André Glucksmann over “de ziekte pacifisme”

“In het Westen wil men liever slapen dan vechten”: De Franse filosoof André Glucksmann ( 19 juni 1937) in een interview met “Die Welt” over Europese blindheid, neonazi´s en de Arabische revolutie.  

“Duitsland is nog altijd een politieke dwerg”

_________________________________________________________

In het “definitieve afscheid van de klassenstrijd” in het Godesberger Programma van de SPD ziet André Glucksmann de reden voor de economische kracht van Duitsland.

Welt Online: In Duitsland hebben neonazi´s gemoord. Hoe gechoqueerd is men daarover in Frankrijk?

Glucksmann: Helemaal niet.

Welt Online: Zijn de Fransen dan niet meer bang voor een terugval van de Duitsers naar donkere tijden?

Glucksmann: Er hebben immers al in verschillende landen rechts-radicale moorden plaatsgevonden, bijvoorbeeld in Italië. Dat er overal criminelen zijn, die zoiets doen, weet men in Frankrijk maar al te goed, dat is niet ongebruikelijk. De grotere schol was de massamoord in Noorwegen:

Dat één enkele man 80 jonge mensen, bovendien nog activisten van de socialistische jeugd, zonder verzet kon doodschieten – volgens mij toont dat aan, dat men in Noorwegen toch iets te ver gaat met het pacifisme.

Welt Online: Hoe zouden de jongeren zich dan hebben moeten verdedigen?

Glucksmann: Er waren in het kamp van Utøya twee jongeren, die geprobeerd hebben om kinderen met stenen tegen de moordenaar te beschermen. Die beide zijn niet voor niet Tsjetsjenen. Ze hebben tijdens de schietpartij met hun mobiel hun vader opgebeld en gezegd: Hier schiet een man in politie-uniform op kinderen. Wat moeten we doen? De vader antwoordde: Jullie moeten de kinderen redden – op leven en dood. Tsjetsjenen weten nu eenmaal wat oorlog is…

Welt Online: …omdat ze immers altijd maar weer het slachtoffer werden van de brutale aanvallen van het Russische leger. Er bestaat echter toch een gelijkenis tussen het bloedbad in Noorwegen en de rechts-radicale moorden in Duitsland. Hier was het weliswaar niet een individu, maar het waren toch enkelen, die meer dan 12 jaar lang ongehinderd konden moorden…

Glucksmann: De parallel is, dat de veiligheidsautoriteiten, maar ook de publieke opinie, gewoon niet op zoiets rekenen.

Men ziet niet meer, dat er in de wereld vijanden bestaan, misdadige vijanden.

Dit is al jarenlang de grote vraag die mij bezighoudt: De westerse wereld lijdt aan een ziekte, die uit het geloof komt aan het einde van de geschiedenis te zijn aangekomen. Als men zich echter aan het einde van de geschiedenis waant, heeft men geen echte vijand, bestaat er geen echt risico meer. Deze roze bril is gevaarlijk. Dat geldt niet alleen voor de politiek, maar ook voor de financiële economie.

Welt Online: Hoe bedoelt u?

Glucksmann: Waar komt de grote financiële crisis dan vandaan? Van de blindheid van de mensen aan de top van de banken, de financiële economie, die tegen zichzelf gezegd hebben: Alles wordt tegenwoordig beheerst door rationaliteit. Er mogen dan wel enkele kleine crises geweest zijn, maar tot de hele grote crisis kan het niet komen. En daarom dachten ze alle grenzen te kunnen overschrijden. Men kan dit in één grondstelling samenvatten:

Wie er van overtuigd is, dat de hele grote crisis, de grote catastrofe niet kan komen, zorgt er zelf juist voor.

Zo was het voor de Balkanoorlog, toen men tegen zichzelf zei: In onze tijd kan zoiets toch niet gebeuren. Zo was het ook voor de 11e september met het oog op de islamitische terreur. Terwijl er voor de catastrofe van New York en Washington al genoeg signalen voor waren. In Frankrijk had al een keer een kidnapper geprobeerd om een vliegtuig uit Algerije op Parijs te laten neerstorten. En in New York had al een keer, in 1993, een aanslag op het World Trade Center plaatsgevonden. Alle elementen waren voorhanden, net zoals bij een puzzel. Men heeft ze echter niet bij elkaar gelegd, omdat men zo´n gebeurtenis voor onmogelijk hield.

