Autofabrikanten zien niets in elektrische auto’s

(Door: “Weethetwel”)

Het zijn roerige tijden voor de autofabrikanten. Met name die in Europa moeten er aan geloven. Knotsgekke regeringen besloten van de ene dag op de andere dat de verbrandingsmotor in de ban moet en er in een mum van tijd op elektriciteit moet worden overgestapt. Inmiddels is de volstrekte onhaalbaarheid van dat plan gebleken, maar nergens klinkt protest. Integendeel: het lijkt alsof de auto-industrie er volledig achter staat. Maar niets is minder waar. Maar de tijden zijn op méér dan een front veranderd. Daarom moet er behoedzaam gehandeld worden. Eén ding is zeker: de fabrikanten gaan gewoon hun eigen gang.

Fabrikanten lieten steken vallen

De komst van de Tesla heeft het ingeslapen autowereldje behoorlijk wakker geschud. In deze auto werd een groot aantal technologische ontwikkelingen gebruikt waar de traditionele fabrikanten lange tijd geen oog voor hadden. De chauffeurstaken worden volop verlicht door allerlei slimme snufjes. Je kunt in slaap vallen en er gebeurt nóg niet veel. Voor de kinderen (en de ouders) is het een game-hol waar ze nét zo veel computermogelijkheden hebben als thuis. Het enige nadeel is eigenlijk dat het een elektrische wagen is. Hij rijdt super, maar de actieradius is beperkt en het opladen van de accu’s is problematisch. Dat zal nog lange tijd blijven, want de energievoorziening is láng niet ingericht op het grootschalig elektrisch rijden. Naarmate het aantal toeneemt, worden de Tesla-files bij oplaadpunten ook steeds langer. Dat is geen vrolijk vooruitzicht als je eens ongedwongen op vakantie wilt. Fabrikanten als Volkswagen hebben inmiddels wél ingezien dat ze ook de technologiekant op moeten. Inmiddels worden tienduizenden gewone medewerkers ontslagen en in plaats daarvan duizenden ICT´ers aangenomen. De computer komt de auto in. Dat is zéker een transitie, maar niet die welke de milieugekkies denken. Het worden slimme auto’s, maar geen elektrische.

De hybride auto is een enorme verbetering in het zuinig autorijden

Eén van de belangrijkste ontwikkelingen in het autorijden van de laatste decennia is de komst van de hybride auto. Het principe van deze auto’s is dat ze de energie die normaal verloren gaat bij het afremmen (en leidt tot hete velgen, versleten remschoenen, slijtstof) via een soort vliegwiel omzetten in elektriciteit welke wordt opgevangen in een accu en vervolgens weer gebruikt kan worden bij het optrekken en het rijden. De besparing op de gebruikte fossiele brandstof kan oplopen tot 50%. Het grote voordeel is dat er dus wél gebruik gemaakt wordt van elektriciteit, maar dat er geen beperkingen zijn voor wat de actieradius betreft en de verkrijgbaarheid van brandstof. Het mag een raadsel heten waarom het zo lang geduurd heeft voordat dit principe algehele ingang had gevonden bij de fabrikanten. Het zijn vooral de Japanse fabrikanten als Honda en Toyota die hier baanbrekend werk hebben verricht.

De elektrische auto is vooral geschikt voor rondjes rondom de kerk

Voor korte afstanden en het gebruik in binnensteden is de elektrische auto erg geschikt. Het betreft doorgaans korte afstanden en een beperkt energiegebruik. De auto (en alle varianten daarvan zoals golfkarretjes, transportwagentjes, woon-werkverkeer) is nooit ver van het oplaadpunt en kan dus regelmatig probleemloos opgeladen worden. Maar dit gebruik is slechts een fractie van het totale vervoer over de weg en is kansloos als het gaat over langere trajecten en internationaal vervoer. Méér en snellere oplaadpunten is daarbij een illusie, want daar is het elektriciteitsnet niet op ingericht en aanpassing daarvan kost alsnog grote hoeveelheden fossiele brandstoffen óf de totale ondergang van kwetsbare gebieden zoals het volplempen van de Noordzee of de woonomgeving met talloze windmolens. De grote vraag daarbij is ook nog of ze de benodigde energie wel leveren op het moment dat het nodig is. Het grote probleem van politici is vooral dat ze geen ondernemer zijn en op kosten van de hardwerkende belastingbetaler een vrolijk leventje leiden met allerlei idealen. Omdat ze nog nooit zelf de kost hebben moeten verdienen, is het gemakkelijk gezegd dat er een energietransitie moet plaatsvinden. Met een enorme dosis grootheidswaanzin denken ze het klimaat en de zeespiegel te kunnen regelen en in korte tijd ook nog het héle maatschappelijke systeem van energievoorziening te kunnen veranderen.

