De Grote Leugen: Apartheid in Israël

Het is al lang de hoogste tijd om Adolf Hitler te bedanken voor zijn bijdrage aan de politieke wijsheid. De Grote Leugen is weer in verschijning getreden, en wel in de Palestijnse versie, om aan de wereld verteld te worden; daarin wordt de staat Israël een “Apartheidsstaat” genoemd. “De grote massa van een natie zal gemakkelijker ten prooi vallen aan een grote leugen dan aan een kleine leugen”, schrijft Hitler in “Mein Kampf”. Het permanent herhalen van de Grote Leugen, legt hij uit, zou aan de mensen de neiging geven om deze aan te nemen, zeker wanneer hij dusdanig gemanipuleerd wordt om de schijn van een zekere geloofwaardigheid te wekken. De wereld kent het succes van Hitlers Grote Leugen maar al te goed: dat de Joden internationaal invloedrijk en voor zowel de Eerste Wereldoorlog als – vanuit zijn optiek – de meeste problemen van deze wereld verantwoordelijk geweest zouden zijn.

De nieuwe Grote Leugen over Israël is: het een “Apartheidsstaat” te noemen; zo heeft de Palestijnse versie van de geschiedenis van het Midden-Oosten het rondgebazuind en zo werd dit de afgelopen jaren niet alleen door de “grote massa”, maar vooral ook door ontwikkelde en zogenaamd politiek nadenkende en knappe personen in de media, de kerken en de wetenschap geaccepteerd.

De officiële definitie van de misdaad van de “Apartheid” werd voor het eerst geformuleerd in de International Convention on the Suppression and Punishment of the Crime of Apartheid, die door de Algemene Vergadering van de VN op 30 november 1973 werd aangenomen. Volgens deze definitie is Apartheid “onmenselijke handelingen, die met het doel voltrokken worden om de heerschappij van een rassengroep boven een andere te vestigen en te behouden…en deze systematisch te onderdrukken”. Een latere definitie werd in het Romeinse Statuut van het Internationale Gerechtshof van 17 juli 1998 opgenomen, dat in juli 2002 in werking trad. Volgens deze definitie is er sprake van Apartheid bij onmenselijke handelingen tegenover een identificeerbare groep op grond van politiek, ras, nationaliteit, etniciteit, cultuur, religie, die “gepleegd worden in verband met een geïnstitutionaliseerd regime van systematische onderdrukking en heerschappij van de ene racistische groep over de andere, met de bedoeling dit regime in stand te houden.”

De verandering van de definitie in de juridische terminologie is vanwege politieke redenen belangrijk. Wanneer Israëli´s en Palestijnen als “identificeerbare groepen” beschouwd kunnen worden, kan de clausule van het volkerenrecht van de Conventie van 1973 en van het Statuut van 1998 op hen toegepast worden. Dat opent de mogelijkheid tot een aanklacht tegen Israël wegens misdaden van Apartheid.

Dit juridische aspect heeft echter weinig te maken met de politieke pogingen een aanklacht tegen Israël in te dienen. Deze pogingen begonnen in de jaren-70, toen de Sovjet-Unie vanuit eigen politieke interesses een coalitie met Arabische en andere landen georganiseerd had, die wereldwijd beschouwd werd als de groep van de “niet gebonden” landen. Zijn grootste succes was, toen deze coalitie voor de valse VN-resolutie 3370 van de Algemene Vergadering van de VN van 10 november 1975 een overweldigende meerderheid van 72-35-32 kreeg; deze resolutie definieerde het Zionisme als vorm van racisme en racistische discriminatie. Pas jaren later werd de definitie op grond van hardnekkige inspanningen van de kant van Amerikaanse diplomaten, waaronder de VS-ambassadeur bij de VN, John Bolton, opgeheven.

Er volgden gelijksoortige verklaringen. De duidelijkste was de verklaring van de eerste Durban-conferentie (VN-wereldconferentie tegen racisme, rassendiscriminatie, vreemdelingenhaat en daarmee samenhangende intolerantie) in september 2001, die “Israël tot racistische Apartheidsstaat verklaarde, doordat de Israëlische vorm van Apartheid als misdaad tegen de menselijkheid gekarakteriseerd wordt door separatie, beperkte toegang tot landbezit, denationalisatie, ´Bantoestanisering´ en onmenselijke handelingen”. Sindsdien is de “Week van de Israëlische Apartheid” onder veel collega´s aan Amerikaanse universiteiten en elders een jaarlijkse gebeurtenis geworden.

