“Vluchtelingenquota”: Orbán nodigt Hongaren uit voor referendum – EU stribbelt tegen

(Door: Marcello Dallapiccola – Vertaling: E.J. Bron)

Dat de Hongaarse minister-president Viktor Orbán nu niet echt bekendstaat als fervent aanhanger van vreemde overheersing en islamisering is genoegzaam bekend. Dat intussen – na ruim een jaar teugelloze migratiechaos – bijna alle landen van Europa de “Hongaarse oplossing” van strengere grensbewaking omarmden, doet de man bijna een waarzegger lijken. Nu vraagt Orbán zijn Hongaren dus om te stemmen – de kans voor de EUroholici om opnieuw om zich heen te bijten en tegen te stribbelen.

“Wilt u dat de EU ook zonder toestemming van het Hongaarse parlement de verplichte vestiging van niet-Hongaarse staatsburgers in Hongarije mag voorschrijven?”

Zo luidt de vertaling van de vraag waarover de Hongaarse burgers morgen democratisch zullen stemmen. De stemming werd geïnitieerd uit de gelederen van de regeringspartij Fidesz onder haar minister-president Viktor Orbán, die, afhankelijk van het individuele standpunt, wordt gezien als woeste schrik voor migranten par excellence of als glorieus verdediger van het christelijke Avondland.

Eigenlijk niets bijzonders, zo´n referendum – zou je kunnen denken. Ook al beschikt de Fidesz samen met de wezenlijk kleinere, christendemocratische KDNP over een ruime twee derde meerderheid, toch regeert zij niet over de hoofden van de mensen heen, maar nodigt de bevolking uit om deel te nemen aan het democratische proces en haar mening te geven middels een referendum – dat zou toch eigenlijk een goed teken voor een gezonde democratie moeten zijn.

In de EU ziet men dit, niet echt verrassend, anders. Othmar Karas, een van de vicevoorzitters (ja, daarvan bestaan er meer – vraag me alsjeblieft niet waarom) van het Europees Parlement, jammerde op zijn onnavolgbare, hoofdmeester-achtige wijze van “een aanval op de Europese solidariteit”, dat dit democratische referendum van de Hongaren zogenaamd zou vormen. Waarover meneer Karas in zijn delirEUm het precies heeft als hij koortsachtig droomt van “Europese solidariteit” kan vermoedelijk alleen zijn therapeut ongeveer schetsen.

Martin Schulz, ook een hoogwaardigheidsbekleder in de Brusselse maffiosi-vereniging, probeerde het onlangs met cijfertrucs en beklaagde bitter de omstandigheid dat de Hongaren slechts 2.000 migranten volgens de door de eurocraten bedachte verdeelsleutel zouden moeten vestigen in de schilderachtige poesta´s.

Meneer Schulz had beter naar de toespraken van meneer Orbán moeten luisteren, want die heeft meer dan één keer verkondigd dat de tolerantiegrens van de Hongaren, juist wat betreft de vestiging van moslims, exact 0 (nul) bedraagt. Onlangs nog omschreef Orbán immigratie letterlijk als “gif”; in het verleden had hij al de uitspraak gedaan dat Hongaren wel degelijk het recht zouden hebben om zelf te bepalen of en met wie ze willen samenleven – en het zou ook hun goed recht zijn om niet met moslims te willen samenleven. Orbán, die overigens vader van vier dochters is, weet heel goed: bij 2.000 migranten heeft men met gezinshereniging binnen enkele jaren een hele divisie zich vervelende, tot geweld bereide jonge mannen op straat rondhangen.

Ook hier schijnt meneer Orbán, zoals reeds in het geval van de grensbewaking, over een bijna profetische gave te beschikken. En de Hongaren hebben tot hun geluk één groot voordeel die hen hun beslissing morgen aanzienlijk gemakkelijker zal maken: ze hoeven alleen maar naar de o zo internationale immigratieparadijzen iets verder westelijk (of in het geval van Zweden, noordelijk) te kijken en ze kunnen schetsen wat hen te wachten staat als ze morgen met “Ja” stemmen.

Bron:
www.contra-magazin.com
Door: Marcello Dallapiccola

Vertaald uit het Duits door:
E.J. Bron
(www.ejbron.wordpress.com)