçam om een beslissing van het Comité voor Eenheid en Vooruitgang om “alle Armeniërs in Turkije uit te roeien”, ook met behulp van de paramilitaire geheime organisatie “Teşkilat-ı Mahsusa“. Men zou in deze aangelegenheid “vergaande beslissingsbevoegdheden” aan de regering hebben gegeven.

In het onderzoek van Akčam werden ook eerdere documenten geanalyseerd die zelfstandige beslissingen van de “Teşkilat-ı Mahsusa“ om op te treden tegen de Armeniërs documenteerden. “De brieven tonen aan dat er sprake was van een bewuste beslissing om de Armeense bevolking in het Ottomaanse Rijk uit te roeien. Bovendien waren er daaraan verbonden beslissingen die voorafgingen aan de definitieve beslissing”, aldus de nieuwste inzichten van het onderzoek.

Bahaettin Şakir ligt tot op de dag van vandaag, samen met de volkerenmoordenaar Cemal Azmi, in Berlijn in een marmeren ere-graf op de Turkse begraafplaats van de tot de DITIB behorende Şehítlík-moskee begraven.

De historicus professor Taner Akčam van de Amerikaanse Clark University.

In de jaren tijdens en na de Eerste Wereldoorlog werden in het Ottomaanse Rijk, op het grondgebied van het huidige Turkije, systematisch ongeveer 1,5 miljoen Armeniërs vermoord. Dit bloedbad wordt door de meerderheid van de internationale historici als genocide gekwalificeerd. De Turkse regering ontkent tot op de dag van vandaag een volkerenmoord op de Armeniërs, waarvan eveneens honderdduizenden Arameeërs/Assyriërs en Pontos-Grieken het slachtoffer werden. Ze probeer het aantal slachtoffers te bagatelliseren en spreekt van gewelddadige twisten, die geen bewuste genocide zouden vormen, omdat hiertoe geen bevel zou hebben bestaan. Het actuele wetenschappelijke onderzoek weerlegt deze leugenachtige argumentatie nu met documenten uit het Ottomaans Archief.

Bovendien werd de Turkse regering er op 25 maart 2019 in een gemeenschappelijk schrijven van de VN toe opgeroepen om de vernietiging van de Armeniërs in de jaren 1915 tot 1923 te onderzoeken, de waarheid te achterhalen en schadeloosstelling te verrichten. Aan de Turkse regering werd een periode van 60 dagen opgelegd om op de brief te antwoorden.

Bron:
https://haypressnews.wordpress.com

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)