Welt Online: Is dat een specifieke zwakte van westerse samenlevingen of veelmeer een algemeen menselijk trekje om zich niet echt het vreselijkste te willen voorstellen?

Glucksmann: In het Westen bezit deze zwakte echter de rang van een zeer ver reikende theorie. En niet pas sinds de Amerikaanse politicoloog Francis Fukuyama in het begin van de jaren-90 zijn these over “Het einde van de geschiedenis” publiceerde. De theorie gaat al terug op Hegel, die had verklaard, dat de Slag bij Jena in 1806 het einde zou betekenen van alle veldslagen in Europa, en Napoleon zou nu zuiver rationeel regeren.

Welt Online: Fukuyama bedoelde met “Het einde van de geschiedenis” echter niet, dat er helemaal geen geschiedenis meer plaatsvindt. Maar dat er geen gesloten ideologische tegenontwerpen zoals communisme en nationaalsocialisme meer bestaan die het westerse rationaliteitprincipe serieus zouden kunnen uitdagen.

Glucksmann: Maar we hadden na de val van de Berlijnse Muur een genocide in Rwanda, we hadden een oorlog midden in Europa – op de Balkan –, enz. Het is onzin om te beweren dat conflicten minder gevaarlijk zouden worden, omdat het communisme en het nationaalsocialisme er niet meer zijn. Volgens mij is tegenwoordig Poetin net zo gevaarlijk als Brezjnev was – let wel, niet zo gevaarlijk als Stalin, maar als Brezjnev. Fukuyama heeft de ideologie overschat. Er zijn meer misdadigers dan ideologen.

En als een misdadiger geen ideologie aantreft waarmee hij zijn daden kan rechtvaardigen, zoekt hij gewoon een nieuwe. Men kan hiervoor de religie gebruiken of het nationaalsocialisme. Maar het geweld, het gevaarlijke geweld, bestaat in ieder geval.

Theorieën zoals die van Fukuyama brengen ons in de verleiding om de vijand als klein te beschouwen, dat we geen rekening meer met hem hoeven houden.

Welt Online: Constateert u een algemene verzwakking van het Westen in de wereldpolitiek? De aftocht van de VS uit Irak, de komende aftocht uit een onrustig Afghanistan duiden hierop – maar ook het verloop van de Arabische omwentelingen tonen toch eigenlijk aan, dat westerse invloed op het punt van verdwijnen staat.

Glucksmann: Het laatste punt wil ik tegenspreken. Ik denk dat de invloed van het Westen veel groter is dan men in het Westen zelf denkt. Europa heeft in 50 jaar een revolutie doorgemaakt zoals nooit tevoren. Ik noem revolutie de overgang van een oude heerschappijvorm naar een nieuwe. In deze zin is het Europa gelukt om over te gaan van totalitarisme naar democratie en dat bijna zonder bloedvergieten. Dat geldt voor Oost-Europa, dat zich bevrijd heeft van het communisme, en voor Griekenland, Spanje en Portugal, die het fascisme hebben overwonnen. Het begin van de revolutie in de landen ten zuiden van de Middellandse Zee zijn het begin van eenzelfde ontwikkeling – maar men heeft tijd nodig. Ik zeg niet, dat daar nu tegelijk het paradijs zal uitbreken.

Welt Online: In Oost-Europese landen bestonden echter burgermaatschappelijke en democratische tradities uit de tijd van voor het totalitarisme. Die ontbreken in Arabische landen.

Glucksmann: Dat klopt. Er is geen sprake van dezelfde voorwaarden. Maar ook Europa had 50 jaar nodig tot het tot de val van de Berlijnse Muur kwam. Ik was in Algerije, toen daar in de jaren-90 de islamistische terreur woedde en destijds zei ik al: Men moet tot drie tellen. Ten eerste zijn er de islamisten, ten tweede is er het leger, dat niet democratisch is, maar corrupt. En ten derde bestaan er krachten, die democratie willen. In Algerije waren dat intellectuelen, journalisten en, heel belangrijk, de vrouwen. In Tunesië waren het nu heel specifiek jonge mensen, die via internet contact met elkaar hadden gemaakt. Tussen deze drie stromingen speelt zich van alles af. Deze combinatie zal nog lang voortduren. Maar één ding is nieuw: De Arabische volkeren beschouwen despotisme niet meer als vanzelfsprekend. Diens crisis is nu heel duidelijk.

