Vernedering voor Obama: bankroete staat Amerika kan geen oorlog meer voeren

De ware reden van de afzegging van de Amerikaanse militaire actie tegen Syrië is de verwoestende economische toestand van de strijdkrachten: hoge militairen hebben achter de coulissen geweigerd president Obama te volgen. Ze zijn boos vanwege de radicale bezuinigingskoers en hebben aan de president verklaard: met de beschikbare middelen is een oorlog tegen Syrië niet te winnen. Obama moest aan de noodrem trekken.

De militaire actie tegen Syrië is niet mislukt aan het verzet van Rusland, maar aan de blijkbaar vernietigende financiële situatie bij de Amerikaanse strijdkrachten.

Na de forse aankondiging van minister van Buitenlandse Zaken John Kerry dat men in Syrië de rol van wereldpolitieagent wilde spelen (hier), krabbelde de Amerikaanse president Barack Obama een dag later al terug (hier).

Vanaf dat moment bestond er nog maar één maxime: de geordende terugtocht met mogelijk weinig gezichtsverlies.

Want in het Amerikaanse leger had zich een tot dan toe ongekend verzet tegen de eigen opperbevelhebber geformeerd. De afwijzing van de Syrië-oorlog had de omvang aangenomen van een muiterij (hier). De argumenten, die generaals en gewone soldaten naar voren brachten, verwezen enerzijds naar de ontbrekende strategie van Obama in Syrië.

Veel belangrijker is echter het feit dat het moreel van de troepen ver te zoeken is. De reden: het Amerikaanse leger moet vanwege het uit de hand gelopen begrotingstekort bezuinigen. Deze bezuinigingsplannen zijn niet meer van cosmetische aard. De staatssecretaris van Marine, Ray Mabus, zei vorige week in Washington: “Alles moet op tafel. Er zijn geen heilige koeien meer. Hoe goed we het ook doen: er zullen ongelooflijk harde beslissingen worden genomen.”

De marine, voor de actie tegen Syrië de belangrijkste troepeneenheid, moet radicaal bezuinigen. De totale defensiebegroting moet de komende tien jaar met 500 miljard dollar verminderd worden.

De gevolgen: alle contracten met dienstverleners moeten gecontroleerd worden. Er moeten minder nieuwe oorlogsschepen gekocht worden. Veel schepen die nog steeds gebruikt worden, zijn verouderd. Onderhoudsbeurten worden uitgesteld, er komen minder opleidings- en trainingseenheden.

Mabus waarschuwde ervoor dat de soldaten vanwege de bezuinigingskoers in het vervolg mogelijk niet voldoende opgeleid ten strijde gestuurd moeten worden.

Mabus duidde ook aan dat de bedenkingen over de inzetbaarheid van het Amerikaanse leger in Syrië beïnvloed zou kunnen worden door de rampzalige financiële situatie. Weliswaar zouden de marine-eenheden in het Midden-Oosten moeten blijven. Maar vanwege de bezuinigingen zou het geval kunnen optreden dat de troepen de Amerikaanse president niet meer alle opties kunnen bieden voor een actie.

Vanwege de financiële situatie hebben de soldaten blijkbaar ook geen zin meer om te vechten. In een enquête vorige week van de “Military Times” zegt 75% van de ondervraagde actieve militairen tegen een militaire actie te zijn. Twee derde deel van het Amerikaanse leger heeft zich dus tegenover Obama opgesteld.

Ongeveer 80% van de soldaten zegt dat ze niet zou herkennen dat de militaire actie tegen Syrië in het nationale belang van de VS zou zijn.

Daarmee was het verzet tegen een actie in Syrië onder de militairen groter dan onder de Amerikaanse burgerbevolking: 64% van de Amerikanen was tegen een militaire aanval geweest.

De “Military Times” citeert militairen, die vooral het economische argument tegen een militaire aanval naar voren brachten. Een officier zei: “We hebben geen geld voor allerlei andere dingen – maar we hebben enkele honderden miljoenen dollars om een paar Tomahawk-raketten op Syrië af te vuren en moeten aan een dure militaire actie beginnen?”

De toestanden bij de Amerikaanse strijdkrachten laten zien: de supermacht is geen wereldpolitie meer, maar een heel gewone bankroete staat. Nog meer schulden maken is niet meer mogelijk, behoedzame correcties voor de lange termijn kwamen te laat. In de openbare sector moet bezuinigd worden – en dat betreft ook het leger. Terwijl de enorme bezuinigingen in het onderwijs en de gezondheidszorg eerder sluipend zichtbaar worden, is de ramp bij het leger onmiddellijk zichtbaar: de Amerikanen kunnen zich geen prestige- en propaganda-acties meer veroorloven.

Amerika kan onder deze omstandigheden geen oorlog meer voeren die een omvangrijke inzet van de strijdkrachten vereist.

Beperkt inzetbaar – dat is de uitkomst.

En deze uitkomst heeft ertoe geleid dat Obama het risico van een Syrië-oorlog niet kon nemen.

Dat is een vernietigende nederlaag – voor de economische politiek van de Obama-regering.

Om deze te camoufleren, hebben de Amerikanen er uiteindelijk de voorkeur aan gegeven de Russen een overwinning op punten toe te staan. Het akkoord van Genève, dat de oorlog eerst heeft voorkomen, is voor Obama echter een buitenlandse politieke nederlaag.

Het zou echter nog veel pijnlijker voor de aangeslagen president zijn wanneer er openlijk over de echte reden gediscussieerd zou worden.

De Amerikanen kunnen geen oorlog meer voeren.

Ze kunnen het zich gewoon niet veroorloven.

De schuldencrisis vernietigt de hegemoniale ambities.

Dat is ook goed nieuws.

Bron:

http://deutsche-wirtschafts-nachrichten.de/2013/09/15/demuetigung-fuer-obama-pleite-staat-amerika-kann-keinen-krieg-mehr-fuehren/

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron

(www.ejbron.wordpress.com)