Ex-president van het Duitse federaal constitutioneel gerechtshof: “Men moet de democratische rechten van de burgers respecteren.”

(Vertaling: E.J. Bron)

De ex-president van het Duitse federaal constitutioneel gerechtshof, Hans-Jürgen Papier, uitte zich vandaag in een interview met de krant “Die Welt” uitvoerig over het fenomeen PEGIDA vanuit grondwettelijk oogpunt. De 12^e grote demonstratie van PEGIDA had afgelopen maandag minimaal 25.000 deelnemers en was de grootste demonstratie van de nieuwe burgerbeweging, die de afgelopen weken fel werd bekritiseerd in de Duitse media en daardoor nog meer aanhang kreeg. Critici verwijten de beweging een gebrek aan oriëntering, rechts-extremisme, populisme en “verborgen racisme”. Omdat de PEGIDA-demonstranten vaak het woord “Leugenpers” scanderen, werd dit woord gekozen tot het meest verwerpelijke woord van het jaar 2014.

“Men moet de democratische rechten van de burgers respecteren”

Gevleugelde woorden werden echter ook de zin van de Duitse minister van Justitie Heiko Maas (SPD), die gezegd had: “PEGIDA is een schande voor Duitsland.”

Deze “woordkeuze” werd nu door de voormalige rechter van het federaal constitutioneel gerechtshof in een interview met “Die Welt” bekritiseerd: “Persoonlijk zou ik zulke namen, zoals die door de minister van Justitie werden gebezigd, niet gebruiken”, aldus Papier. “Het lijdt immers geen twijfel dat veel van de deelnemers aan zulke bewegingen echt uit het midden van het volk komen.” Hij vindt “de parolen van PEGIDA fout.” Maar daarom zou hij zich niet aanmatigen “deze demonstraties een schande te noemen”, aldus Papier.

In Duitsland heerst vrijheid van vergadering en vrijheid van meningsuiting, aldus de voormalige rechter. “Men moet ook onjuiste meningen, in ieder geval zolang ze de grondwet niet schenden, toch zien als waarneming van fundamentele rechten en tolereren. Men kan PEGIDA natuurlijk bekritiseren. Maar bij de woordkeuze moet men misschien toch de democratische rechten van de burgers respecteren.”

Thema vrijheid van meningsuiting: Hoe ziet hij de Mohammed-karikaturen?

Aan Papier werd in het interview indirect gevraagd of volgens hem in Duitsland Mohammed-karikaturen zoals die in het satirische tijdschrift “Charlie Hebdo” als blasfemie gekwalificeerd zouden moeten worden. “Iemand overtreedt de blasfemie-paragraaf die niet alleen een geloofsrichting in een kwaad daglicht stelt, maar daarbij ook de openbare orde bedreigt”, zei hij.

Men kan zich er niet door laten leiden dat individuele criminelen deze karikaturen als aanleiding nemen om actief te worden. “Wanneer wij centrale vrijheidsrechten hier laten achterblijven, zitten we in een moeilijke situatie.” Volgens hem zouden de Duitse rechtbanken bij de publicatie van Mohammed-karikaturen voorrang geven aan de vrijheid van meningsuiting en in voorkomende gevallen aan de kunstvrijheid – en deze niet als blasfemie veroordelen.

Het inzetten van het leger met het doel van terrorismebestrijding beschouwt de voormalige rechter als “noch juridisch toelaatbaar noch als het overwegen waard”: “als we nadenken over het inzetten van het leger in het binnenland, bespoedigen we iets waarop het terrorisme uit is: te doen alsof zijn moorddadige handelwijze een handelwijze is die met oorlog te maken heeft. Het terrorisme wil de desbetreffende landen er toe dwingen om te antwoorden met militaire middelen, het wil ze tot een oorlog dwingen.”

Preventieve maatregelen twijfelachtig

Het innemen van persoonsbewijzen van potentiële terroristen om hierdoor te verhinderen dat zij naar burgeroorlog-gebieden uitreizen, beschouwt Papier als “een veeleer zwak argument”.

Op de vraag naar de dataopslag zei Papier: “Hierover bestaan duidelijke richtlijnen van het federaal constitutioneel gerechtshof. Het opslaan van telecommunicatiedata van de hele bevolking zonder aanleiding of verdenking is een zeer zwaarwegende inbreuk op fundamentele rechten, die alleen op zéér strikte voorwaarden met zéér strikte beperkingen te vertegenwoordigen is.”

Ik adviseer de partijen het eens te worden over een immigratiewet

Bij het thema immigratie en asiel nam Papier een duidelijke positie in: “Ik adviseer de partijen het eens te worden over een immigratiewet. Immigratie veronderstelt een wederzijdse relatie. Ze betekent eveneens dat de opnemende staat niet volgens toevallige criteria, maar volgens rationele, ook in zijn belang liggende, criteria beslist.”

Bron:
www.epochtimes.de

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)