De verklaring van Durban I leest als een ophitsend artikel en was zeer zeker ook van toepassing op het oude Zuid-Afrika, waar we geen traan om laten – waar zwarten echt veelvuldig door juridische en andere beperkingen afgezonderd en als minderwaardige mensen behandeld werden; maar zij is niet toepasbaar op de Israëlische staat en zijn samenleving. In de staat Israël hebben Israëlische Arabieren, die 20% van de bevolking uitmaken, dezelfde politieke en sociale rechten als Joodse mensen; ze bezitten het volledige staatsburgerschap; ze zijn leden van het Israëlische parlement, de Knesset, hebben een zetel in het opperste Gerechtshof; zijn in de hoogste diplomatieke functies vertegenwoordigd. Er bestaat een vrije Arabische pers en Arabisch is, naast Hebreeuws, de officiële ambtelijke taal. Er heerst bewegingsvrijheid en kansengelijkheid bij de toelating om te studeren en bij werk; er bestaan geen beperkingen voor huwelijksvoltrekkingen of andere persoonlijke relaties. Als joden en Arabieren in verschillende regio´s in het land leven, dan niet op basis van een door de staat opgelegde en met juridische middelen doorgedrukte scheiding, maar uit vrije wil. Er bestaan geen speciale wegen, zoals in Saoedi-Arabië, en er zijn geen aparte scholen, woonwijken, waterbronnen, bussen of een of andere officieel uitgevaardigde beperking. Er bestaat geen discriminatie op grond van ras, religie of geslacht; alle bevolkingsgroepen bezitten dezelfde rechtsbescherming voor de wet. In tegenstelling tot islamitische landen bestaat er in Israël geen staatsreligie; 15 religies zijn officieel erkend. Israël is, anders dan het oude Zuid-Afrika, een etnisch gemengde samenleving.

Wat betreft de Westelijke Jordaanoever, daarvan worden delen zowel door de Palestijnse Autoriteit als door Israël gecontroleerd, omdat er geen vredesakkoord tussen de partijen bestaat dat de grenzen van de nu omstreden gebieden zou vastleggen. Maatregelen zoals straatblokkades, checkpoints of een hek worden niet genomen met het doel van scheiding of afzondering maar om redenen van veiligheid en zelfverdediging. Het klopt natuurlijk dat deze veiligheidsmaatregelen onaangenaamheden en nood veroorzaken, maar ze werden genomen om terreuraanslagen te verhinderen en niet om de discriminatie door een knevelregime door te drukken. Als tribuut aan de democratische grondwet van Israël heeft het Opperste Gerechtshof in vele gevallen beslist dat de staat het verloop van het hek moest veranderen, vaak slechts in geringe omvang, wanneer het leek dat de Palestijnen door het hek teveel beperkt zouden worden.

De wereld kent de strijd tussen Israël en de Palestijnen heel goed, vooral de complexe thema´s van de nederzettingen, vluchtelingen en Jeruzalem; maar om Israël van “Apartheid” te beschuldigen is niet alleen fout; ook is dat weinig behulpzaam voor de hoop op een overeenkomst, integendeel, het is contraproductief.

De veelvuldig geuite “morele verontwaardiging” over Israël op grond van de Grote Leugen is onverantwoord en in verkeerde banen geleid; deels kan zij verklaard worden met de onwetendheid, die in Israël en de gebieden met betrekking tot de werkelijkheid van politieke en sociale omstandigheden verbreid is.

Ondanks alle problemen waarmee de door de Joden gestichte staat geconfronteerd wordt en gezien zijn 21 Arabische en islamitische buurlanden, die openlijk met zijn vernietiging dreigen (en daarmee zelfs zo ver gaan tot de illegaliteit, zoals Iran, en zich blijkbaar voor een genocide uitspreken): de staat Israël is een verbazingwekkend succesverhaal. Bij alle omringende Arabische en islamitische landen ziet dat er anders uit, landen, waarvan alleen maar gezegd kan worden dat ze gefaald hebben – behalve die landen, die profiteren van enorme olievoorraden.