Autofabrikanten gaan de discussie niet aan

Er zijn twee redenen waarom de fabrikanten de discussie over de zogenaamde energietransitie niet aangaan. De eerste is dat de media zich vrijwillig veranderd hebben in staatsmedia en volledig en ongenuanceerd de linkse politieke boodschap uitdragen en ondersteunen. Wetenschap en gezond verstand worden ondergeschikt gemaakt aan ideologie en wensdenken en alles wat de politici verzinnen wordt er als grote waarheid in gedramd bij de bevolking. Degene die zich daar tegen verzet wordt afgemaakt. Een fabrikant die zich laat leiden door gezond verstand en inzicht kan rekenen op hoon, smaad en vooral anti-reclame. Het heeft voor de fabrikanten dus geen enkele zin met genuanceerde stellingnames te komen om die vervolgens keihard in het gezicht geworpen te krijgen. Bij Volkswagen durfde de directie kritiek te hebben op de politiek, maar omdat de staat grootaandeelhouder is werd de directie meteen vervangen. De nieuwe directie houdt braaf zijn mond.

De tweede reden dat autofabrikanten de discussie niet aangaan, is omdat het wereldspelers zijn. Als er ergens op de wereld labiele en idiote regeringen aan het bewind komen die allerlei eisen stellen, heeft dat maar betrekking op een beperkt deel van je werkgebied. Daar wel of niet aan toegeven heeft ook maar een beperkte invloed op de totale bedrijfsvoering. Toegegeven: Duitsland is een land dat het overgrote deel van zijn welvaart te danken heeft aan de automobielindustrie. Dat juist in dát land de overheid (en zelfs eigenaar) zich ontpopt als de grootste vijand hakt er wél flink in. Maar per saldo zal het vooral de Duitse bevolking zijn die de financiële klappen krijgt en niet de industrie als zodanig, want er zijn 200 landen in de wereld en Duitsland is er daar maar één van.

De fabrikanten snappen ook dat regeringen die zóveel onzin in korte tijd aan elkaar breien geen eeuwigheidswaarde hebben. Maar het duurt even voordat een bevolking die verdoofd is door de welvaart die hun ouders hebben verdiend en verdoofd is door vijftig jaar linkse propaganda weer met beide benen op de grond staat. Daar gaat een aantal jaren van diepe vernedering en broodroof overheen, voordat ze in de gaten heeft dat ze vreselijk voor de gek wordt gehouden. Over het algemeen kun je stellen dat de fabrikanten het jaar 2025 als jaar noemen dat ze de volledige overgang naar elektrisch zullen maken. In werkelijkheid is dat het jaar dat ze vermoeden dat de laatste linkse regering voorlopig in de geschiedenisboeken bijgeschreven kan worden en het gezonde verstand is weergekeerd. De nieuwste inzichten zullen dan gelden, maar dat is zéker niet de volledig elektrische wagen.

De energietransitie als geloofsbelijdenis

Er is op dit moment geen autofabrikant die zijn toekomstvisie niet begint met de energietransitie te beschrijven en te onderschrijven. Dan zijn ze van het linkse geleuter af. Wat ze daarná schrijven is wat ze éigenlijk bedoelen. In bijna álle gevallen komt er daarna een verhaal over de hybride auto die er binnenkort komt of er al is. Logisch: de hybride auto is werkelijk een staaltje van revolutionaire vernieuwing, maar kan beslist niet de elektrische auto genoemd worden die de klimaatgekkies voor ogen hebben. Het is de volgende stap op een weg die alleen door nuchter denkende ondernemers mogelijk is gemaakt en die nog door vele stappen gevolgd zal worden. Ondanks de politieke hobbyisten.

Iedere fabrikant brengt zijn eigen verhaal

Ieder nadeel heeft zijn voordeel. Denk erom dat de belangen in de automobielsector zó groot zijn dat kosten noch moeite gespaard worden het beleid duidelijk voor het voetlicht te brengen. BMW is érg duidelijk. Haar uitspraak: “Wij leggen desgewenst in iedere auto een elektrische motor, maar niemand wil hem hebben”. Op papier doet ze volop mee met het elektrificeren, maar ze ziet nog te veel problemen met de energievoorziening. 2025 gaat het grote jaar worden, misschien iets eerder. Toch zie je ze al rijden, de elektrische BMW’s, voorzien van het logo van goedgelovige Nederlandse gemeentes, op kosten van de belastingbetaler. BMW heeft een speciale overstapservice: schaf nú een degelijke betrouwbare diesel aan en stap over twee jaar over op elektrisch tegen een speciale aanbieding. Ze vermoedt dat over twee jaar het sentiment al zover gekanteld is dat de diesel blijft. Of anders kan ze hem buiten Europa goed kwijt tegen normale prijzen.