Welt Online: Maar zijn revoluties niet altijd zo verlopen – dat ze eerst liberale, pluralistische energieën vrijmaken, om daarna door straf georganiseerde krachten met een autoritaire ideologie te worden overgenomen? Zo verliep zowel de Franse als de Russische revolutie. Ook in Iran in 1979 stonden er eerst liberale krachten op de voorgrond. Zelfs Khomeini beloofde in het begin een democratische orde met een scheiding van de machten.

Glucksmann: Desondanks hoeven revoluties niet dwangmatig tot een nieuwe despotie leiden, zoals het voorbeeld van Europa in de tweede helft van de 20e eeuw aantoont. Het resultaat blijft open. Het is uiteraard belangrijk om de democratische krachten te ondersteunen. Echt iets nieuws daarbij is de rol van de vrouwen. Zelfs activistes, die actief zijn bij de islamisten, benadrukken, dat zij hun vrijheidsrechten willen verdedigen. Men kan niet voorspellen hoe deze strijd afloopt. Vroeger echter was deze überhaupt niet openlijk zichtbaar en werd daarom niet waargenomen in het Westen. Tientallen jaren lang hebben hier de zogenaamde experts gezegd: Voor de Arabieren telt slechts één ding, en dat zijn niet de mensenrechten, dat is Israël. Niet dat de mensenrechten geen rol zouden spelen – maar het is nu duidelijk geworden, dat er sprake is van vele andere vragen.

Overigens mag men niet vergeten, dat de dictators Ben Ali van Tunesië en Moebarak van Egypte lid waren van de Socialistische Internationale.

Altijd hebben de “experts” van links en rechts beweerd dat Arabieren geen mensenrechten nodig zouden hebben. Dat was racistisch.

Welt Online: U zegt, dat men de democratische krachten in Arabië moet ondersteunen. Welke mogelijkheden heeft het Westen daarvoor überhaupt nog? Het Westen is echter niet alleen door zijn kameraadschap met dictators is diskrediet gebracht, zijn eigen bereidheid om zich te binden is gezien de crisis uiterst beperkt.

Glucksmann: Toch was er de succesvolle interventie tegen Gaddafi. Er is dus toch iets mogelijk.

Maar het is helaas waar, in het Westen wil men liever slapen dan vechten. Dat men daarom essentiële gevaren over het hoofd ziet, geldt ook voor andere terreinen. Zo is de opening van de Oostzee-pijpleiding van Rusland naar Duitsland van veel grotere betekenis dan alle andere vragen die Europa´s publieke opinie op dit moment bezighouden.

Want hierbij gaat het om een geopolitieke vraag. Hier vestigt zich een as Moskou-Berlijn-Parijs, die zich niets aantrekt van landen zoals Polen, de Oekraïne en de Baltische landen. Maar terwijl iedereen bezig is met de eurocrisis – die immers ook daadwerkelijk een groot probleem is – merkt niemand, dat dit jaar het jaar van Poetin is.

Het grote plan van Poetin is om als tsaar van de energie heel Europa in zijn macht te krijgen.

Hierbij heeft hij dit jaar met het in bedrijf nemen van de pijplijn een groot succes geboekt. Ten tweede heeft hij onlangs verkondigd opnieuw officieel de top van de staat te willen overnemen. Dat betekent, dat hij tot 2024 aan de macht zal blijven. En er is nog een ten derde, die op het eerste gezicht misschien niet zo belangrijk lijkt: Poetin wordt als eerste winnaar van de Confusiusprijs genoemd, die China dit jaar als tegenhanger van de Nobelprijs heeft opgericht.

Welt Online: Is dat niet gewoon een propagandistisch koekje van eigen deeg, omdat China zich vorig jaar heeft geërgerd aan het verlenen van de Nobelprijs aan de dissident Liu Xiaobo?

Glucksmann: Zeker, de Confusiusprijs op zich is belachelijk. Dat uitgerekend Poetin deze als eerste krijgt, onderstreept echter de alliantie tussen Rusland en China, die weliswaar eigenlijk rivalen zijn, maar elkaar steunen als het tegen het Westen gaat.

Zo blokkeren deze ongelijke machten in de VN-veiligheidsraad ieder initiatief tegen despotische regimes, bijvoorbeeld in het geval van Iran, maar ook van Syrië. Samen vormen ze beide een gesloten front van destructiviteit.