Men moet tot de conclusie komen dat Israëls vijanden, maar ook zijn onflexibele, vooringenomen critici, de staat opzettelijk met het begrip Apartheid demoniseren, met de bedoeling de internationale gemeenschap ertoe te brengen Israëls legitimiteit als staat te bestrijden en zodoende hun pogingen ondersteunt om de staat te vernietigen. Net zo moet men helaas tot de conclusie komen dat veel mensen, ook moslims, zich in hun waarneming van Israël laten leiden door een antisemitisme, dat nog versterkt wordt door retorische en lichamelijke aanvallen op Joodse mensen en instellingen.

Israëls critici kunnen zich begrijpelijkerwijs hullen in de mantel van medeleven als ze uitdrukking verlenen aan hun sympathie voor de Palestijnen, die in het voortdurende conflict met Israël als de zwakste partij wordt waargenomen. Ze stellen aan de kaak, wat zij onderdrukkend gedrag van de Israëlische autoriteiten en een voorbeeld van onrechtvaardigheid noemen.  Maar tegelijkertijd negeren ze niet alleen de repressieve en corrupte staatsleiding van de Palestijnse Autoriteit tegenover haar eigen burgers, maar ook de principes van de vrijheid en gelijkheid, die tot de vanzelfsprekendheid van de Israëlische staat behoren. Vooral ook sluiten zij hun ogen voor de noodzaak, die geldt voor alle naties: gepaste maatregelen te kunnen nemen om jezelf in een vijandige omgeving te verdedigen tegen diegenen, die je willen vernietigen.

Personen, groepen en organisaties, die het woord “Apartheid” in de mond nemen, appelleren aan de gevoelens diegenen, die dit concept logischerwijs als onredelijk beschouwen; maar door het toch te doen, polariseren ze politieke posities en zorgen ze ervoor dat een complexe situatie al te eenvoudig en dus onrechtvaardig wordt voorgesteld. Per slot van rekening heeft in deze complexe situatie één kant – Israël – vaak verstandige compromissen voor de vrede aangeboden, terwijl de andere kant, de Palestijnen, met de ruggensteun van veel van de 21 Arabische en islamitische landen, geweigerd heeft om werkelijk deel te nemen aan serieuze onderhandelingen.

Michael Curtis is een vooraanstaande professor emeritus in de politieke wetenschappen aan de Rutgers University (NJ, USA) en auteur van het onlangs verschenen boek “Should Israel Exist?  A Sovereign Nation under attack by the International Community”.

Bron:

http://www.audiatur-online.ch/2012/05/29/die-grosse-luege-apartheid-in-israel/

Bron oorspronkelijk artikel:

http://www.gatestoneinstitute.org/3070/israel-apartheid

Auteur: Michael Curtis

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron (www.ejbron.wordpress.com)

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in "Palestina", Arabische wereld, Israël, Joden, Moslims. Bookmark de permalink .

3 reacties op De Grote Leugen: Apartheid in Israël

  1. louis-portugal zegt:

    Toch knap van die arabieren om de situatie zo mooi om te draaien.
    De palestijnen waren , zijn en zullen in de arabische wereld ongewenst blijven.
    Alles gaat naar de fillistijnen zei men voordat de oorlog tussen Israël en de arabieren uitbrak wel eens en dat was niet positief.
    De egytenaar Arafat werd uit Jordanië en Libanon weggejaagd en woonde voordat hij naar “Palestina” ging in Tunesië.

    Like

  2. Pingback: ISRAËL-HAAT & ISLAM-LIEFDE IN CHRISTELIJK NEDERLAND (I) | E.J. Bron

  3. Jan zegt:

    Aangezien Joden geen zin hebben om zich te laten opblazen door moslims wordt Arabieren verzocht als zij vanuit Judea en Samaria binnen komen rijden eigen bussen voor Arabieren te nemen.
    Israel launches Palestinian-only buses amid accusations of racial segregation
    http://www.telegraph.co.uk/news/worldnews/middleeast/israel/9906113/Israel-launches-Palestinian-only-buses-amid-accusations-of-racial-segregation.html

    Like

Plaats een reactie