Volkswagen is een verhaal apart. Doordat de staat aandeelhouder is van een bedrijf dat ze eigenlijk te gronde willen richten, is de directie al opgeofferd en vervangen door goed opgeleide toneelspelers die alleen maar elektrisch willen. Ze hebben zo’n optimistische juffrouw ingehuurd die met een heel vrolijke stem de e-Golf aan moet prijzen. Die juffrouwen verschijnen in de reclame vooral ten tonele in tijden van crisis en somberheid om de burger op te vrolijken op voorwaarde dat ze de aangeprezen producten kopen. Bij Aldi en Lidl werkt die juffrouw ook. Duitsers hebben momenteel weinig reden om vrolijk te zijn. Volkswagen heeft zijn programma om zijn diesel- en benzinewagens verder te ontwikkelen voorlopig stopgezet. Dat scheelt enorm in de ontwikkelkosten. Kunnen ze nog jaren mee vooruit, dus tel uit je winst. Want waarom zou je diesel- en benzinemotoren nog zuiniger maken als ze binnenkort tóch afgeschaft worden? Om aan de greep van de Deutsche Grüne Polizei te ontkomen, ligt de aandacht nu even extra op de merken die niet uit Duitsland komen, zoals Seat en Škoda.

De Renault-groep zucht onder de staatsbemoeienis van Macron. In Frankrijk is het plan de bevolking de mobiliteit af te pakken goeddeels mislukt. De wekelijkse demonstraties van de gele hesjes bewijzen dat de bevolking genoeg begint te krijgen van een overheid die vooral bezig is met het steeds verder uitmelken van de werkende bevolking om onzinnige projecten op te zetten en er vooral zélf goed van te leven. Anders dan in Duitsland is er in Frankrijk echter een redelijke infrastructuur van elektriciteitsvoorziening (met name kernenergie), waardoor een thuis op te laden auto nog wel eens een heel goed alternatief kan zijn van de benzineauto of de diesel. Het wordt voor de overheid moeilijker deze groep te pakken met diesel- en benzineaccijns. Dat geldt natuurlijk ook voor Nederland. De onstuitbare drang van de overheid om de elektrische auto koste wat het kost te bevorderen, leidt tot aanschaf van een groot aantal elektrische auto’s op basis van uitgespaarde belasting. Dat is een systeem dat niet vol te houden is ten opzichte van de andere weggebruikers. Uiteraard is de bedoeling de belastingen weer fors te verhogen als iedereen elektrisch rijdt, maar waarschijnlijk zal het aantal elektrische auto’s sterk achter blijven bij de prognose en dan zijn de plug-in gebruikers spekkoper. Zij steken de auto ’s nachts in het stopcontact en rijden vrolijk rond zonder accijns. Niet voor niets willen de overheid en de ANWB een kilometerheffing invoeren. Dan kun je straks ook de elektrische rijder flink in zijn portemonnee graaien. Maar er zijn nu al genoeg hoofdbrekens hoe aan de mislukte transitie toch een financiële draai te kunnen geven.

Buiten Duitsland hakt die verzonnen transitie er natuurlijk minder hard in. Fabrikanten als Fiat houden zich volledig op de vlakte. Zij hebben als strategie gekozen in de geloofsbelijdenis plechtig te verklaren dat ze de elektrische boot volledig gemist hebben. Wat stom toch hè. Het zal wel ná 2025 worden dat ze volledig elektrisch gaan. Als pleister op de wonde komt er nu ineens een complete lijn hybride wagens uit de hoge hoed. Pleister? Hybrides zijn op dit moment de enige wagens die op grond van verbruik en milieu bestaansrecht hebben. Ze komen er wel erg laat mee, maar beter laat dan nooit.

Toyota blijft onverstoorbaar zijn ingezette weg vervolgen. Bij Toyota kun je al jaren hybrides en plug-ins kopen. Vanaf 2021 is er ook een transportwagentje voor rondom de kerk. Voor het stevigere werk moet je ná 2025 zijn.

Door:
“Weethetwel”
(voor www.ejbron.wordpress.com)