Dat geldt nog meer voor Rusland dan voor China, dat economisch sterk is en daarom de westerse markten nodig heeft. Rusland´s kracht daarentegen is niet gebaseerd op de kracht van zijn economie, maar in de eerste plaats op het bezit van olie en gas, in de tweede plaats op de handel in wapens, die het aan iedereen verkoopt die maar betaalt, en in de derde plaats op het feit, dat het een atoommacht is.

Welt Online: In de mate zoals Rusland´s invloed op Europa toeneemt, verdwijnen de gemeenschappelijkheden tussen Europa en Amerika. Men ziet dat nu heel goed aan de financiële crisis, waarin er geen enkele afstemming tussen de trans-Atlantische partners bestaat.

Glucksmann: Dat is inderdaad bedreigend. Des temeer, omdat president Obama überhaupt geen voorstelling van Europa heeft. Hij is georiënteerd op de Pacific.

Welt Online: Wanneer Europa vijanden en vrienden niet meer goed herkent – getuigt dat van een verval van zijn waarden?

Glucksmann: Ik denk niet, dat het een kwestie van waarden is. Van waarden wordt altijd gesproken wanneer men niets te zeggen heeft. Als men bijvoorbeeld zegt, dat Europa “joods-christelijk” zou zijn, geloof ik daar geen woord van. Dat is een hele nieuwe uitvinding. Misschien bestond dat “joods-christelijke” in de Romeinse tijd. Sindsdien echter hadden Joden en christenen nooit dezelfde waarden…

Welt Online: …wat nog mild is uitgedrukt.

Glucksmann: Ja. Überhaupt waren het nooit waarden, die Europa verenigd zouden hebben. Toen Europa nog volledig christelijk was, bestond er het conflict tussen Rome en Byzantium. Er heeft zelfs een kruistocht tegen Constantinopel plaatsgevonden. En sinds de Renaissance waren religieuze waarden geen factor van eenheid, integendeel. Ook de leidende figuren, die na 1945 de Europese Gemeenschap oprichtten, hadden niet dezelfde waarden. De Gaulle was eerder nationalistisch, De Gasperi rooms-katholiek, de socialisten eigenlijk helemaal niet christelijk. Deze waarden waren in principe niet te verenigen. Wat de weg effende voor de eenheid, was de angst voor de terugkeer van Hitlerisme en racisme, het was de angst voor het communisme, en ten derde – ook al werd het niet openlijk uitgesproken – het antikolonialisme. Want de landen, die in de gemeenschap kwamen, hebben hun koloniën opgegeven – niet met plezier, maar toch. Antikolonialisme, antifascisme en anticommunisme waren de drie – als je ze zo wilt noemen – tegengestelde waarden, die voor eenheid hebben gezorgd.

Nu echter is Europa het er niet meer over eens wie zijn vijanden zijn. Men onderschat het islamisme, dat een ideologie van oorlog is, net zoals het Poetinisme, dat op zijn manier ook geen vriend van de democratie is en chanterende doelen nastreeft.

Welt Online: Europa´s eenheid wordt op dit moment niet in de laatste plaats vertroebeld door de angst voor de dominantie van Duitsland.

Glucksmann: Het klopt, dat Duitsland in Europa de economische leiding heeft. Maar niemand wil toegeven waarom dat zo is. De reden is Godesberg – dus het Godesberger Programma van de sociaaldemocratie van 1959. Godesberg betekende, dat de klassenstrijd ten einde was en door het samenspel van sterke vakbonden enerzijds en sterke ondernemingsverenigingen anderzijds vervangen werd.

Vooral in de mediterrane landen heeft dit definitieve afscheid van de klassenstrijd, van het Marxisme, nooit plaatsgevonden.

Welt Online: De kracht van Duitsland schuilt dus in zijn consensusmodel?

Glucksmann: Ja. Maar dat Duitsland er economisch veel beter voorstaat dan de anderen, betekent niet, dat het ook politiek tot meer in staat zou zijn. Vroeger zei men over de Bondsrepubliek, dat zij een economische reus, maar een politieke dwerg zou zijn. Dat geldt in principe nu nog, zoals onlangs het Duitse gedrag in het geval van Libië aantoonde.

Dat geldt zelfs voor de hele EU, die economisch machtig, maar zonder politieke leiding is.

Welt Online: Moeten de politieke instellingen van Europa nu worden uitgebreid om de eenheid te redden, zoals Jürgen Habermas eist?

Glucksmann: Als Europa niet weet waarvoor of waartegen hij is, helpt de uitbreidingen van zijn instellingen ook niet.

Welke positie neemt men in tegenover Rusland? Hoe moet het verder met de landen ten zuiden van de Middellandse Zee? Dat zijn hele belangrijke vragen, waarover echter geen uniforme Europese mening bestaat. En vooral: Veel belangrijker dan de problemen van de instellingen is het probleem van de energieverzorging. Zolang we het niet eens worden over de energiekwestie, schiet Europa met de eenheid niet op. Zo was het immers al in het begin van de Europese vereniging: Deze begon met de Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS). Ik zeg niet, dat iedereen dezelfde koers zou moeten nemen. Duitsland wil geen atoomenergie meer, Frankrijk wil deze, tot nu toe in ieder geval, verder gebruiken. Maar er zou een verband tussen de verschillende beginselen moeten worden aangebracht, opdat Frankrijk, Duitsland en polen niet individueel tegenover Poetin hoeve staan of tegen de Arabische olieproducenten. Zolang we geen energiepool hebben, verdwijnt de Europese eenheid en gaan we op weg naar een scheiding.

Bron:

http://michael-mannheimer.info/2012/01/05/andre-glucksmann-uber-die-krankheit-pazifismus/

Auteur: Richard Herzinger

Vertaald uit het Duits door:

E.J. Bron (www.ejbron.wordpress.com)   

Opmerking vertaler:

Voorts ben ik van mening dat een Populistische Omroep goed voor Nederland zou zijn: word lid van PopNed.nl (Populistische Omroep Nederland). Als u dat doet o.v.v. E.J. Bron, is dat in 2012 gratis.

Over E.J. Bron

www.ejbron.wordpress.com
Dit bericht werd geplaatst in EU, Eurocrisis, Europa, Pacifisme. Bookmark de permalink .

2 reacties op André Glucksmann over “de ziekte pacifisme”

  1. Linsky zegt:

    Erg veel werk, E.J…..maar ook indrukwekkend 🙂

    Pacifisme is een filosofie die m.i. nog nooit bestaansrecht heeft gehad in onze evolutie-lijn.
    Jezus Christus was een van de eerste die het in praktijk bracht, en we zien wat er van kwam.
    Hij werd gehangen en werd maar 33 jaar.

    Was een leuk experiment, maar bij voorbaat tot mislukken gedoemd

    Daarnaast is er trouwens vaak een merkwaardige overeenstemming en samenwerking tussen Duitsland en Frankrijk.
    Een van de ergste vind ik persoonlijk wat er in Parijs gebeurde, in de nacht van16 juli 1942!
    Toen werden in Parijs talloze joden opgepakt, ouders met hun kinderen en naar het Velodrome d’Hiver in Parijs gebracht.
    Het vreemde was dat de Fransen, in ieder geval de overheid van Parijs, het nodig vonden, ook de kinderen mee te deporteren, terwijl daar expliciet niet om gevraagd was………..!

    Dat kwam ze gewoonweg beter uit om meerdere redenen.

    De echte wreedheden rondom die deportatie zijn met geen woord te beschrijven.

    Overigens is daar een zeer aangrijpend boek in romanvorm (Haar naam was Sarah) over geschreven door Tatiana de Rosnay.
    Dat lees je niet met droge ogen, vooral omdat het volledig historisch verantwoord, onderbouwd en bewezen is.

    Like

  2. Columnist zegt:

    Goed punt, Linksy, over het Christelijk pacifisme. Tegenwoordig zijn zelfs Joden aangetast door Christelijke ideeën op dit punt.
    Toch eist het Christendom dat je grote gezinnen maakt. En die hebben ruimte en grondstoffen nodig. Dat heeft geleid tot het kolonialisme, wat eigenlijk niet mag van het Christendom. Daar gaat men zich vervolgens schuldig over voelen, en importeert van alles en iedereen. Altijd moeten Turken, Marokkanen en dergelijke die klagen over het kolonialisme gewezen worden op het verband met het Christendom. Een moslim kan eigenlijk niet klagen over het Christelijk kolonialisme ook om een andere reden. De Islam beschouwt het Christendom als een Godsdienst van het Boek, en dus beter dan de Afgoderij(shirk) van de oorspronkelijke bewoners van Amerika, Afrika en Australië. Het Christelijke kolonialisme was dus eigenlijk Jihad by proxy.

    Like

Plaats een reactie